Premie van 500 euro voor ambtenaren van gemeenten en OCMW

Brussels minister van Lokale Besturen Bernard Clerfayt (DéfI) maakt 15 miljoen euro vrij voor een eenmalige premie van 500 euro voor alle werknemers die werken bij de Brusselse plaatselijke besturen (gemeenten en OCMW's).

Sinds het begin van de jaren 2000 zijn de lonen van de gemeentelijke werknemers driemaal opgewaardeerd met tussenkomst van het Gewest. In 2001 kregen alle plaatselijke ambtenaren 2% meer loon, waarvan 1% ten laste van het Gewest. In 2005 vond de tweede opwaardering plaats voor de plaatselijke ambtenaren met hoogstens een diploma van het basisonderwijs (niveaus E en D). Zij kregen 3% meer loon, waarvan 2% ten laste van het Gewest. En in 2007 werd de derde opwaardering doorgevoerd voor de plaatselijke ambtenaren met een diploma van het hoger middelbaar onderwijs (niveau C). Zij ontvingen 3% meer, waarvan ook 2% ten laste van het Gewest.

"Het is meer dan 12 jaar geleden dat de lonen van de plaatselijke ambtenaren werden opgewaardeerd. En voor de hoogste niveaus meer dan 20 jaar geleden. Ze staan niet op gelijke voet met de ambtenaren van de andere machtsniveaus. Tal van gemeentelijke ambtenaren ruilen het plaatselijke niveau voor de gewestelijke of federale overheidsdiensten", aldus minister Clerfayt. Voor deze legislatuur wordt ruim 170 miljoen vrijgemaakt: 15 miljoen dit jaar, 22,5 miljoen in 2021, 33,8 miljoen in 2022, 45 miljoen in 2023 en 56,3 miljoen in 2024.

30.000 werknemers van gemeenten en OCMW's

In 2020 wordt de 15 miljoen euro omgezet in een eenmalige premie van 500 euro voor de zowat 30.000 werknemers van de gemeenten en de OCMW's om te vermijden dat er nieuwe salarisschalen met terugwerkende kracht moeten worden goedgekeurd.

Zoals bij de vorige opwaarderingen zal een deel van de premie ten laste zijn van de werkgevers van de plaatselijke ambtenaren, namelijk de gemeenten. "Het Gewest is nog nooit zo massaal tussengekomen voor de gemeentelijke medewerkers. In 2020 nemen we bijna 87% van de kosten van de maatregel op ons. En van 2021 tot 2024 zullen we bijdragen voor 75% van de totale kosten", besluit minister Clerfayt.