Het schepencollege van Schaarbeek is al maanden verlamd door een #MeToo-affaire. Schepen Sihame Haddioui (Ecolo) weigert nog met schepen Michel De Herde (Défi) aan tafel te zitten. Ze beschuldigt hem van seksuele agressie en vraagt dat hij opstapt. En ze is niet van plan om los te laten.
| Sihame Haddioui op de trappen van het gemeentehuis van Schaarbeek, waar ze enkele weken geleden vertelde wat haar collega-schepen Michel De Herde haar had aangedaan. "Als ik dit niet aanklaag, wie zal het dan wel doen?"
Wie is Sihame Haddioui?
- Werd geboren in 1989 en groeide op in Molenbeek
- Ging als achttienjarige als arbeidster in fabrieken werken
- Werd lid van de CSC-jongeren
- Haalde een master in de Politieke Wetenschappen als zij-instromer (UCL)
- Sinds 2018 Ecolo-schepen van Gelijke Kansen en Franstalige Cultuur in Schaarbeek
- Kwam in opspraak door een oud filmpje waarin ze als twintiger de ‘quenelle’ deed, een antisemitisch gebaar. Ze verontschuldigde zich daarvoor in 2019
Een interview met Ecolo-schepen Sihame Haddioui over #MeToo in Schaarbeek. Nu het stof is gaan liggen. Dat was het idee. Maar het schepencollege besliste er anders over.
Daags voor het interview werd schepen Michel De Herde (Défi), die door Haddioui beschuldigd wordt van seksuele intimiteiten, gevraagd om een stap opzij te zetten, zodat Cohezio, het bureau voor de bescherming en preventie op het werk, in alle sereniteit een psychosociaal onderzoek kan voeren in de diensten waar De Herde vandaag en in het verleden de plak zwaaide. De Herde, onder meer schepen van Onderwijs en Begroting, weigert echter om ‘met verlof’ te gaan. Hij houdt zijn onschuld staande. Hij verwijst naar het gerecht dat hierover een onderzoek is gestart.
En toch is dat onderzoek op de werkvloer naar seksuele en andere intimidatie een eerste belangrijke overwinning voor Haddioui, sinds ze half mei openbaar maakte wat De Herde op die donkere oktoberavond vorig jaar had gedaan. Tijdens die gemeenteraad maakte hij volgens haar seksuele toespelingen over haar borsten en betastte hij haar tussen de benen.
“Je moet vrolijk blijven in de strijd. Dat is mijn levensmotto: ‘la lutte joyeuse’. Zelfs in dramatische omstandigheden”
Minuut voor minuut vertelde ze enkele weken geleden door een megafoon op de trappen van het gemeentehuis van Schaarbeek wat De Herde haar had aangedaan. Aangemoedigd door enkele honderden betogers. Het was een ongezien vertoon in de Brusselse politieke geschiedenis.
We ontmoeten Haddioui in café Boentje. De fijne koffiebar op het Collignonplein van haar vriendin. De plek ook van waaruit ze actie voert tegen seksuele intimidatie in de politiek. Want het gemeentehuis, daar zet ze geen voet binnen. “Ik wil mijn agressor niet tegen het lijf lopen. Dus ga ik niet langer naar het college en gemeenteraad.”
U hebt enkele weken geleden nog opgetreden in dit café in plaats van naar de gemeenteraad te gaan. Wat was de bedoeling?
Sihame Haddioui: Hiermee wou ik een signaal geven, waarbij ik tegelijk iedereen uitnodigde voor een ‘Cheer Me Up’. We waren met een twintigtal. Het is toch te gek voor woorden dat ik niet naar de gemeenteraad kan gaan zonder de schepen tegen het lijf te lopen die me heeft betast. Het klopt dat de burgemeester mij een andere plaats heeft gegeven, zodat ik niet meer naast hem hoef te zitten, maar dat volstaat niet voor mij.
Het is ook een politieke boodschap. Als een minister iets mispeutert, dan kan hij tot ontslag gedwongen worden. Een diensthoofd binnen de gemeente? Die kan geschorst worden of ontslagen. Maar een schepen? Die kan gewoon blijven zitten. Die absurditeit wil ik aanklagen.
Veel vrouwen die iets traumatisch meemaken zullen dat in stilte proberen te verwerken. U gaat op de trappen van het gemeentehuis de zaak aanklagen, in alle openbaarheid. Waarom deed u dat?
Haddioui: Dat kwam niet van de ene dag op de andere. Ik heb heel moeilijke maanden meegemaakt. Ik durfde er met niemand over te praten, ik ga ervoor naar een therapeut. Dat helpt. Ik durf daar ook voor uit te komen, want daar hoef je je niet voor te schamen.
Nadien heb ik het wel bij de burgemeester aangekaart. Maar de echte kentering is er gekomen toen ik hoorde dat er nog vier andere personen waren die dingen met De Herde hadden meegemaakt. Toen wist ik dat ik niet alleen stond.
Maar er is nog iets anders. Ik sta als schepen, met enige visibiliteit, in een strategische positie. Daarom droeg ik ook mijn schepenlint op de trappen van het gemeentehuis. Het is mijn verdomde job om dergelijke zaken aan te klagen. Als ik het niet doe, wie zal het dan wel doen?
U had de zaak ook in stilte kunnen laten passeren en overgaan tot de orde van de dag.
Haddioui: Zo zit ik niet in elkaar. Bovendien: ik ben niet alleen slachtoffer, maar als lid van het gemeentebestuur ook in zekere mate werkgever. Met een verantwoordelijkheid naar het personeel. Vergeet niet dat een werkgever verplicht is om te waken over het welzijn van het personeel. Daarom is het psychosociale onderzoek dat Cohezio tussen 15 augustus en 15 september voert zo belangrijk.
De burgemeester behoort tot dezelfde partij als Michel De Herde. Voelt u zich gesteund door de burgemeester?
Haddioui: Ja. Zeker. En makkelijk is dat niet voor haar, precies omdat het over iemand van haar lijst gaat, en zij vertrekt vanuit het vermoeden van onschuld.
Michel De Herde weigert een stap opzij te zetten. Wat denkt u dan?
Haddioui: Dat kan het onderzoek op de werkvloer bemoeilijken. Schepen De Herde speelt het formeel. Hij zegt dat dit onderzoek niet gaat over hem, dat het een algemeen onderzoek is naar het welbevinden op het werk binnen zijn diensten. Verder zegt hij dat justitie haar werk moet doen. Dat is juist, maar er is niet alleen mijn klacht tegen hem. Er is ook het welzijn op de werkvloer. En er zijn nog andere klachten.
In La Dernière Heure getuigde een vrouw, een leerlinge in het gemeentelijk onderwijs, die door de schepen op date was gevraagd. Hij gaf haar parfum. Dat zijn toch geen normale toestanden. Dat meisje was negentien.
Bij uw klacht over de seksuele intimidatie is het woord tegen woord. De rechtbank zal De Herde misschien vrijspreken bij gebrek aan bewijs, als het al tot een rechtszaak komt. Bent u zich daarvan bewust?
Haddioui: Natuurlijk ken ik dat risico. Maar wat kan ik zeggen? Ofwel moet men dan maar seksueel geweld uit het strafrecht halen. Dan is het tenminste duidelijk. Ofwel zijn er wetten, en moet de wetgever ervoor zorgen dat ze toegepast kunnen worden.
Maar er moeten natuurlijk bewijzen zijn.
Haddioui: Inderdaad. Er is een gerechtelijk onderzoek gestart. Ik ben al een eerste keer ondervraagd. Ik heb vertrouwen in justitie.
Hebt u er ook aan gedacht om te stoppen als schepen?
Haddioui: Eerlijk? Ja. Niet alleen moet ik hier letterlijk op de barricades gaan staan, tegelijk kan ik vandaag mijn job niet uitvoeren als schepen.
Het toont hoe seksueel geweld een bedreiging vormt voor onze democratie. Hoeveel vrouwen met talent zijn niet met hun carrière gestopt om wat ze hebben meegemaakt? Dat is het grote drama. Het is een dubbele straf: je bent slachtoffer van seksueel geweld, en je raakt ook nog eens je droomjob kwijt.
#MeToo is relatief recent. Wat zegt dat volgens u over onze samenleving?
Haddioui: Het is een botsing tussen generaties. De jonge generatie aanvaardt niet meer dat seksueel geweld wordt gebanaliseerd, zoals vroeger. ‘Het was maar een flirt, trek het je niet aan,’ daar kom je vandaag niet meer mee weg.
“Hoeveel vrouwen met talent zijn niet met hun carrière gestopt door wat ze meemaakten? Dat is het grote drama”
Dat intergenerationele conflict brengt ook aan de oppervlakte hoeveel onbegrip er nog over bestaat in de maatschappij, en hoe de wetgeving hierop nog niet is aangepast. Er is niet meer seksueel geweld dan vroeger, maar jonge vrouwen zwijgen er niet langer over. Dat is wat we vandaag zien.
In die zin gaat het hier niet alleen over mij. Het is niet Haddioui versus De Herde of Ecolo tegen Défi. Of het gemeentebestuur tegen De Herde. Het gaat om een diepmaatschappelijk probleem waar we de aandacht op moeten vestigen.
Wat moet een vrouw doen die meemaakt wat u heeft meegemaakt?
Haddioui: Op de werkvloer? De vrouw moet in alle veiligheid haar verhaal kunnen doen. Daarom moeten we eerst naar de procedures kijken, naar de structuren, zodat de voorwaarden vervuld zijn voor een veilige omgeving. Wat mij ook geholpen heeft, is het te kunnen opschrijven. Tot in detail.
Voor #MeToo waren er al de verhalen over de seksuele intimidaties op straat. Pakken jullie dat ook aan?
Haddioui: Zeker. Er bestaat vandaag veel wetenschappelijk onderzoek naar hoe we de straten en pleinen gendervriendelijk kunnen maken. We hebben hier werkgroepen over gehouden en in 2023 zullen we die plannen concreet maken. En we hebben bij de politie ook een aparte dienst voor slachtoffers van seksueel geweld. We zijn er nog niet, maar er is de laatste jaren toch al veel in stelling gebracht om seksueel geweld te bestrijden.
Waar komt uw politiek engagement vandaag?
Haddioui: Dat is een lang verhaal. Toen ik van school kwam, ben ik meteen, als achttienjarige, als arbeidster gaan werken in fabrieken, onder meer in de farmaceutische sector. Toen ik 23 was, brak er een staking uit. Ik herinner me nog goed dat een syndicalist op een fluitje blies, iedereen de machines uitzette en naar buiten ging.
Dat moment zal ik niet snel zal vergeten. Ik begreep dat als je als arbeider het werk neerlegt, er ook geen productie meer is. Dat je als groep die macht hebt. Ik ben dan zelf syndicalist geworden bij de ACV-jongeren. Daarna haalde ik een master in de politieke wetenschappen.
“Het is niet Haddioui versus De Herde of Ecolo tegen Défi. Het gaat om een diep maatschappelijk probleem”
Het was de periode van de regering-Michel. En van Maggie De Block (Open VLD minister van Gezondheid, red.). Eigenlijk ben ik door haar in de politiek gegaan. Vanuit een soort van verontwaardiging. Plots besliste ze om medische kosten niet meer meteen terug te laten betalen. Vooral mensen in de armoede werden erdoor getroffen. Ik behoorde tot die groep.
Rajae Maouane (voorzitter van Ecolo, red.) heeft me dan gevraagd om voor Ecolo op te komen. Ik kreeg meteen een goeie plaats voor de gemeenteraadsverkiezingen in Schaarbeek en kon schepen worden.
We dachten dat u actrice was …
Haddioui: Dat was ik ook. Ik was stand-upcomedian en vertelde over mijn ervaringen als arbeidster. Later heb ik met TransfoCollect, en bij KVS en Ras El Hanout op de planken gestaan.
Zo bekeken hebt u een succesvol parcours achter de rug. Ik vraag dat ook omdat we intussen zien dat veel jongeren in Brussel het erg moeilijk hebben. Ze komen van school zonder diploma, vinden geen baan, sommigen belanden in de criminaliteit. Waar ligt dat aan?
Haddioui: Je moet van de cijfers vertrekken. Als jongen van Arabische of Afrikaanse origine, met hetzelfde diploma, heb je veel minder kansen op de arbeidsmarkt dan jongens van een andere origine. Dat blijkt uit een studie van voormalig minister van Werk Didier Gosuin (Défi). Het is die discriminatie die we moeten aanpakken. Het is niet de enige reden, maar wel een belangrijke.
Hebt u dat zelf ook meegemaakt?
Haddioui: In zekere zin wel. Ik droeg vroeger een hoofddoek en er zijn me jobs geweigerd omdat ik die niet wou afleggen. Daarom ijveren we binnen het gemeentebestuur voor een afschaffing van het verbod op het dragen van religieuze tekens. We hebben hierover een werkgroep opgericht. Die ligt nu stil omdat er op het regionale niveau een debat over loopt.
Bent u optimistisch over de toekomst van Brussel?
Haddioui: Dat is mijn plicht als politica. Je moet vrolijk blijven in de strijd. Het is mijn levensmotto: la lutte joyeuse. Zelfs in dramatische omstandigheden. Als je niet meer kan lachen, is het moeilijk vol te houden.
Maar hoe ziet u dat dan?
Haddioui: We moeten, als Brusselaars, een gemeenschappelijk verhaal schrijven. Een verhaal van samenleven waarbij iedereen zich in de stad aanvaard voelt. Maar dat verhaal schrijf je ook niet in één dag: er is de hoofddoekenkwestie, er is seksueel geweld, er is de ongelijkheid … En ja dat kan polarisatie geven, bijvoorbeeld over het onverdoofd slachten, maar het is wel belangrijk om die debatten te voeren.
Nog een laatste vraag. Ik herinner me hoe u ons boos opbelde, aan het begin van uw schepenambt, omdat BRUZZ een artikel had gebracht over een ludieke actie van de Mortierbrigade in Schaarbeek. Het reclamebedrijf had figuren van prostituees aan de gevel gehangen om hardrijders te vertragen. U vond dat niet grappig.
Haddioui: Ik ben er nog altijd boos over (lacht). Natuurlijk snap ik de ironie wel, maar ik vond het iets typisch wat onder mannen is bedacht. Terwijl de vrouw nog maar eens als object te kijk wordt gezet. Wat niet wil zeggen dat ik de strijd voor de sekswerkers niet ter harte neem. Samen met Cécile Jodogne heb ik mijn schouders gezet onder de legalisering van het sekswerk. En dat is er nu. Dus, nee, ik behoor niet tot de groep feministen die tegen prostitutie is.
De vrijheid om een hoofddoek te dragen, en de vrijheid om voor sekswerk te kiezen is voor u één en dezelfde strijd?
Haddioui: Inderdaad. Wat niet wil zeggen dat we niet tegen de uitwassen en criminele vormen moeten strijden, zoals bijvoorbeeld de mensenhandel.
Lees meer over: Schaarbeek , Samenleving , #metoo , schepencollege Schaarbeek , Sihame Haddioui , Ecolo , Michel De Herde , Défi