Sint-Gillis wil opnieuw skatetoestellen op Moricharplein toestaan

Sint-Gillis zal in dialoog treden met omwonenden van het Louis Moricharplein en de jongeren die er skaten. De gemeente hoopt de brokken tussen beide partijen te lijmen, zodat de weggehaalde skatetoestellen straks teruggeplaatst kunnen worden. “Het gaat erom dat we een leefbaar evenwicht vinden”, zegt schepen van Jeugd Willem Stevens (Vooruit).

Afgelopen maandag protesteerden bijna 200 skaters en sympathisanten op het Moricharplein in Sint-Gillis tegen de interventie van politie en netheidsdiensten. Na een gezamenlijke klacht van een veertigtal buurtbewoners over nachtlawaai, geluids- en geurhinder werden zes zelfgemaakte skatemodules bovenaan het park vorige week weggehaald. Zonder overleg. Dat zet kwaad bloed binnen de skatecommunity, die zich verkeerdelijk geviseerd voelt door de omwonenden.

Hotspot in Sint-Gillis

Stevens was ook verrast door het bruuske optreden tegen de skaters. “Er was een petitie neergelegd met de uitdrukkelijke vraag om op te treden. Dat was een sterk signaal, waarop de burgemeester en de politie besloten hebben in te grijpen”, licht de jeugdschepen toe. “Maar we moeten de situatie eerlijk analyseren. Het probleem is veel ruimer dan de skaters. Voor wat er ’s nachts en ’s avonds op dat plein gebeurt, dragen zij weinig verantwoordelijkheid.”

Het Louis Moricharplein behoort tot de weinige publieke ruimten in de gemeente Sint-Gillis. De indeling ervan, de basketbal- en voetbalvelden en de andere sportinfrustructuur lokken sportievelingen - jong en oud, maar het is ook een bekende ontmoetingsplek. En 's nachts durven jongeren er al eens tot in de vroege uurtjes doorhangen. Niet iedereen neemt altijd zijn afval mee, er wordt al eens in de bosjes geplast en muziek door installaties gejaagd.

De overlast tergt omwonenden in die mate dat ze actie eisten van de gemeente. “Het plein is het slachtoffer van zijn eigen succes”, stelt Stevens met een boutade. “De pandemie werkt dat nog meer in de hand. Er is een onevenwichtige situatie ontstaan. Iedereen moet er zijn plek kunnen vinden, en voor de buurtbewoners moet het ook nog aangenaam zijn er te wonen.”

Maar voor het schepencollege moeten de skaters er hun plek kunnen behouden. Mét rails, banken, springplanken en andere toestellen. “De sport zit enorm in de lift bij de jeugd, het is een positieve activiteit en zelfs een olympische discipline”, benadrukt Stevens. Daarom zal de gemeente bemiddelen tussen skaters en buurtbewoners. Volgende week vinden al twee vergaderingen plaats. “We willen snel tot een vergelijk komen.”

Volgens Stevens zou een soort avondklok voor de skaters een goede oplossing zijn. “We zullen de activiteiten op het Moricharplein beter moeten omkaderen en beheren, in samenspraak met de jeugddienst, om overlast te vermijden. Vanaf een bepaald uur moet er rust zijn voor de omwonenden”, zegt de schepen. “Dat kunnen we afdwingen door bijvoorbeeld de skatetoestellen te stockeren.”

Skatepark aan Zuidstation

Op langere termijn wil hij skatetoestellen kunnen aanbieden aan het Zuidstation. In het kader van het stadsvernieuwingscontract zal hij ervoor pleiten daar een groot skatepark aan te leggen. “Daar is ruimte en zijn amper buren”, aldus Stevens. “Dat betekent niet dat de skaters hier niet meer welkom zijn, maar als ze een kwalitatief alternatief hebben, zal de overlast hier niet meer zo groot zijn.”

Voor Stevens legt deze hetze een belangrijk Brussels pijnpunt bloot. “We hebben te weinig publieke ruimte. De coronacrisis maakt duidelijk hoe precair dat is. Het beheren van die schaarse ruimtes is niet altijd evident. Burgers hebben verschillende visies hebben over wat ermee aan te vangen. Dat brengt frictie met zich mee. Daarmee omgaan, wordt een belangrijke politieke uitdaging de komende jaren.”