Soedanezen uit Vottem overgeplaatst naar andere centra

Een groot deel van de Soedanezen die in het gesloten centrum in Vottem verbleven, is overgeplaatst naar andere gesloten centra. Op die manier omzeilt staatssecretaris Theo Francken volgens een advocaat de Luikse rechter die repatriëring verbood. Maar volgens de Dienst Vreemdelingenzaken gaat het om een puur praktische maatregel.

Het grootste gedeelte van die twintig Soedanezen die volgens de Luikse rechter niet gerepatrieerd mochten worden, is volgens advocaat Thomas Bartos verdwenen uit het gesloten centrum van Vottem. Volgens hem zijn ze overgeplaatst naar andere gesloten centra in België. Zijn cliënt werd op 22 december in het gesloten centrum in Steenokkerzeel geplaatst. Volgens Bartos wil staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) zo het vonnis van de Luikse rechter, die de repatriëring van enkele Soedanezen tegenhield, omzeilen.

Op het kabinet van Theo Francken kan woordvoerder Katrien Janseunsse dat nieuws niet bevestigen. "Het is te verifiëren bij de Dienst Vreemdelingenzaken, maar bij mijn weten is niemand verplaatst vanwege de uitspraak van het hof van beroep." De directeur van Dienst Vreemdelingenzaken, Freddy Roosemont bevestigt wel dat de Soedanezen zijn overgeplaatst. Volgens hem gaat het om een praktische keuze, zo zegt hij tegen persagentschap Belga. Dienst Vreemdelingenzaken wilde voorkomen dat een grote groep Soedanezen samen werd opgesloten.

De Franstalige Liga van Mensenrechten vroeg eerder dit jaar om een schorsing van het uitzettingsbevel van twintig Soedanezen. Begin oktober kreeg de Liga gelijk van de Luikse rechtbank van eerste aanleg. De rechter oordeelde dat repatriëring in strijd was met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat stelt dat niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.

Francken ging tegen die beslissing in beroep, en heeft gelijk gekregen van het Hof van Beroep. Die oordeelde dat de vordering van de Liga onontvankelijk was. De mensenrechtenverdedigers mochten geen zaak aanspannen in naam van de Soedanezen, want die moesten dat zelf doen.