'Spreidingsplan' om toeristen buiten Vijfhoek te krijgen

Het Brussels Gewest mikt op 3 miljoen extra overnachtingen door toeristen tegen 2020. Toerismeagentschap visit.brussels wil hen ook meer naar bestemmingen buiten het centrum lokken.

Elk jaar zijn er momenteel 7 miljoen overnachtingen van buitenlandse toeristen in Brussel. Dat moeten er 10 miljoen worden in 2020. Dat zegt Geert Cochez, de adjunct-directeur van visit.brussels, in een gesprek met brusselnieuws.be. “Brussel kan dat zeker aan. Als je de vergelijking maakt met andere hoofdsteden, zoals Parijs, Londen of Berlijn, dan is Brussel nog het kleine broertje. Er is zeker nog groei mogelijk, zeker als Europese hoofdstad”, zegt hij.

Het is niet de bedoeling dat die extra toeristen het oude stadscentrum overspoelen en onleefbaar maken. “We willen het toerisme meer ontwikkelen in de 19 gemeenten. Tijdens bepaalde evenementen is het centrum nu wat verzadigd”, klinkt het bij Cochez.

Het is dus de bedoeling de toeristen wat beter te spreiden, omdat er in het verleden vooral op het centrum gefocust werd. Er kunnen bijvoorbeeld nog meer toeristen naar de Heizel, met het Atomium of het Art & Design Atomium Museum. Ook Sint-Gillis, met het Hortamuseum en de vele cafés, en Elsene, met het Flageyplein en de wijk Matonge, kunnen best meer toeristen ontvangen.

“En we kunnen ook kijken naar de Europese wijk, waar nu weinig leven is na de kantooruren. We moeten de toeristische attracties gebruiken om die buurt verder te ontwikkelen.”

'Diversiteit uitspelen als toeristische troef'
Visit.brussels voert al langer campagne rond een paar thema’s waar Brussel goed in is, zoals jazz, art nouveau, hedendaagse kunst en de LGBT-gemeenschap.

In 2016 en 2017 komt daar een nieuw thema bij: diversiteit. “Brussel is een stad van migratie, van internationale instellingen. Diversiteit zit in het DNA van de stad”, zegt Geert Cochez. “We willen dat uitspelen als troef.”

“Heel veel Brusselaars hebben linken met het buitenland. Je zou kunnen zeggen dat het grootste deel van de Europeanen wel een band heeft met Brussel, bijvoorbeeld via een familielid of vriend die hier werkt, of via familie die hier woont.”

“Je zag dat bijvoorbeeld toen je tijdens de zomer over de ‘piétonnier’ liep. Je ziet zo veel mensen, zo veel kleuren, zo veel achtergronden. En het mooie is dat je niet aan de mensen kunt zien wie toerist is en wie bewoner. En dat is wat we willen tonen: een echte Europese stad, waar iedereen zich thuis moet kunnen voelen”, besluit Cochez.