'Taalgebruik meertalige kinderen met vader bepalend voor schoolprestaties'

Het taalgebruik van meertalige jongeren met de vader is een betere voorspeller van de schoolprestaties dan het taalgebruik met de moeder. Dat is een conclusie van het wetenschappelijke MARS-onderzoek (Meertaligheid Als Realiteit op School), dat het Vlaamse ministerie van Onderwijs donderdag online heeft gezet.

Meertalige leerlingen gebruiken verschillende taalregisters door elkaar, afhankelijk van context of gesprekpartner(s). Daardoor verdwijnt het onderscheid tussen thuistaal en schooltaal.

Zo spreken meertalige leerlingen met ouders, broers en zussen vaker Nederlands dan vermoed wordt. Ze maken ook regelmatig gebruik van Nederlandstalige media en ze rekenen, lezen en schrijven ook het liefst in het Nederlands.

Uit het MARS-onderzoek blijkt nog dat eerder het taalgebruik met vader dan dat met de moeder een indicator is van onderwijsprestaties.

Andere indicatoren voor schoolprestaties van meertalige leerlingen zijn leesvaardigheid Nederlands, begrip in de andere talen en taalgebruik op de speelplaats. Leerlingen die een andere taal op de speelplaats spreken, presteren zwakker dan zij die altijd Nederlands spreken.

De onderzoekers pleiten ervoor om de polemiek tussen verdedigers van taalbaden Nederlands en voorstanders van meertalig onderwijs te doorbreken door te kiezen voor "functioneel veeltalig leren".

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) geeft de Vlaamse Onderwijsraad nu opdracht om een kader te ontwerpen voor een actief talenbeleid op scholen. Daarbij geldt het taalpaspoort als voorbeeld van "good practice". Met het taalpaspoort geven leerlingen aan welke talen ze met wie spreken in welke context. Zo krijgen leraren een goed beeld van het taalgebruik van hun leerlingen.