Toeristen, van hen kan je er eigenlijk nooit genoeg hebben. Dat was lang het motto van zowat elke Europese stad. In steden als Barcelona en Amsterdam sloeg de slinger de voorbije jaren echter door, in die mate dat het bestuur zich het hoofd breekt over hoe je van brallende en brakende bezoekers afraakt. “Een tip voor mijn collega-burgemeester in Brussel? Laat je niet overstromen zoals wij dat hebben gedaan.”
| De coffeeshops in Amsterdam trekken veel toeristen aan. Burgemeester Femke Halsema wil graag dat die tijdelijk alleen voor Nederlanders toegankelijk worden.
Buurtbewoners sliepen niet meer en moesten zich echt met ellebogenwerk naar de supermarkt wringen. Geen wonder dat ik de voorbije jaren mensen van alle leeftijden heb zien vertrekken uit de Wallen. Ze voelden zich er niet meer thuis door het massatoerisme. Met de coronacrisis ontmoet ik nu plots weer buren op straat, we zijn geen onderdeel meer van de massa.”
Met Yet ten Hoorn wandelen we door de onwezenlijk rustige straten van de Wallen, in hartje Amsterdam. Ze woont er al sinds 1993 en zag de wijk, die vooral bekend staan als prostitutiebuurt, gaandeweg veranderen. “Rond 2010 was er nog een soort balans tussen wonen, werken en bezoekers. Maar als gevolg van de Amsterdamse city marketing is er steeds meer seks-, drugs- en lawaaivolk gekomen.”
De Wallen zijn niet de enige wijk in de Nederlandse hoofdstad die kreunt onder het massatoerisme. Eigenlijk doet de hele historische binnenstad dat, in die mate dat al eens van de disneyficatie van Amsterdam wordt gesproken. Ook centrumbewoner Jasper van Dijk zag de voorbije jaren met lede ogen aan hoe steeds meer buurtwinkels veranderen in zaken die op toeristen mikken. “Het boekenwinkeltje werd bijvoorbeeld een ijsjeswinkel, er moest iets gebeuren.” Dat 'iets' werd een petitie, die in korte tijd dertigduizend handtekeningen verzamelde. Maar daarover later meer.
Amsterdam telde voor corona ruim twintig miljoen toeristische overnachtingen, en die trend stijgt nog altijd. Tegen 2030, bleek uit studies, zouden dat er tot dertig miljoen kunnen worden. De cijfers staan in schril contrast met het bevolkingsrijkere Brussel, dat in 2019 maar half zoveel overnachtingen telde, dan nog in een recordjaar waarin de Ronde van Frankrijk er vertrok. Zowat de helft van die 9,5 miljoen overnachtingen zijn bovendien zakentoeristen, een aandeel dat in Amsterdam maar een derde bedraagt. Toeval is dat niet. Brussel is behalve hoofdstad van de Europese Unie ook Europa's belangrijkste congresstad.
In normale tijden is dat zakentoerisme een troef waar Brussel maar wat trots op is. Maar vandaag is het nog maar de vraag of die sector zich na de pandemie wel echt zal herstellen. “Voor het vrijetijdstoerisme zal er misschien een paar jaar een hapering zijn, waarbij we lokaler, voorzichtiger en landelijker zullen reizen,” denkt professor en expert in overtoerisme Jan van der Borg, die in Venetië woont en zowel daar als aan de KU Leuven doceert. “Daarna zie ik de gewone groei hernemen. Maar bij het zakentoerisme zou Covid weleens veel langer kunnen doorwerken. De efficiëntie en kostenbesparing door televergaderingen zijn nu eenmaal enorm.”
Wie door Brussel loopt, heeft zelden het gevoel dat het vrijetijdstoerisme de stad domineert. Akkoord, in de straten rond de Grote Markt, het îlot sacré dat al eens smalend îlot sucré wordt genoemd, springt de overdosis aan wafelkramen, chocoladewinkels en souvenirshops al eens in het oog. En natuurlijk zijn er wel wat toeristen rond hotspots als het Atomium of de musea rond het Koningsplein. Maar Brusselaars die klagen over te veel bezoekers, die vind je niet zo snel. Met één uitzondering misschien: de jaarlijkse kerstmarkt Winterpret – steevast in het centrum – lokte bij de laatste editie nu al drie miljoen mensen, met groeiend gemor onder bewoners tot gevolg.
Hoe is het zover kunnen komen in Amsterdam, dat in 2005 nog maar acht miljoen hotelovernachtingen telde? “Na de financiële crisis van 2008 ging de stad door een diep economisch dal, dus werd er vol ingezet op toerisme,” legt sociaal geografe Floor Milikowski uit. “Het massatoerisme werd daardoor steeds erger en de gemeente worstelde met de vraag of er of überhaupt iets aan gedaan moest worden.” Wat ook meespeelde: het grote aanbod aan lowcostvluchten – Schiphol is een wereldspeler en ontvangt drie keer zoveel passagiers als Zaventem – en het Amsterdamse imago van tolerante feeststad met onder meer zijn coffeeshops.
Airbnb
Het massatoerisme in de grachtenstad liep zodanig de spuigaten uit, dat het gemeentebestuur het geweer nu toch van schouder wil veranderen. Want dat het vrijetijdstoerisme na de coronacrisis spontaan zal krimpen, dat gelooft eigenlijk niemand. Sinds 2016 is er al een soort hotelstop in Amsterdam. En vandaag ligt vooral Airbnb onder vuur. Maandelijks verschenen voor corona dan ook ruim 20.000 Amsterdamse advertenties op het platform, een veelvoud van vijf jaar daarvoor. De kritiek luidt niet alleen dat het platform nog meer toeristen aanzuigt, het grote aanbod zet ook druk op het woningaanbod én de prijzen, terwijl de hotelsector van oneerlijke concurrentie spreekt.
In de hele stad moeten aanbieders op Airbnb en andere huurplatformen sinds afgelopen zomer een vergunning hebben voor ze kunnen verhuren. Die krijgen ze alleen als het huis permanent bewoond is en de woning maximaal dertig nachten per jaar wordt verhuurd aan maximaal vier personen. In drie zwaar geteisterde wijken ging het bestuur zelfs nog verder en verbood het eenvoudigweg woningverhuur aan toeristen. De rechter floot de gemeente terug, maar die laatste gelooft nog altijd dat het verbod er komt.
Dat Airbnb een plaag kan zijn, daar kan ook Brussel van meespreken. Een blik op de gespecialiseerde website AirDNA, leert dat er vandaag – midden in het coronadal – nog steeds 4.300 advertenties zijn in het gewest, niet zo gek veel minder dan de 5.200 in Amsterdam. Het gevolg: ook in de Belgische hoofdstad staan woningprijzen onder druk. En dan hadden we het nog niet over de overlast. Je buren een voor een vervangen zien worden door wekelijks wisselende feestgezelschappen, je zou voor minder verhuizen.
Brussel reageerde met een eigen regelgeving met registratieplicht, een maximumduur van drie maanden huur én een domicilieverplichting voor de eigenaar. Alleen sputtert het verhuurplatform tegen. Airbnb geeft bijvoorbeeld geen duidelijke info over wie precies verhuurt in Brussel, waardoor tal van verhuurders aan de regelgeving kunnen ontsnappen. “Het echte probleem zit bij de illegale huur,” bevestigt Brussels schepen voor Stedenbouw Ans Persoons (Change.brussels/Vooruit). “Wij proberen die woningen nu toch op te sporen en er leegstandtaks op te heffen.” Amsterdam zit met een gelijkaardig probleem: ruim 20.000 advertenties op Airbnb, maar slechts een kleine 1.300 vergunningsaanvragen, al kan dat aantal nog oplopen.
Samen met zes andere grote Europese steden stapten de twee steden daarom naar de Europese Commissie, om strengere regels te eisen. Amsterdam neemt daarbij het voortouw.
Prostitutie verplaatsen
Het Amsterdamse stadsbestuur heeft nog meer pijlen op zijn boog. Zo werkt het aan een plan om een van de belangrijkste toeristische trekpleisters, de raamprostitutie op De Wallen, te verhuizen naar een locatie buiten het centrum. Dat moet de druk op de wijkbewoners én op de sekswerkers wegnemen. “Vroeger was die prostitutie er eerder voor lokaal gebruik, terwijl je nu grote groepen voor de ramen ziet hangen, die foto's maken en de dames vernederen,” legt burgemeester Femke Halsema (GroenLinks) uit. “We willen ze verplaatsen naar een plek waar we ze beter kunnen beschermen.”
En ook de coffeeshops, die andere magneet voor “mensen die moreel op vakantie gaan”, zoals de burgemeester het formuleert, gaan wellicht aan de ketting. Halsema wil graag dat die tijdelijk alleen voor Nederlanders toegankelijk worden. “We praten daar nog over in de gemeenteraad. Het liefst van al zou ik cannabis helemaal legaal maken, met New York als voorbeeld. Maar de laatste tien tot twintig jaar is die markt zo groot en onbeheersbaar geworden, dat het moeilijk is om nu stappen richting legalisering te doen. Daarvoor moeten we de markt eerst verkleinen.”
Behalve beperkende maatregelen, wil de stad ook positieve signalen uitsturen, die vooral de meerwaardetoerist moeten overtuigen om naar Amsterdam te komen. “We willen attenderen op de schoonheid en cultuur, op de vrijheid, zoals die er in de gay community is,” zegt Halsema. “Liefst zoeken die toeristen ook eens een bestemming op die buiten het centrum of zelfs buiten de stad ligt.” Het is de reden waarom Zandvoort, op een half uur trein van Amsterdam, in brochures omgedoopt werd tot Amsterdam Beach. Het kasteel van Muiderslot ten oosten van de stad wordt dan weer Amsterdam Castle, terwijl de plassen op een half uur naar het zuiden de stempel Lakes of Amsterdam krijgen.
Een plan hebben tegen overtoerisme is mooi. Maar het is nog maar de vraag of de miljoenen feestvarkens zich wel laten ontmoedigen door bovenstaande maatregelen. “Het is een erg langzaam proces, waarbij je ook de toeristische aanbieders moet meekrijgen om op andere toeristen te focussen,” waarschuwt professor Van der Borg. “Pas dan merken overlasttoeristen dat er voor hen steeds minder te beleven valt. Maar het is wel nodig, als je niet wil eindigen als Venetië, dat sociaal-economisch morsdood is. Daar wonen nog 50.000 mensen, waar het er ooit 130.000 waren.”
Ook de burgemeester beseft dat de geest niet per se weer in de fles zal kruipen omdat het bestuur dat wil. “Onze mogelijkheden om te sturen zullen altijd beperkt blijven.” Als we haar om een tip voor haar Brusselse collega vragen, moet Halsema dan ook niet lang nadenken. “Wees secuur, zorg dat je een visie en een strategie hebt, want Amsterdam heeft zich met name na de financiële crisis wel wat laten overstromen, waardoor we het soort bezoekers te weinig gestuurd hebben.”
Brood uit de hemel
Die Brusselse collega maakt zich niet meteen zorgen over foute gasten. Als we burgemeester Philippe Close (PS) spreken op een verlaten Grote Markt, heeft hij vooral oog voor het groeipotentieel. “Toerisme, dat is in de eerste plaats werkgelegenheid. Vandaag werken 35.000 mensen in de toeristische sector in Brussel-Stad (65.000 in heel het gewest, red.), en dat mogen er meer worden. Vijftien miljoen overnachtingen, de helft meer dan vandaag? Waarom niet, Brussel is een grote stad.” Als de burgemeester vooral hoopt op meer bezoekers heeft dat veel te maken met de structuur van de Brusselse arbeidsmarkt. Die telt erg veel jobs voor hooggeschoolden, waar een aanzienlijk deel van de Brusselse bevolking niet voor in aanmerking komt. Jobs in de toerismesector zijn dan als brood uit de hemel.
“Meer bewoners in het centrum betekent dat er bakkers en slagers kunnen blijven. De handel wordt minder een monocultuur voor toeristen. Ook die willen een centrum met echte bewoners”
Beperkende maatregelen staan bijgevolg niet meteen op het verlanglijstje van de Brusselse bestuurder, die eerder het imago van een feestburgemeester heeft. Wat er wel opstaat, zijn nog meer bewoners voor het centrum. Dat zag zijn bevolkingsaantal de voorbije twee decennia al fors stijgen, onder meer dankzij nieuwe woonprojecten en de omvorming van kantoren tot appartementen. “Meer bewoners betekent meteen ook dat er bakkers en slagers kunnen blijven en dat de handel minder een monocultuur wordt voor toeristen. Die laatste willen trouwens ook een centrum met echte bewoners.”
Die echte bewoners mogen dan de weg naar het centrum vinden, het enthousiasme van de burgemeester delen ze vaak niet. Met name de kerstmarkt Winterpret, de 'grootste van Europa', is daarbij een doorn in het oog. Drie miljoen bezoekers – onder wie ook veel locals – pal in het hart van de stad, het is niet niets. Het gevolg: lawaaioverlast, wildplassers en een verkeersinfarct rondom de markt. En dat vijf weken lang.
En er zou weleens een tweede toeristeninfarct kunnen aankomen als de biertempel in het Beursgebouw wordt afgewerkt. Die mikt op termijn op 800.000 bezoekers per jaar en ligt in de zone rond de Grote Markt, de enige waar toeristen vandaag al erg aanwezig zijn. Tel daarbij de onlangs afgewerkte voetgangerszone en haar verhamburgerende horeca-aanbod en er zijn best wel ingrediënten voor een explosieve toerismecocktail. “De perverse effecten van kamerverhuur en feesttoerisme zie je nu al in het centrum,” vindt Jo Struyven, centrumbewoner en fervente tegenstander van overlastbezoekers. “Het coronavirus toont bovendien hoe kwetsbaar je bent als je helemaal op massatoerisme inzet.”
“Er is nooit vooruitgekeken naar hoeveel toeristen Amsterdam aankan. In onze petitie vragen we om een aantal toeristen af te spreken en het beleid daarop af te stemmen”
De Korte Leidsedwarsstraat in Amsterdam, vlak bij het bekende Leidseplein, een van de uitgaansbakens van de stad. Het is een van die straatjes waar inwisselbare horeca domineert, hamburgerrestaurants en pizzeria's voorop. We ontmoeten er econoom Jasper van Dijk, die daarnet al vertelde over de teloorgang van zijn boekenwinkel. Van Dijk is niet tegen de maatregelen van de stad, maar vreest dat ze niet zullen volstaan. “Er is nooit vooruitgekeken naar hoeveel toeristen de stad aankan. In onze petitie vragen we om een aantal toeristen af te spreken en het beleid daar vervolgens op af te stemmen. Een ander soort toerist aantrekken is mooi, maar het gaat ook over de kwantiteit. Wat ons betreft, moeten het er een pak minder worden dan vandaag.”
Koop eens een hotel op
Van Dijk heeft ook een idee over welk beleid dat dan moet zijn. “De toerismebelasting kan bijvoorbeeld ontzettend omhoog. En met het geld dat toeristen binnenbrengen, kan je hotels opkopen en een andere bestemming geven. Dat zijn ingrijpende maatregelen, maar als we ze niet nemen, zullen mensen steeds meer vervreemden van hun stad.”
Het idee om toeristen meer te spreiden lijkt Van Dijk eerder morrelen in de marge, een inschatting waar hij niet alleen mee staat. “Mensen die hier maar een paar dagen zijn, willen toch in het centrum zijn, het Anne Frankhuis en De Wallen zien.”
Het is ook de vrees van Louis, een hobbyschilder die we ontmoeten in de Jordaan. Ooit was dat een arme buurt, vandaag is die erg in trek bij bezoekers, toch voor corona. Nu de massa's even in eigen land blijven, kan Louis zijn geluk niet op. “Het was echt een gekkenhuis,” vertelt de man, die net een grachtentafereeltje schildert. “Vlak voor de coronacrisis dacht ik: er moet toch een keer wat gebeuren, zodat de mensen eens thuis blijven en in hun eigen omgeving hun heil zoeken. En toen kwam Covid. Of het na de pandemie anders wordt? Ach, er is zo'n grote geestelijke leegte in de samenleving. De feesters met de kratten bier op de grachten, die komen echt wel terug.”
Stad van de Toekomst
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Stad van de Toekomst , toerisme , Amsterdam , Citymarketing
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.