Vervoort rekent op stille dood van autohandel Heyvaertwijk

Nu de roro-autoterminal in de voorhaven van Brussel definitief naar de prullenmand is verwezen, rest de vraag hoe de Heyvaertwijk verlost zal worden van de autohandel in de dichtbevolkte woonwijk. Minister-president Rudi Vervoort (PS) denkt dat de beste remedie is om niet in te grijpen. “De economische realiteit van de markt zal de autohandel uit de stad verdrijven.”

Ondanks jaren van onderhandelen en financiële beloftes van het Brussels Gewest weigeren de autohandelaars de Brusselse kanaalzone te verlaten. Een roll-on-and-roll-off-terminal moest het mogelijk maken om aftandse auto’s per schip te vervoeren naar Antwerpen. Zo hoopte het Brussels Gewest komaf te maken met de overlast van de tweedehandsautohandel in de Heyvaertwijk.

Onzichtbare hand

Maar in oktober stapte de Haven van Brussel - wegens een gebrek aan interesse bij promotoren - af van het plan om een roro-terminal te bouwen. Volgens minister-president Vervoort is die langverwachte terminal ook niet meer nodig om voor meer diversiteit te zorgen in de Heyvaertwijk. Hij rekent erop dat de autohandel een stille dood zal sterven. “De onzichtbare hand is zijn werk aan het doen”, zei Vervoort dinsdag in de Commissie Territoriale Ontwikkeling.

Hij verwijst naar cijfers van de Nationale Bank van België (zie grafiek). De Heyvaertwijk was jarenlang het economisch centrum van tweedehandsauto’s in Afrika en het Midden-Oosten. Maar die markt krimpt, zo staaft hij met gegevens van de Haven van Antwerpen. “Grotere macro-economische krachten doden de autohandel en maken de roro-terminal overbodig.”

Geen enkele autohandelaar is daardoor nog geïnteresseerd om zich te vestigen in de wijk, stelt Vervoort. Zij die zich er wel nog willen vestigen, zullen heel moeilijk aan een vergunning geraken. De gemeentes Molenbeek en Anderlecht verlengden de milieuvergunningen van een aantal garages ook niet, waardoor het wagenpark aanzienlijk kleiner wordt.

Andere industrie

Volgens de minister-president is ook de eigenaars van de loodsen die “economische realiteit” niet ontgaan. Steeds meer land- en pandbezitters speculeren ook op een verschuiving naar residenties en staan op het punt om loodsen om te vormen tot woningen, aldus Vervoort. “Het zal aan de Brusselse regering zijn om die evolutie in te perken en voor een goed evenwicht te zorgen.”

Daarvoor rekent het Gewest op een lopend wijkcontract, maar ook een zogenoemd stadsvernieuwingscontract en de opmaak van een Richtplan van Aanleg voor de wijk (RPA). Op de percelen waar de roro-terminal moest gebouwd worden, zal trouwens een andere industriële activiteit komen die gelinkt is aan watertransport. Daarvoor lanceerde de Haven van Brussel al een projectoproep, lopende tot eind januari. “Meerdere ondernemingen toonden al interesse”, aldus Vervoort.