Vier Brusselse jongeren staan terecht voor rellen op strand van Blankenberge

Maandag moeten vijf twintigers, waaronder vier Brusselaars, zich voor de Brugse correctionele rechtbank verantwoorden voor hun aandeel in de rellen op het strand van Blankenberge in augustus 2020. De zaak werd in januari al ingeleid, maar wordt nu pas gepleit.

De hevige rellen ontstonden op zaterdag 8 augustus 2020 rond 17.20 uur op het strand van Blankenberge, ter hoogte van de Weststraattrap. Gezinnen op daguitstap en andere zonnebaders bevonden zich plots middenin een gevecht. Een groep jongeren keerde zich bovendien tegen de redders en de politiemensen.

De onruststokers gooiden met alles wat ze te pakken konden krijgen, zoals zand, stoelen, ligzetels, parasols en achtergelaten speelgoed. Drie amokmakers werden ter plaatse opgepakt en door het Brugse parket voorgeleid bij de onderzoeksrechter. Die besliste om hen aan te houden, waardoor ze een tijdje in voorhechtenis zaten. Dankzij verder onderzoek konden later nog andere verdachten geïdentificeerd worden.

Uiteindelijk besliste het parket om voor vijf meerderjarige verdachten de verwijzing naar de Brugse correctionele rechtbank te vorderen. Ze moeten zich verantwoorden voor gewapende weerspannigheid en opzettelijke slagen en verwondingen.

Bij de inleiding van de zaak op 23 januari werden A.D. (20) uit Elsene, T.P. (22) uit Chapelle-lez-Herlaimont en de Liberiaan M.B. (22) uit Jette vertegenwoordigd door een advocaat. D.B. (21) uit Jette en M.N. (22) uit Brussel lieten verstek gaan voor hun proces. N. moet zich trouwens niet enkel verantwoorden voor de rellen in Blankenberge, maar ook voor weerspannigheid en slagen aan politiemensen tijdens feiten op 10 mei 2020 in Brussel.

De stad Blankenberge en de politiezone Blankenberge/Zuienkerke stelden zich al burgerlijke partij tegen de beklaagden. Op de inleidende zitting kondigde meester Patrick Arnou aan dat enkele individuele politiemensen dat wellicht ook nog zullen doen. Alle partijen kregen de afgelopen maanden uitgebreid de kans om hun standpunten op papier te zetten.

Maandagochtend zal de zaak ruim drie jaar na de feiten behandeld worden. De uitspraak wordt in principe eind oktober verwacht.