Vijf jaar Sister’s House: 'Dit is geen opvangcentrum, dit is thuis'

Anke Dirix
06/11/2023

Sister's House, het opvangcentrum voor dakloze vrouwen op de vlucht, bestaat vijf jaar. Gedurende die periode bezorgde de organisatie meer dan 2.200 vrouwen een veilige slaapplek en de kans om even op adem te komen. "Ik kan niet beschrijven wat er door mijn lichaam ging toen die medewerkster de deur opendeed en mij omhelsde."

Op een geheime locatie in centrum Brussel ontvangt oprichtster Adriana Costa Santos ons in 'Sister's House', een opvang-, informatie en ondersteuningscentrum voor dakloze vrouwen op de vlucht. Via de trappenhal leidt ze ons naar de eerste verdieping van het oude kantoorgebouw. "Salut sister, ça va?," begroet ze iedereen die ons pad kruist.

'Constant op de vlucht'

In de woonkamer worden koekjes geserveerd en tasjes koffie uitgeschonken. Een paar vrouwen luisteren naar muziek, iemand leest een boek. Sarah (*) belandde hier na een lange tocht vanuit Libië, die haar oorspronkelijk naar het Verenigd Koninkrijk moest leiden, vertelt ze. Ze waagde de oversteek via het Kanaal, maar het bootje kantelde en alle inzittenden kwamen in het water terecht. "Een reddingsploeg van het Rode Kruis heeft ons eruit gehaald. Ik denk niet graag terug aan die dag, maar niet veel later ben ik alleszins weer doorgereisd, via Parijs naar Brussel-Noord."

De eerste dagen sliep Sarah in de buurt van het Noordstation, samen met een vriendin. "We waren constant op de vlucht voor gevaar, voor mensen met foute bedoelingen. Ik heb een paar keer gerend voor mijn leven," zegt Sarah terwijl ze de tranen van haar wangen veegt. "Maar op dag vijf sprak iemand ons aan die beweerde dat er een huis was voor vrouwen zoals ons. Een plek waar we eten, een bad en medische hulp konden krijgen. We vertrouwden het niet en geloofden er niks van. Maar wat hadden we te verliezen?"

Met veel wantrouwen besloten de vrouwen aan te bellen op het adres dat hen werd toevertrouwd. "Ik kan niet beschrijven wat er door mijn lichaam ging toen die medewerkster de deur opendeed en mij omhelsde," zegt Sarah stil. "Ze beloofde dat ik hulp en bescherming zou krijgen, dat ze geen kwade bedoelingen had. Het leek wel een mirakel. Dit is geen opvangcentrum, op dit moment is dit thuis."

"Ik heb een paar keer gerend voor mijn leven"

Sarah, bewoonster

"De vrouwen weten dat ze met alles bij ons terecht kunnen," zegt Salima, die intussen een jaar aan de slag is als maatschappelijk werkster bij Sister's House. "We delen zo veel dat het bijna onmogelijk is om geen band met elkaar op te bouwen."

Salima is de 'moeder des huizes' van het centrum. Ze zorgt ervoor dat iedereen op tijd wakker wordt, voorkomt rommelende magen en leidt de wachtrijen aan de douches in goede banen. Iedere week verdeelt ze de huishoudelijke taken en kunnen de vrouwen zich bij haar inschrijven voor een van de vele activiteiten. "We hebben een eigen voetbalploeg, in de sportzaal worden yoga-, dans- en fitnesslessen georganiseerd, we knutselen regelmatig en de vrouwen kunnen zich ook inschrijven voor Nederlandse les of een praktijkgerichte opleiding, zoals tegelen of voegen."

Kwetsbare situaties

Wekelijks verblijven hier zo'n 200 vrouwen, ongeveer 85 per nacht. "De meesten onder hen hebben een extreem gewelddadige tocht achter de rug," zegt oprichtster Costa Santos. "Genitale verminking, seksueel geweld, mensenhandel... Er zijn mensen die maar al te goed weten in wat voor kwetsbare situaties deze vrouwen zich bevinden, en daar heel bewust misbruik van maken."

Costa Santos arriveerde in Brussel tijdens de opvangcrisis van 2015. Per toeval kwam ze in het Maximiliaanpark terecht en sloot ze zich aan bij het burgerplatform voor steun aan de vluchtelingen 'BXL Refugees', waar ze intussen aan de slag is als co-voorzitter. Datzelfde jaar nog stampte ze 'Hébergement Plateforme Citoyenne' uit de grond: een burgerinitiatief dat honderden vrijwilligers en duizenden gastgezinnen op de been bracht om dagelijks tot vijfhonderd transitmigranten een slaapplek te bezorgen. Drie jaar later opende ze de deuren van het eerste Sister's House in het gewest.

"We hielpen toen voornamelijk vrouwen op doorreis," zegt Costa Santos. "Ze mochten geen asiel aanvragen in België, raakten dakloos en konden op geen enkele plek terecht die rekening hield met hun specifieke behoeften. De meeste vrouwen die hier verblijven, hebben een gewelddadig parcours achter de rug, maar konden nergens terecht voor medische of psychosociale bijstand. Daarom besloten we om zelf zo'n plek te creëren."

Het opvanghuis bevond zich op dat moment in twee appartementen aan het Maximiliaanpark, waar iedere nacht 26 vrouwen terechtkonden. Zo’n twee jaar later verhuisde de organisatie naar Etterbeek en werd de capaciteit uitgebreid tot 45 slaapplekken. Nog een jaar later, in 2021, werd Sister's House erkend door het Brussels Gewest. Dat maakte het mogelijk om intussen dertig vaste medewerkers aan te nemen en ook overdag opvang, bijstand en activiteiten te voorzien.

Verjaardagsfeest

In de bureauruimte zijn medewerkers druk in de weer met paperassen en telefoontjes. De doucheruimte is niet luxueus, maar wel proper. Dat geldt ook voor de slaapkamers, waarin de rode stapelbedden netjes gerangschikt staan. In de ruimte naast de woonkamer wordt hard gewerkt aan de voorbereidingen van het verjaardagsfeest van Sister's House op maandag. Een tiental vrouwen plooit bloemen uit crêpepapier die ze zorgvuldig op een kartonnen '5' kleven. Op de fitnesstoestellen boven wordt flink gezweet, met een prachtig uitzicht over de stad en het geluid van draaiende wasmachines op de achtergrond.

"Momenteel vangen we tachtig tot honderd vrouwen per nacht op, vier keer meer dan initieel het geval was," zegt Costa Santos. "Die groei is waarschijnlijk het grootste verschil, al zie je nog een andere verschuiving. In het begin moesten we vooral vrouwen opvangen die in België geen recht hadden op opvang, om welke reden dan ook. Vandaag zien we meer en meer vrouwen die dat recht wel hebben, maar wiens recht op opvang wordt geschonden." Het gebeurt steeds vaker dat vrouwen die internationale bescherming hebben aangevraagd op straat terechtkomen, terwijl ze eigenlijk recht hebben op een plek in het netwerk van Fedasil.

"Er is weer ruimte in mijn hoofd om na te denken"

Sarah, bewoonster

"Op een bepaald moment heb je zo veel meegemaakt dat je niet meer weet waar je moet beginnen om de draad weer op te pikken," zegt Sarah. "Mijn verblijf hier heeft me de energie gegeven om door te kunnen. Er is weer ruimte in mijn hoofd om na te denken, wat niet evident is als je constant bezig bent met waar je moet slapen of wat je kunt eten."

"Ik was ervan overtuigd dat ik naar het Verenigd Koninkrijk wilde en heb daarvoor alles op het spel gezet. Maar door hier te zijn ben ik me gaan afvragen of ik mijn leven daar opnieuw voor wil riskeren."

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni