Het wordt steeds duidelijker dat de Vlaamse Sociale Bescherming in Brussel voor flink wat problemen zal zorgen. Intussen broedt de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) op een Brusselse variant.
Vlaamse zorgverzekering wordt Brussels zorgenkind
De Vlaamse zorgverzekering, die in 2001 werd ingevoerd in Vlaanderen en Brussel, vormt de basis voor de Vlaamse Sociale Bescherming die de huidige Vlaamse regering (N-VA, CD&V en Open VLD) wil invoeren. Dat is een Vlaamse volksverzekering, waarbij Vlaanderen zelfstandig kan bepalen hoe ze de zorg voor haar inwoners in de toekomst uitbouwt.
In die verzekering zal naast de zorgverzekering ook de tegemoetkoming voor de hulp aan bejaarden worden opgenomen, de financiering van woonzorgcentra en het basisondersteuningsbudget voor personen met een handicap, maar ook onder meer de premie voor jonge kinderen, een maximumfactuur in de thuiszorg en een hospitalisatieverzekering. Die onderdelen zullen daar stap voor stap aan worden toegevoegd, afhankelijk van de budgettaire mogelijkheden.
Nu al is duidelijk dat de toepassing in Brussel voor problemen zorgt. Een aantal van de opgesomde bevoegdheden zijn na de Zesde Staatshervorming naar de GGC overgedragen. Vlaanderen heeft er in Brussel dus niets meer over te zeggen.
Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) geeft in zijn beleidsnota toe dat de Vlaamse Sociale Bescherming in Brussel anders zal moeten worden ingevuld dan in Vlaanderen. Hoe precies wordt momenteel door een expertengroep bekeken.
Problematisch is ook het draagvlak in Brussel. Uit cijfers die parlementslid Arnaud Verstraete (Groen) opvroeg, blijkt dat het aantal aangeslotenen bij de zorgverzekering, en dus bij de toekomstige Vlaamse Sociale Bescherming, verder afkalft. Er zijn er nog 45.059 (2013), zeventien procent minder dan in 2007. De redenen liggen voor de hand: een hoge instapdrempel voor wie nooit heeft betaald en het niet-verplichtend karakter. Daar komt nu bij dat de Vlaamse Brusselaar voor hetzelfde geld in de toekomst wellicht minder zal krijgen dan de Vlaming.
Heeft de Vlaamse zorgverzekering dan nog zin in Brussel? Parlementslid Elke Roex (SP.A) houdt alvast een pleidooi om over die toekomst na te denken. “Ik maak me serieuze zorgen over de Vlaamse Sociale Bescherming in Brussel. Als die voortbouwt op de (afkalvende, SVG) zorgverzekering, zal het voornamelijk een verzekering zijn die mensen uitsluit.”
Volgens Roex betekent de uitbouw van een Vlaamse Sociale Bescherming in Brussel bovendien de invoering van subnationaliteit. Roex stelt daarom voor om het verzekeringsprincipe in Brussel te laten varen en een bepaalde som in Brusselse (Nederlandstalige) bejaardenvoorzieningen te stoppen.
Studie
Intussen is (Franstalig en Nederlandstalig) Brussel zelf aan het nadenken over een variant op de Vlaamse zorgverzekering: de zogenaamde Brusselse zelfstandigheidsverzekering. Het regeerakkoord van de GGC voorziet een studie in die zin. Ze zou er moeten komen samen met een Waalse assurance-dépendance en moet ervoor zorgen dat bejaarden langer thuis kunnen blijven. Het verzekeringsprincipe staat voorop. Vraag is of hiermee de Vlaamse zorgverzekering niet nog meer onder druk komt, en of Brussel niet evolueert naar een eigen Brusselse Sociale Bescherming.
Arnaud Verstraete wil niet op de toekomst vooruitlopen. “Ook ik ben voorstander van een oplossing waar alle Brusselaars van kunnen genieten. Maar we moeten wel beseffen dat een Brusselse zorgverzekering met heel veel partners moet worden onderhandeld: Vlaanderen, de GGC, de VGC, de Cocof en de Franse gemeenschap. Snel kan die er dus niet komen. Daarom vind ik dat op korte termijn de Vlaamse zorgverzekering blijvend moet worden gepromoot in Brussel, zelfs al gaat die daarna op in een groter Brussels geheel.”
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.