De Verenigde Naties vrezen dat de gevangen Iraans-Zweedse professor Ahmadreza Djalali "binnenkort" kan worden geëxecuteerd, en dat als represaille voor de veroordeling in Zweden van een voormalige Iraanse gevangenisbeambte. “Voor zijn familie is het elke keer opnieuw een klap in het gezicht”, zegt VUB-professor en spoedarts Gerlant van Berlaer, die de situatie op de voet volgt.
Ook familie vreest voor nakende executie Djalali: 'Al twee jaar geen rechtstreeks contact'
Djalali werd in 2017 in Iran ter dood veroordeeld op beschuldiging van spionage - aantijgingen die volgens Stockholm totaal ongegrond waren. Voor zijn arrestatie in april 2016 was Djalali gastprofessor aan de VUB in Brussel. Het Hoog Commissariaat betreurt "het gebrek aan respect voor de regels voor een evenwichtig proces en het ontbreken van een regelmatige procedure". "Iran moet deze executie tegenhouden", luidt het voorts.
De ongerustheid over het lot van de professor hangt samen met het proces in Zweden tegen Noury, een voormalige verantwoordelijke uit het gevangeniswezen in Iran. Een Zweeds hof van beroep bevestigde eerder deze week zijn levenslange celstraf. Hij werd vervolgd voor de rol die hij zou gespeeld hebben bij de dood van 5.000 gevangenen, als wraak op aanvallen van een verzetsbeweging in ballingschap aan het einde van de Irak-Iranoorlog (1980-1988).
Na het verdict "lijkt het meer en meer plausibel dat de Iraanse autoriteiten ermee dreigen Ahmadreza Djalali te executeren, na hun vruchteloze vragen om het verloop van justitie in Zweden te beïnvloeden", meent Diana Eltahawy, de regionale adjunct-directeur van Amnesty International voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Geen rechtstreeks contact
Ook VUB-professor en spoedarts Gerlant Van Berlaer acht de dreiging reëel. Hij staat in nauw contact met de familie van Djalali, en volgt de situatie nauwgezet op. “Elke keer dat Iran dreigt met zijn executie, nemen we dat heel serieus. Het is geen geheim dat het land jaarlijks tientallen doodstraffen uitvoert.”
“Voor de familie is het steeds opnieuw een klap in het gezicht. Zijn vrouw tracht zich sterk te houden en ontvangt veel steun. Maar hoe langer het duurt, hoe moeilijker het wordt voor haar om er niet aan onderdoor te gaan.”
Hoe het gaat met Djalali, is op dit moment heel onduidelijk. “We hebben al twee jaar geen rechtstreeks contact meer met hem. Een medegevangene die af en toe info kon delen, is er zelf niet meer. En via advocaten binnen de gevangenis krijgen we soms een update. Maar die informatie is niet altijd even betrouwbaar.”
Protestbewegingen
Een direct teken van leven kregen de familie en vrienden van Djalali de afgelopen twee jaar dus niet. “Dat baart ons wel zorgen. Het zou niet de eerste keer zijn dat Iran een gevangene executeert en er pas later over communiceert. Maar we willen liever niet van het ergste uitgaan.”
Volgens van Berlaer lopen er momenteel geen concrete acties om de VUB-gastprofessor vrij te krijgen. “Zweden houdt voet bij stuk en weigert een ruil, wat ik begrijp. Er zit trouwens nog een Zweedse diplomaat, Johan Floderus, vast in een Iraanse gevangenis. En ons land heeft al meerdere pogingen ondernomen. Maar telkens het over Djalali gaat, vallen de onderhandelingen stil.”
Slechts twee pistes zouden de vrijlating van Djalali kunnen betekenen, aldus van Berlaer. “De meeste efficiënte oplossing zou zijn dat de protestbewegingen in Iran de bovenhand krijgen. Er is geen garantie dat Djalali er zonder kleerscheuren vanaf komt, maar het zou alvast voor substantiële veranderingen zorgen in het land.”
Daarnaast kan meer collectieve druk vanuit Europa ook soelaas bieden. “Vanuit de EU wordt nog steeds handel gedreven met Iran. “Dreigen met het stopzetten van de handel indien hij en andere politieke gevangenen niet wordt vrijgelaten, is ook een mogelijkheid. Al vraagt dat veel politiek engagement”, besluit van Berlaer.”
Lees meer over: Samenleving , Ahmadreza Djalali , executie Djalali