Toezicht op alcohol drinken, vrije relaties, roken, bloot tonen of de vermenging van mannen en vrouwen. Cultureel-religieuze gedrags-controle is in de publieke ruimte van Oud-Molenbeek één realiteit. Dat er op haram ruime speling zit, is een andere.
Voorpublicatie 'In Molenbeek' (6): God, de niet zo almachtige
O f het nu gaat om een voetbalploeg, het milieu van het financiële hart van Londen of een schaars Vlaams dorp waar God dan toch nog iets in de melk te brokken heeft, telkens zullen er uitingen zijn van sociale controle. In Oud-Molenbeek worden die overwegend gedicteerd door islam en tradities. Wie tijdens de ramadan etend op straat rondloopt, riskeert al eens een opmerking of een scheve blik en doet het dan toch maar liever niet. Hand in hand met een nieuw lief rondlopen is not done vanuit loyaliteit voor de ouders. Voorhuwelijkse relaties vinden buiten de wijk plaats, langs het kanaal, op hotel, in shishabars aan het Zuidstation (theehuizen waar waterpijp gerookt kan worden, red.), in parken, in elk geval verdoken. Vrouwen roken en gaan op café, maar dan ook liever niet in ‘het dorp’.
In de buurt leeft men dicht opeen. Doordat inwoners meer van elkaar weten dan hen lief is, kunnen er conformerende gedragspatronen ontstaan die ervoor zorgen dat men niet te veel in de kijker loopt. “Het basisthema in Molenbeek is traditioneel en ethisch behoudsgezind, maar daarin spelen vervolgens verschillende melodieën,” vat Johan Leman het samen. “Sociale controle oefent een invloed uit. Maar in welke mate heeft het allemaal met diepe religieuze overtuiging te maken?”
Vroomheid
Psycholoog Amar-El-Omari van de dokterspraktijk De Brug ontvangt bijvoorbeeld jonge patiëntes die weliswaar vertellen dat het met een hoofddoek iets gemakkelijker is om in de wijk rond te lopen, maar voor het overige erg veel ‘maren’ en twijfels over de sluier uiten. Overigens, gesluierd of niet? Vriendinnen maken er zelden een punt van. “In mijn schoonfamilie zit een Vietnamese, een Belg, een Spaanse, een barbu uit Saudi-Arabië en een Marokkaan uit het noorden en één uit het zuiden van Marokko,” vertelt Azzedine, de zaakvoerder van de halalfastfoodketen Tonton Chami. “Iedereen beleeft zijn ding bij ons, zonder elkaar op de tenen te trappen.”
Met de jonge gehoofddoekte Youssra, chiroleidster bij het Oud-Molenbeekse Jijipeke, zit ik twee uur lang alleen samen in het jeudhuis Centrum West in de Menenstraat. “In het middelbaar ging ik steeds eten met een homovriend. Pas nu breekt de paus binnen de katholieke kerk de geesten open over homoseksualiteit. In de islam blijft het zondig. Maar so what? Het maakt niet uit hoe iemand is, als hij ook mij maar accepteert. Jongens en meisjes moeten trouwens ook met elkaar leren omgaan om daarna sterker in de samenleving te staan.” En zo kan ik een lange lijst aanleggen met anekdotes die, alles bij elkaar een genomen, een veel flexibeler beeld tonen.
Voor het gewicht van tradities en gedragsbepalend toezicht is vooral de context belangrijk. Spreek je in Oud-Molenbeek onder vier ogen met mensen of in groep? Woon je als Maghrebijnse moslim in of buiten de wijk? Ben je een Braziliaanse of Engelse artiest die iets brengt in de publieke ruimte of doe je dit als lid van een etnisch-religieuze groep? Vrouw of man, kind of adolescent? Telkens zullen de marges voor wat kan en niet kan, fluctueren van heel ruim tot voorlopig onmogelijk. Vroomheid met gaten en ademruimte, waarbij taboesfeer en controle hoofdzakelijk een lokale, communautaire kwestie lijken.
Lichaamsbeweging
Tijdens het Molendancefestival kleedt de Chinees-Franse danseres Anne-Cécile Chane-Tune zich op een stralende dag in 2014 uit op het Voltaireplein. Samen met haar kompane zet ze het dansspektakel verder in pikante sportbikini. “Op het Sint-Katelijneplein in Brussel-Stad kan je als danseres onvoorbereid een one shot presenteren. Voor het publiek is dit de normaalste zaak van de wereld. In Molenbeek moet je daarentegen wat voorbereidend werk verrichten, contact leggen met de mensen, tonen dat je benieuwd naar hen bent. En dan is er eigenlijk geen probleem. Ik voel eerder onwennigheid, omdat men niet per se beschikt over de codes om bepaalde dansspektakels te ontleden. Tegelijk merk ik ook veel nieuwsgierigheid.”
Benader mensen met een open vizier en veel is onverhoopt mogelijk. Ik voer in Oud-Molenbeek doorgaans heel genuanceerde gesprekken over religie. In Maghrebijnse huiskamers is men vaak kritisch voor de eigen gemeenschap. Maar bovendien zijn er in de wijk ook erkende organisaties aan het werk die met sport, cultuur, gezondheidszorg en educatie van onderuit knagen aan overheersende communautaire opvattingen. De vrouwenhuizen zijn slechts een greep uit het gamma. Ook de privésector werkt mee. In de Menenstraat baat de Libanese Fadia bijvoorbeeld Oumma-Gym uit, slechts oppervlakkig beschouwd een fitnesszaal voor moslima’s, want ook niet-gelovige dames appreciëren het om zonder glurende blikken van venten in een gesloten ruimte hun benen in alle vormen te plooien. Voor het deel van streng gecontroleerde vrouwen biedt Fadia een opstap naar lichaamsbeweging.
Inflatie
Malikka Saissi is iemand die in haar emancipatorisch werk met tweede generatievrouwen voluit de religieuze identiteit respecteert. ‘Behoud uw geloof, uw hoofddoek en uw identiteit, maar verlies er uw verstand niet bij,” scandeert ze in de lokalen van vzw Caleidoscoop. “Ik verwerp het als een imam zich denigrerend uitlaat over homoseksualiteit of als vrouwen zeggen dat masturberen haram is (niet in overeenstemming met islamtische voorschriften, red.). Ik tracht de pijnpunten te benoemen om daarna in dialoog te gaan. Zelfbeschikking, daar is het me om te doen.”
Wanneer ik haar verlaat, zet ik me op één van de ronde marmeren zitschijven op het Gemeenteplein om mijn aantekeningen bij te werken. Naast me zitten drie modieuze in djilbab geklede jonge dames te keuvelen, gehandschoend en met de kin bedekt. In een waanzinnig gesprek wisselen banaliteiten af met weetjes die de profeet dagelijks op internet post. ‘Mooie handtas. Van bij Zara? Kijk, de vijf pijlers van de islam getekend voor kinderen. Je trouve ça trop bien. Ik heb vleesbrood gemaakt. Ik twijfel nog. Steak met champignonsaus of lasagne? Weet je dat er in alle pasta’s en deegwaren alcohol vrijkomt door chemische reacties? Nee, echt? Maar ik heb mijn onderzoekje gevoerd. Het is niet erg. Door het kookproces verdampt het. Ik weet het niet meer precies, maar er was een categorie van etenswaren die de profeet toestond. Pasta zat daarbij. Mijn tanden zijn een ramp. Je hebt toch geen lippenstift aangedaan?’
“Je hebt geen idee van de schade die google-imams aanrichten,” koppelt de voorzitter van de moskee Attadamoune Jamal Habbachich hierop terug. “Het is voor ons hard opboksen tegen de inflatie van Allah à dit-onzin en tegen des-livres-couvre-toi-ma-soeur.”
Djilbabdracht
“Ga met hem praten,” had priester Daniel Alliët me aangeraden. “Het is een man die vanuit zijn hoedanigheid als president van de Conseil Consultatif des Mosquées de Molenbeek in de wijk partijen samenbrengt en af en toe brandjes blust door van leer te trekken tegen bepaalde opvattingen of imams die van elders komen.” De toonaard is aanvankelijk vurig. Stemverheffingen, bezorgdheid, angst voor verdraaiingen. Ik voel me boeten voor de puinhoop die journalisten achterlaten. “De media verliezen het menselijke uit het oog als ze het hebben over islam,” betreurt Jamal. “De perversiteit om uitspraken zo vaak te manipuleren.”
Het is een sociologische realiteit die hij uitschreeuwt. Regelmatig merk ik moeheid in Oud-Molenbeek. Bijzonder open en schappelijke moslims die me vertellen hoe het voor de ‘Belg’ nooit genoeg is. “Als een barbu mij verwijt dat ik in mijn moskee joden ontvang, dan vliegt hij buiten. Maar ik ga verder dan dat en zeg hoe mannen en vrouwen de publieke ruimte moeten delen. Ik raad aan om de Koran mondjesmaat en onder begeleiding te lezen, zodat sommige verzen niet letterlijk worden opgevat. Imams die geen Frans spreken kunnen evenmin en binnen de Raad tracht ik alle Molenbeekse moskeeën te binden aan een dwingend charter.”
Hoofddoeken bieden nog een andere inkijk op islamgradaties. Alleen al in de djilbabdracht zie je dit. Van de uiterst vrome salafiste die het lange gewaad hanteert om seksualiteit te reguleren tot de pure fashionista, die overigens veel kritiek kan krijgen van de imams en de vromere groepen. Voor Malikka Saissi is deze fashion een teken van moderniteit in traditionele kledij. “De meeste vrouwen willen de aandacht van de man. Al deze meisjes weten dat hun schoonheid in dit soort van djilbaboutfit aantrekkelijk is. Men noemt dit in Brussel regelmatig un atrappe mec. Eigenlijk zit je volop in een hybride sfeer: Marokkaanse achtergrond, Midden-Oostenkledij, op zijn westers willen behagen en meedraaien.”
“Er is binnen de islam een kader waaraan je je moet houden,” stelt antropoloog en politicoloog Thierry Limpens. “Je kan niet zomaar bepaalde lichaamsdelen ontbloten. Maar binnen dat kader zie je dan heel veel tussenruimte.”
Historicus Hans Vandecandelaere dook twee jaar in de coulissen van Oud-Molenbeek. Voor zijn boek ‘In Molenbeek’ sprak hij met acteurs, jongeren, dokters, huisjesmelkers, schooldirecties, Cubaanse danseressen, politiecommissarissen, pastoors en imams, loft- en kelderbewoners, druggebruikers en getalenteerde commerçanten. Brussel Deze Week brengt de hele zomer een greep uit zijn reisimpressies. Volgende week: de buitengrenzen.
Voorpublicatie: In Molenbeek
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving , Voorpublicatie: In Molenbeek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.