eindejaar 2022

Vrijwilliger in vluchtelingencrisis: ‘Hier zijn veel vriendschappen ontstaan’

JB
© BRUZZ
28/12/2022

| Aan de Pachecolaan worden druk boterhammen gesmeerd. “We zijn hier allemaal om dezelfde reden, het gemeenschapsgevoel leeft sterk,” zegt een van de vrijwilligers.

Bij gebrek aan opvangplaatsen is de vaste plek van heel wat vluchtelingen in Brussel intussen de straat geworden. Vrijwilligers staan klaar om te helpen, met een boterham, warme kleding of juridische bijstand. “Door gewoon even een babbeltje te slaan, toon je dat iemand om hen geeft.”

Dinsdag, acht uur. Pendelaars en studenten haasten zich naar hun dagelijkse bestemming. In hun schaduw: asielzoekers die aanschuiven aan het aanmeldcentrum van de Dienst Vreemdelingenzaken in de Pachecolaan en zich opmaken voor de zoveelste ochtend van stilstand.
Zo traag de mist opklaart achter de grijze blokken van het registratiepunt op deze grauwe decemberochtend, zo snel is de hoop van heel wat asielzoekers op opvang weer vervlogen. Na een kwartier gaat de voordeur op slot. Vooral alleenstaande mannen belanden op straat.

“Take this paper and follow the map.” De 28-jarige Bianca, een Italiaanse die Engels vlotjes met Frans afwisselt, legt een asielzoeker uit waar hij de humanitaire hub kan vinden. Met haar witte hesje van Vluchtelingenwerk Vlaanderen is ze herkenbaar en als vrijwilligster een van de aanspreekpunten voor zovelen die stilaan uitzichtloos dag in dag uit aan de Pachecolaan staan, in hun zoektocht naar het bed, bad en brood waar ze recht op hebben, maar die ze al enige tijd niet krijgen.

Bianca verstrekt asielzoekers informatie over hun procedure en rechten, en verwijst hen door naar de juridische helpdesks. “Voor de asielcrisis was vooral die procedure belangrijk, maar intussen staat de doorverwijzing naar advocaten centraal,” zegt ze. Fedasil werd al meer dan zevenduizend keer veroordeeld omdat het niet kon voorzien in opvang. De 32.000 plaatsen in het opvangnetwerk zijn niet voldoende om de hoge instroom het hoofd te bieden.

1826 vluchtelingenwerk Vlaanderen Bianca

| Bianca biedt hulp via Vluchtelingenwerk Vlaanderen: “De vragen die de mensen ons stellen, zijn elke dag dezelfde en onze antwoorden zijn dat helaas ook.”

“De omstandigheden worden steeds schrijnender,” vertelt Bianca. “We worstelen tussen de noodzaak om mensen te helpen en zo iets aan deze situatie te willen veranderen aan de ene kant, en de beperkingen die de opvangcrisis ons oplegt aan de andere kant. De vragen die de mensen ons stellen, zijn elke dag dezelfde, en onze antwoorden zijn dat helaas ook. Met een opvangplek – de kern van de zaak – kunnen we niet helpen.”

Oekraïne

Het is niet de eerste keer dat opvang voor vluchtelingen – of het gebrek eraan – het Brusselse nieuws beheerst. Dit jaar kwamen er door de oorlog in Oekraïne nog heel wat bij. Gezinnen openden hun hart en hun huis en boden de oorlogsvluchtelingen onderdak. In de tweede helft van het jaar belandden ook sommige Oekraïners op de stationsbanken, naast asielzoekers uit andere landen – vooral uit Afghanistan en Afrikaanse landen – die al langer de straat als thuis hadden.

De Engels-Nederlandse vrijwilliger Lottie, die twee keer per week koffie, thee, koekjes en boterhammen uitdeelt aan asielzoekers, ging vier jaar geleden al aan de slag voor Serve the City, een internationale vrijwilligersorganisatie die mensen in nood helpt. Haar vrijwilligerstaken combineert ze met een job als communicatiemanager bij een ngo.

De koude maakt de crisis extra zwaar, maar ook in de zomer droeg Lottie al haar steentje bij. “Ik was er wekelijks van mei tot september. Door de verlengde weekends waren de aanmelddiensten dagen na elkaar gesloten en het aantal mensen dat de dagen erna in de rij stond, was soms ongezien. Na tien minuten waren we al door onze voorraad eten heen. Dat leidde tot frustratie, je zag dat die mensen honger hadden. Ook liepen er veel agenten rond, de sfeer was heel onrustig.”

“Dat Oekraïense vluchtelingen een voorkeursbehandeling hebben gekregen, daar kan je niet omheen”

Lottie, vrijwilliger Serve the City

Het contrast met de hulp voor vluchtelingen uit Oekraïne luttele dagen na de start van de oorlog treft haar. “Ik zag de volle bussen aanrijden aan het onthaalcentrum voor Oekraïners. Vijf dagen lang zagen we hoe buurtbewoners, Brusselaars en mensen die er urenlange autoritten op hadden zitten de vluchtelingen mee hulp boden.” Ondertussen moesten asielzoekers aan Klein Kasteeltje al de nacht op straat doorbrengen.

“Er was zeker sprake van een dubbele standaard,” haalt Lottie aan. “Mensen herkennen zich sneller in de Oekraïense vluchtelingen. Dat zij een voorkeursbehandeling hebben gekregen, daar kan je niet omheen.”

Het team waar Lottie deel van uitmaakt, bestaat voornamelijk uit expats, de voertaal is Engels. “Er zijn al veel vriendschappen uit gegroeid,” zegt ze. Met een collega die ik via de vrijwilligersservice heb leren kennen ga ik vaak iets drinken. Ook dan is de opvangcrisis een van onze gespreksonderwerpen. Logisch, de vluchtelingen- en daklozenproblematiek is hier zo in your face.”
Ook met vluchtelingen ontstaan vriendschapsbanden. “In de zomer kwam een groep minderjarigen aan Klein Kasteeltje ons dagelijks helpen. We bouwden een goede relatie op. Gelukkig hebben zij intussen een verblijfsvergunning gekregen.”

“Ik doe dit niet om mezelf een goed gevoel te bezorgen,” geeft ze nog mee. “In Brussel zit je snel in een expatbubbel, maar door dit werk krijg ik het gevoel dat ik de stad leer kennen. Ik geloof dat Brussel een geweldige plek is. De opvangcrisis vertroebelt die mening niet, maar spoort me net aan om de stad te helpen.”

1826 vrijwilligers Pacheco serve the city Lottie atkin

| Lottie doet vrijwilligerswerk voor Serve the City: “Je zit in Brussel snel in een expatbubbel, dit helpt om de stad te leren kennen en de stad te helpen.”

Tevreden met wat paracetamol

Enkele meters verderop stallen vrijwilligers van Serve the City hun ontbijt uit op enkele plooitafels. In de buurt staan twee containers die sinds november omgevormd zijn tot medische hulpposten. Artsen zonder Grenzen-medewerkers krijgen er dagelijks tientallen asielzoekers over de vloer.

Janne, student tropische geneeskunde, ziet aan de Pachecolaan aandoeningen die haar cursussen vooral in andere continenten situeren. Van zware verkoudheden met complicaties, huidaandoeningen als schurft, difterie, maar ook psychologische klachten, Janne ziet het allemaal passeren. “Het is bizar dat ik een halfuur in de trein zit om hier in Brussel in het midden van een humanitaire crisis terecht te komen,” zegt ze. “Sommigen hebben hier een besmetting opgelopen, maar we ontvangen ook asielzoekers die met een medisch dossier aankomen, zoals diabetes of nierstenen. In dringende gevallen – en dat is bijna dagelijks – sturen we patiënten meteen door naar ziekenhuizen. Helaas kunnen we niet iedereen die hier met een zekere medische geschiedenis binnenstapt en op basis daarvan op een opvangplek hoopt, helpen. Sommigen moeten helaas tevreden zijn met een paracetamol.”

Behalve de Pachecolaan geldt ook de humanitaire hub op de Havenlaan als hotspot voor asielzoekers in Brussel. Ook daar valt de aanwezigheid van vrijwilligers op, vooral met een Serve the City-logo op de rug. Met ondersteuning van het Rode Kruis bereiden vrijwilligers hier elke dag lunchpakketten voor, die bestemd zijn voor honderden asielzoekers. Anna runt de activiteiten op de humanitaire hub op vrijwillige basis, naast haar vaste taken bij Serve the City.

1826 vrijwilliger dokter Pacheco Janne

| Janne studeert tropische geneeskunde: “Een half uur met de trein naar Brussel en je zit midden in een humanitaire crisis. Dat is heel bizar."

“Dat er dakloze mensen op straat leven, ziet iedereen die in Brussel rondwandelt, maar bijna niemand kijkt naar hen, van menselijkheid is er te weinig sprake,” zegt Anna. “Nu er steeds meer asielzoekers steeds langer op straat moeten leven, is de groep die hier komt aankloppen voor een maaltijd alleen maar gegroeid. Hier proberen we hen wat broodnodige menselijkheid en warmte te geven.”

Die toename heeft Anna zelf mogen ondervinden. “Net voor de zomer vonden we 380 mensen per dag veel. Toen ging het richting 500 en dat aantal blijft stijgen. In november ging het één dag zelfs over 680 mensen. En ook altijd meer kinderen, dat vind ik het moeilijkste om mee om te gaan,” geeft ze toe.

“De mensen die we hier zien, geven vaak een verloren indruk, hebben het koud en dragen meerdere sjaals, jassen over elkaar, verschillende mutsen op hun hoofd,” vertelt Anna. “We doen ons best om hen aandacht te geven op een humane manier, maar dat is soms moeilijk. We hebben zestig minuten de tijd om de lunchpakketten uit te delen, het moet dus snel gaan.”
Ondanks dat korte tijdsbestek haalt Anna veel voldoening uit haar vrijwilligerswerk. “Het is meer dan gewoon eten geven. Alle vrijwilligers zijn hier om dezelfde reden, dat gemeenschapsgevoel leeft sterk.”

De Brusselse stipt aan dat de vrijwilligers met wie ze samenwerkt een mindset delen. “Wie zich voor dit soort werk engageert, komt gewoonweg sneller met elkaar overeen. Die openheid naar anderen toe zorgt daarvoor. Nee, je bent het niet over alles eens, maar die gedeelde filosofie vergemakkelijkt het werken wel.”
Door de opvangcrisis is het aantal vrijwilligers op wie Serve the City een beroep moet doen ook de hoogte ingeschoten. Precieze cijfers zijn er niet, maar concrete aanwijzingen duidelijk wel. “We hadden in de voorbije maanden op weekbasis 28 extra vrijwilligers nodig. Aan die vraag hebben we ook bijna altijd kunnen voldoen.”

1826 vrijwilligers Anna Gheysen (midden) Serve the city havenlaan

| Vrijwilliger Anna (midden) van Serve the City helpt vluchtelingen met voedselpakketten.

Babbeltje

Iets na de klok van twaalf komt de rij aan de humanitaire hub op gang. Dat de dankbaarheid om de gestilde honger groot is, is een understatement. Van een gespannen sfeer geen sprake.
“We vergeten soms wat deze mensen al hebben meegemaakt voordat ze in België aankwamen,” vertelt Anna. “Tijdens die lange en zware tocht is hun leven meer dan eens in gevaar geweest. Ze komen in aanraking met mensen die niet altijd de beste bedoelingen hebben. Asielzoekers vertellen dat ze drie uur lang aan de onderkant van een bestelwagen hingen. Of andere schrijnende taferelen: het meisje aan wie ik in de huiswerkclub lesgeef, zag haar zusjes verkocht worden in Afghanistan.”

Terwijl de grote groep asielzoekers de humanitaire hub verlaat met een vers lunchpakket onder de arm, begint het opruimwerk voor de vrijwilligers van Serve the City. We vragen hoe mensen thuis asielzoekers een handje kunnen helpen.

“Als het moeilijk is om op vaste uren te komen helpen, kan je ook zelf lunchpakketten samenstellen en op straat uitdelen. Een flesje water, een paar boterhammen, een banaan, een wafel, daar kan je al veel mee bereiken. Als je dan ook even een babbeltje slaat, toon je aan vluchtelingen dat iemand om hen geeft. Dat is enorm belangrijk.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Samenleving , eindejaar 2022 , vluchtelingencrisis , vrijwilliger , straatbewoners

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni