Dirk Devroey, professor in de huisartsengeneeskunde en decaan aan de Vrije Universiteit Brussel, begrijpt de keuze om te versoepelen niet. Zeker op een moment dat die cijfers niet dalen. "Ik ben in shock", zegt hij. Dit kan volgens Devroey het vuurtje zijn die de derde golf aansteekt. Het toegeven van de regering aan de kappers is volgens hem een slecht signaal naar andere noodlijdende sectoren toe.
VUB-professor Dirk Devroey: 'We zitten op een vat buskruit dat elk moment kan ontploffen'
"We gaan hier licht over, maar we zitten op een vat vol buskruit dat elk moment kan ontploffen. Als je dan nog een vuurtje gaat stoken dan maak ik me enorm veel zorgen", benadrukt Devroey. "Ik begrijp dat mensen naar de kapper willen en hun nagels willen laten doen en ik kan ook begrijpen dat de handelaars willen open gaan. Maar het is al zo moeilijk om de cijfers onder controle te houden."
De besmettingscijfers gaan volgens Devroey nog niet de goede richting uit. We zien positieve cijfers zoals bij de overlijdens, maar daar staren we ons blind op, vindt de VUB-decaan. "Bovendien liggen er nog 1.750 mensen in het ziekenhuis en dat aantal daalt niet op dit moment", vervolgt hij. "Mijn bezorgdheid is vooral: hopen we nu echt op een mirakel dat het ineens uit zichzelf beter zal gaan. Het zal nog maanden duren voor we een effect zien van de vaccinaties", stelt Devroey.
'Verkeerde boodschap'
De maatregelen die de kappers opgelegd krijgen, zijn streng, maar het is nu de vraag hoe die gehandhaafd en opgevolgd worden. In de ogen van Devroey heeft de regering toegegeven aan de sector, omdat zij net hard genoeg schreeuwden.
"Je geeft nu het signaal naar de beroepsgroepen dat als je hard genoeg schreeuwt, er wel wordt toegegeven. Ik zou nu als café-uitbater ook hard beginnen roepen. Dat signaal van toegeven aan de hardst roepende is niet correct", vindt Devroey.
Daaraan koppelt de professor dat dit ook een teleurstellend signaal is naar de zorgverstrekkers en de huisartsen die nog dag in dag uit meedraaien in ziekenhuizen, vaccinatiecentra, testcentra en aan huis mensen verzorgen. "Die krijgen nu de boodschap dat als het wat stijgt, het allemaal niet zo erg is", besluit Devroey.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Dirk Devroey