Woonbond vindt beleid nieuwe regering te weinig sociaal

Gezinnen die 70.000 euro verdienen moeten geen subsidies krijgen. En de Brusselse regering blijft veel te vaag over hoe en waar ze nu precies 3.900 sociale woningen wil bouwen. De Brusselse Bond voor het Recht op Wonen is niet mals voor het woonbeleid van de nieuwe Brusselse regering.

De Brusselse Bond voor het Recht op Wonen (BBRoW) heeft een analyse gepubliceerd over de maatregelen in verband met wonen uit het Brusselse regeerakkoord.

De bond somt drie redenen op waarom het regeringsprogramma haar niet overtuigt.

“Het regeerakkoord, en meer bepaald het korte hoofdstuk over wonen, bevat te veel onduidelijkheid, te weinig concrete maatregelen en heel vage doelstellingen”, schrijft de BBRoW. “De regering kondigt bijvoorbeeld aan dat ze 3.900 sociale woningen wil lanceren, maar er wordt niet gezegd waar al die woningen zullen komen en op welke manier de bouw ervan eindelijk sneller kan gebeuren.”

Daarnaast, zegt coördinator Werner Van Mieghem aan brusselnieuws.be, maakt de Brusselse regering de keuze om eerder de gezinnen met een hoog inkomen te steunen, door het kiezen van privépromotoren die vooral duurdere woningen bouwen.

De Bond vraagt een woonbeleid dat Brussel betaalbaar houdt voor gezinnen met een laag inkomen. Daarvoor moet er snel werk van gemaakt worden van meer sociale huur- en koopwoningen.

De BBRoW vraagt daarom ook een duidelijk definitie van het doelpubliek voor steunmaatregelen qua wonen.

“Al 20 jaar zegt het Gewest dat het niet alleen de armste inwoners wil ondersteunen, maar ook de middeninkomens", zegt Van Mieghem.

"De cruciale vraag echter is hoe die groep gedefinieerd wordt. Volgens het Gewest verdient die groep tot 60.000 à 70.000 euro. Volgens de universiteit Saint-Louis is dat in realiteit echter de groep inwoners die tussen de 15.000 en de 30.000 euro verdient. Wij vinden dat mensen met een jaarsalaris van 70.000 euro steunmaatregelen eigenlijk niet nodig hebben. Aangezien de middelen beperkt zijn, is het volgens ons beter dat geld voor te behouden voor diegenen die het echt nodig hebben.”

Referentiehuurprijs
Kritiek heeft de BBRoW ook op de maatregelen die de uit de pan swingende verkoop- en huurprijzen moeten beteugelen.

Ze vraagt een goed uitgewerkt systeem van referentiehuurprijzen op de privémarkt, die woningen onder een bepaalde huurprijs op basis van objectieve criteria indelen in een bepaalde prijscategorie.

“De regering voorziet een huurtoelage voor een klein deel van de ruim 40.000 gezinnen op de wachtlijst voor een sociale woning”, zegt Van Mieghem. “Ze wil een ‘omkaderde huurtoelage’ invoeren die enkel zal worden uitbetaald als de verhuurder bereid is om een referentiehuurprijs te respecteren. Maar slechts weinig verhuurders zullen vrijwillig een lagere huurprijs aanvaarden, als dat betekent dat ze dan een gesubsidieerde huurder met een laag inkomen zullen krijgen. Wij pleiten voor een dwingend systeem.”

Kadastraal inkomen
Daarnaast ziet de Woonbond ook brood in een statement uit het regeerakkoord over een nieuw kadastraal inkomen.

“Het huidige kadastraal inkomen dateert uit 1975 en is volkomen achterhaald. De werkelijke waardes liggen tien maal hoger. In plaats van een klein systeempje van referentiehuurprijzen in te voeren, zou het Gewest beter hier werk van maken. Dat kan de basis vormen voor fiscale maatregelen die eigenaars aanmoedigen werken in hun huis te laten uitvoeren. De extra middelen kunnen gebruikt worden voor een sociaal woonbeleid.”

Maar zo’n nieuw kadastraal inkomen berekenen is nog niet voor morgen. Van Mieghem schat dat het er pas komt tegen 2018-2019.