Zahava Seewald is al sinds 1993 conservator van het Joods Museum. Daarnaast is ze ook bekend als zangeres van Joodse muziek, tot in New York toe. New York, waar het leven hard is, maar toch misschien leefbaarder dan in Brussel, de stad waar ze ooit vrijheid wilde ontdekken. “Nu besef ik dat vele kritiek op Israël van politiek links eigenlijk verdoken antisemitisme is.”
Zahava Seewald (Joods museum): 'We zijn paranoïde geworden'
‘H oe komt het dat het zo is, dat het voor de anderen altijd goed is?,’ zingt Zahava Seewald op haar CD Koved uit 2005. Het is een oorlogslied dat indirect verwijst naar het boek Job, waarin Job zich ook afvraagt waarom sommige mensen geluk hebben, en anderen niet.
De in Antwerpen geboren conservator van het Joods Museum in Brussel is haar hele leven lang met zingen bezig. Van toen ze opgroeide in een traditioneel orthodox gezin, over haar studentenjaren in Brussel, tot haar successen op het New Yorkse label Tzadik, tot haar meer eigenzinnige poëtische muziekproject From my mother’s house op het label Sub Rosa, waarbij Seewald zang en gesproken woord ten gehore brengt. Een intiem geheel van musique concrète, Oosterse elementen, sacrale muziek en filmische elementen. Thema’s als de dood, verdriet, angst, onschuld, barbarisme en schoonheid passeren de revue.
Op 24 mei dit jaar vonden vier mensen de dood in het Joods museum. De verdachte Mehdi Nemmouche, een ex-Syriëstrijder, handelde uit antisemitische motieven.
Seewald: “Ik kon het nieuws eerst niet geloven, heb dagenlang in een soort waas rondgelopen. Toch zetten we door met dit museum, omdat we erfgoed belangrijk vinden. Ook al moeten we nu permanent bewaakt worden.”
Beterschap? “We gaan donkere tijden tegemoet als Joodse minderheid.”
U hebt in het conservatorium van Brussel gestudeerd. Hoe was de stad in uw jeugd?
Zahava Seewald: “Het was een donkere periode, eind jaren 1980. Misschien zelfs erger dan vandaag. Mijn generatie is bijna een decennium lang werkloos geweest. Mijn thuisstad Antwerpen was toentertijd een erg homogene stad, met een gesloten Joodse gemeenschap. Ik kom uit dat gesloten orthodox-joodse milieu. Joodse school, Joodse jeugdbeweging, sociale controle,... Mij werd het te eng. Brussel, dat was de buitenwereld. Al moet ik eraan toevoegen dat ik van mijn moeder wel mocht verkassen. Gezien de omstandigheden was dat uitzonderlijk voor een Joods meisje.”
“Na mijn studies ben ik hier blijven plakken. Zoals iedereen zegt: in Brussel ben je vrij. Vandaag gebeurt er hier ook veel meer dan vroeger. Hier kan ik zijn wat ik wil. Toch: het is nog altijd een stad waarin je het niet makkelijk hebt als Joodse. Ik zeg bijvoorbeeld niet dat ik Joods ben in de moslimbuurt waarin ik woon. Dus vrij zijn op de manier die ik wil... Neen, als ik eerlijk ben.”
BBCWorld besteedde onlangs een uitzending aan antisemitisme, rechtstreeks uitgezonden vanuit Brussel. De sprekers wonden er geen doekjes om: het is moeilijk om als Jood in Brussel te leven, en dat is nog een understatement.
Seewald: “Antisemitisme heeft eeuwenlang bestaan in Europa, en dat zal ook zo blijven. Het zat vervat in het Christendom, en overleeft nu in de moslimwereld, en bij politiek links. Men maakt er weer één grote hutsepot van. Ook onbewust.”
Waarom sterven die oude vormen en gedachten niet?
Seewald: “Er doen opnieuw veel complottheorieën de ronde die angstaanjagend zijn.”
“Onze media zijn ook ongelooflijk links en pro-Palestijns. De onvrede daarover wordt door vele Joden gedeeld. Altijd is de kritiek eenzijdig op Israël gericht. Nu zie ik mezelf ook als politiek links, maar met de nodige nuance. Kijk naar de recente oorlog in Gaza. Je moet als journalist toch altijd benadrukken dat het verhaal genuanceerd en complex is. Maar met de opkomst van sociale media is nuance niet meer belangrijk.”
“Nu begin ik goed te beseffen dat zulke eenzijdige kritiek op Israël of Joden vaak bewust of onbewust antisemitisme is. Zelfs de linkse Joodse bewegingen laten zich daaraan vangen. Het zegt veel over de wereld als die zich zo intensief bezighoudt met het Israëlisch-Palestijnse vraagstuk, en niet intensief met andere vraagstukken, die minstens even pertinent zijn. Ik wil Israël niet goedpraten, maar dingen zijn niet wit of zwart.”
“Nu wil ik wel benadrukken dat we na de aanslag hier ook veel steunbetuigingen gekregen hebben, vooral van niet-Joden. Het heeft mij overrompeld en gesteund. Dat plaatst de dingen in perspectief. Niet iedereen is primair anti-Israël.”
“Vroeger waren het sommige extremistische Vlamingen in Antwerpen die ons uitscholden, nu zijn het onder anderen sommige Marokkanen en Turken. Het is zwaar voor mij om zo op mijn hoede te moeten zijn, want ik ben nieuwsgierig en wil altijd in contact treden met allerlei mensen, zeker mensen met een andere identiteit. Maar naar buiten treden... is dikwijls gevaarlijk. Als je mijn naam hebt, ben je voorzichtig en verwacht je je altijd aan vragen over je identiteit. Zeg niet te vlug wie je bent, heb ik geleerd, want de mensen hebben vooroordelen. We zijn paranoïde geworden.”
Is Brussel gevaarlijk?
Seewald: “Een anekdote: ten tijde van de tweede intifada, in 2004, betrokken we een appartement in Elsene. De fietsen van de kinderen stonden in de gang op het gelijkvloers. Niemand had daar een probleem mee. Tot de oorlog begon, en de Franstalig-Belgische buren plots door de parlofoon brulden, nadat ze de fietsen op straat hadden gegooid; ‘dat we niet zomaar konden doen wat we wilden, zoals in Gaza.’ Waar komt die woede vandaan?”
Is er dan nog een toekomst voor de Joden in Europa?
Seewald: “Het verleden is niet altijd interessant voor ons geweest, het heden ligt moeilijk als we zonder complexen onze identiteit willen beleven. Dus de toekomst...”
“Ik kan me moeilijk inbeelden dat we hier zo tolerant worden als in New York. Daar kan je zonder schaamte spreken over je Joods-zijn. Daar zie je spandoeken van de stad met Happy Hanukkah als het lichtfeest is. Dat is hier quasi ondenkbaar.”
“De ironie is dat Joodse musea in Europa gesticht werden in de landen waar niet veel Joden meer leefden. Na de Tweede Wereldoorlog is het zeer moeilijk om een nieuwe dynamische diaspora te creëren. We zijn met 30 à 40.000 in België, een kleine minderheid. Een van de zovele minderheden. De houding van de politici in Brussel is dan ook dubbelzinnig. Andere minderheden zijn groter, en electoraal interessanter. Sommige mensen vragen zich af waarom ze over de Holocaust moeten nadenken als het geen deel uitmaakt van hun geschiedenis, of omdat ze tot een andere cultuur behoren. Maar dit is België, en de Holocaust maakt deel uit van de Belgische geschiedenis. Als politici dan vertellen dat de Holocaust niet zo belangrijk meer is...”
U hebt een duistere kant, als ik dat mag zeggen. Maakt u daarom muziek?
Seewald: “Muziek is een unieke uitdrukkingsvorm waarmee men iets zeer persoonlijks en intiems kan uiten. Het is een manier om duistere en lichtere kanten een speciale ‘stem’ te geven die rijker is dan de gesproken stem. In de vijfentwintig jaar dat ik muziek maak, heb ik zowel zwaarmoedige muziek gemaakt als liederen waar openheid en vreugde centraal stonden. Het Jiddisch waarin ik gezongen heb is zwaarder, mijn oosterse muziek en gedichten in het Hebreeuws vind ik lichter. Dat heb ik van mijn joods-Marokkaanse moeder meegekregen: het lichte. Helemaal anders dan de geschiedenis van mijn Poolse-joodse vader, die zijn familie heeft verloren in de oorlog.”
Ergens tijdens het interview krijgt Seewald telefoon. Enkele mensen aan de balie van het Joods museum willen weten waarom Joden pijpenkrullen hebben.
“Er zou een website moeten bestaan met vragen die mensen over Joden hebben,” zegt Seewald.
(Dit interview kwam tot stand voor de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in Parijs.)
Nieuwjaarsinterviews 2015
Lees meer over: Samenleving , Nieuwjaarsinterviews 2015
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.