Ziekenhuizen zoeken oplossing voor bezoekers: ‘Tijdens eerste golf te brutaal afgesloten'

Om de druk op de ziekenhuizen zoveel mogelijk te beperken, maar tegelijkertijd het belang van menselijk contact niet uit het oog te verliezen, experimenteren de Brusselse ziekenhuizen met verschillende vormen van bezoekersregelingen. “Tijdens de eerste golf werd alles brutaal afgesloten. Dat leidde tot onmenselijke situaties.”

De aanhoudende stijging van het aantal coronabesmettingen verplicht de Brusselse ziekenhuizen tot harde maatregelen. Zo liet het UZ Brussel maandag weten tijdelijk geen bezoek meer toe te laten. Eerder meldde het Jules Bordet Instituut al geen bezoekers meer te ontvangen.

Om het menselijk contact en een warme zorg te garanderen, bedachten verschillende ziekenhuizen manieren om de familieleden van patiënten niet in de kou te laten staan. Zo werkt het UZ Brussel met een eigen callcenter van waaruit vrijwilligers en andere medewerkers de familie van coronapatiënten zo’n drie keer per dag opbellen om een update te geven.

“Tijdens de eerste golf werd alles brutaal afgesloten. Dat leidde tot onmenselijke situaties. Er was geen bezoek mogelijk waarop familieleden of vrienden uitleg konden krijgen. Omdat de familie bijzonder bezorgd is, bellen we hen zelf proactief op. Zo vermijden we ook dat we zelf voortdurend aan de lijn hangen,” vertelt Edgard Eeckman, woordvoerder van het UZ Brussel.

“Omdat het systeem zo goed werkte tijdens de eerste golf, behouden we dit systeem voorlopig en hebben we de bemanning opgevoerd,” klinkt het. “Vandaag werken er acht mensen. Zes daarvan zijn studenten Geneeskunde aan de VUB, twee komen uit de ondersteunende diensten.”

“De telefoontjes kunnen zowel over medische informatie gaan, als over hoe het globaal met de patiënt gaat,” aldus de woordvoerder van het UZ. “Op deze manier proberen we de druk op het ziekenhuis zo laag mogelijk te houden, en tegelijkertijd zo menselijk mogelijk te blijven.”

Daarnaast schakelt het ziekenhuis ook studenten en vrijwilligers in om met tablets rond te gaan bij de patiënten. "Het gaat vaak om mensen op leeftijd die niet gewend zijn met deze technologie om te gaan. Zo kunnen ze toch in contact blijven met hun familie."

Eén namiddag per week

In de Iris Ziekenhuizen Zuid werken ze sinds heel recent met nog een ander systeem, vertelt woordvoerster Delphine Jarosinski. “Wij proberen één namiddag per week voor te behouden voor bezoekers,” klinkt het. “Onze medewerkers bellen naar de familie om te vragen of ze willen komen en om het bezoek in te plannen. Op dinsdagnamiddag zijn ze welkom. Wij voorzien ook beschermingsmateriaal.”

“Het is nog maar de tweede week dat we dit doen, maar voorlopig werkt het heel goed,” aldus Jarosinski. “Op die manier houden we niet enkel de druk laag. Het is ook een manier om alles een beetje te 'dédramatiseren'.”

Behalve enkele uitzonderingen, is ook bezoek aan de gehospitaliseerde patiënten in de Europa Ziekenhuizen niet langer mogelijk. “Wij hebben geen eigen callcenter om familieleden op te bellen. Wel zijn het de verpleegsters en de dokters zelf die de familie zo goed mogelijk op de hoogte proberen te houden,” klinkt het.

Ook in het Sint-Pietersziekenhuis in Brussel zijn het de verplegers zelf die één keer per dag naar de familie trachten te bellen, laat de woordvoerster weten. “Of de familie krijgt informatie over het tijdstip waarop ze mogen bellen,” klinkt het.