Zomertijd is lees- (én wandel-)tijd. En omdat we bij brusselnieuws.be mateloos geboeid zijn door steden in het algemeen en Brussel in het bijzonder, krijgt u van ons een leeslijstje mee naar het strand. Deel 5: ‘Bruxelles Art Déco’ van Cécile Dubois, dat u meteen zin geeft om eindeloos door de stad te struinen.
Zomerboeken (5): Bruxelles Art Déco
Schrijfster Cécile Dubois is een ideale gids om de lezer rond te leiden langs hoofdstedelijke art-decogebouwen: ze is geboren en getogen in Brussel, studeerde geschiedenis, werkte een tijdje als boekhandelaar en is tegenwoordig coördinatrice en gids bij Pro Velo, dat fietstochten in Brussel organiseert.
Van de eerste editie van haar wandelgids, uit 2006, bracht Lannoo een Nederlandse versie uit, die Art deco wandelingen in Brussel heet. Maar van de vernieuwde editie bestaat helaas geen Nederlandse vertaling. Belangrijk verschil is daarnaast dat de geüpdatete editie ook geïllustreerd is met vele mooie kleurenplaatjes van Brusselse art-decopareltjes.
De wijken met de typische architecturale kenmerken van het interbellum werden gebouwd in de gemeenten van de tweede ring, legt Dubois uit. Die waren aan het begin van de jaren 1920 nog niet dicht bebouwd en dragen logischerwijs stijlkenmerken uit die periode met zich mee. Het gaat bijvoorbeeld om Ukkel, Vorst, een deel van Elsene en Molenbeek, de rand van het Zoniënwoud, en Jette.
Invloed van Stoclet
In haar ruime inleiding vertelt Dubois over het dagelijkse leven in het interbellum in Brussel en situeert ze de fenomenen art deco en modernisme in de maatschappij van die tijd.
Brusselse architecten uit de jaren twintig en dertig raakten bijvoorbeeld allemaal beïnvloed door het Stocletpaleis in Sint-Pieters-Woluwe. Dat werd tussen 1905 en 1911 gebouwd door de Oostenrijkse architect Joseph Hoffmann, en inspireerde vele opvolgers door zijn Weense Sezessionstil, een art-nouveauvariant die met zijn geometrische vormen al een voorloper was van de art deco.
Ook van de Nederlandse architectuur, en dan vooral de Amsterdamse School (1915-1930) ging een grote invloed uit, schrijft Dubois. De artistieke beweging ‘De Stijl’ beïnvloedde dan weer vooral de radicale modernisten, die praktische functionaliteit in een gebouw vooropstellen.
Tapijtenmagazijnen en bier
De wandelschoenen aan dan. In de eerste wandeling is het derde gebouw dat besproken wordt meteen de woonst van de Vlaams-Brusselse media: Dubois vertelt de geschiedenis van de ‘pakketboot’ aan het Flageyplein. Maar veel minder bekende gebouwen krijgen ook een plaatsje in haar wandelingen. Het ‘Palais de la Folle Chanson’ bijvoorbeeld, dat zijn naam dankt aan een standbeeld van Jef Lambeaux dat er ooit vlakbij stond.
Geregeld geeft ze ook achtergrond bij bepaalde maatschappelijke of technische fenomenen, zoals bijvoorbeeld de opkomst van de eerste appartementsgebouwen of sportinfrastructuur in de jaren twintig, of de opmars van gewapend beton in de bouw.
Qua opbouw bestaan zowel het oude als het geüpdatete boek uit zes wandelingen, telkens op andere plekken in de stad: naast de vijvers van Elsene, de buurt van het kanaal, het centrum, de wijk Coghen in Ukkel, de omgeving van de Molièrelaan, en het westen van Brussel.
Dubois’ achtergrond indachtig kunnen alle routes ook met de fiets worden afgelegd. Op de kaartjes is ook telkens aangegeven waar zich Villo- (en metro-) stations bevinden. Minpuntje is wel dat de afstand van de routes niet wordt vermeld, zodat de lezer mogelijk voor een onaangename verrassing staat halverwege.
Voor wie de art-decosmaak definitief te pakken heeft gekregen, geeft Dubois achterin het boek nog een lijst mee van boeken, films en musea over het interbellum, net als een bibliografie en een index van alle genoemde artiesten en architecten.
Bruxelles Art Déco, Cécile Dubois, foto's Sophie Voituron, Éditions Racine, 2014, 176 blz.
Zomerboeken
Lees meer over: Samenleving , Cultuurnieuws , Zomerboeken
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.