Met de Ommegang komt deze week opnieuw een stuk Bourgondisch Brussel tot leven, inclusief historische kostuums, kruisbogen en oude reuzen. Pure folklore, net als de Meyboomplanting later deze zomer. Achter de festiviteiten schuilt een bonte mix vrijwilligers. “We zijn een levend museum.”
Achter de schermen van Ommegang en Meyboomplanting: folklore blijft leven in Brussel
“Ik sta mijn rol als hertog van Alva nooit meer af”
Hertog van Alva tijdens de Ommegang
Ik ben geboren in Spanje, maar mijn ouders verhuisden in de jaren 1960 naar België. We woonden in de Oostkantons. Daar kom je niet veel Belgische adel tegen. Maar mijn familienaam is De la Puente en onze stamboom gaat terug op een kleine Spaanse orde uit de buurt van Bilbao. Ik heb dus wel die roots. Pas toen ik in Brussel kwam studeren, leerde ik iemand kennen die me voorstelde aan de Ommegang. Zo gebeurt het meestal, via via. Ik ben lid geworden in de vroege jaren negentig, op mijn dertigste. Ik deed het voor de culturele activiteiten. Een paar keer per jaar organiseert de Ommegang museumbezoeken en er is ook een galadiner. Na enkele jaren mocht ik voor het eerst meelopen in de stoet. De rol van de hertog van Alva kwam vrij. En als ze je dat voorstellen, zeg je geen nee.”
“De hertog van Alva was de generaal van keizer Karel tijdens zijn veldtocht naar Brussel en tegelijk zijn vertrouweling. In de Ommegang loop ik samen met de rest van zijn entourage, zoals zijn persoonlijke arts, in de tweede groep van de optocht. Ik doe het al ruim twintig jaar en zie mezelf niet meer ruilen. Zodra je zo’n belangrijke rol hebt, sta je die niet af. Vaak gaat de benoeming samen met stamboomonderzoek. De personages van keizer Karel en Filips II zijn rechtstreeks verwant met hun oorspronkelijke familie, wat bij veel Belgische adel nog zo is. Ik stam natuurlijk niet echt af van de familie Alva, maar als Spanjaard kom ik in de buurt.”
“Natuurlijk is dat een eer. Ik loop mee in een defilé dat al meer dan vijfhonderd jaar bestaat. De Ommegang is een processie die al bestond voor keizer Karel hier aankwam. Hij was er zodanig door bewogen dat ze is blijven bestaan en beetje bij beetje gegroeid. Ik weet dat veel Belgen die geschiedenis niet echt kennen en dat Brussel vandaag internationaler is. Toch merk ik veel interesse van de Europese gemeenschap. Ook Chinese, Japanse en Amerikaanse toeristen vragen ons om foto’s, en heel wat Spanjaarden verplaatsen zich omdat de Ommegang ook hun cultuur is. Het is meer dan toerisme. De Ommegang ontroert.”
“Zelf houd ik me nu meer bezig met geschiedenis, ook al ben ik gewoon boekhouder. Ik ging al naar processies in Italië en Spanje, en zocht mijn eigen stamboom in Simancas, het belangrijkste archief van Spanje. Ik wil ook het verhaal van de hertog van Alva bekender maken bij de Belgen, want de versies daarover verschillen. In onze Ommegang wordt hij als moordenaar afgeschilderd, maar in die van Gent blijft hij graag gezien.” “Ik vind ons zeker geen chique club. De Ommegang is een levend museum. Natuurlijk tonen we de geschiedenis van de adel, maar we zijn een diverse groep Brusselaars, Vlamingen en Walen en bereiken ook jongeren en vrouwen. We vertegenwoordigen het echte België. Zo moet het blijven, vind ik.”
“Mijn paard is een echte deugniet”
Vicevoorzitter van de vzw Sint-Laurentius en ‘Poepedroeger’
"Ik was tot vijf jaar geleden zelfstandig bloemist in Anderlecht, vlak bij de Wayezstraat. De winkel lag in mijn ouderlijke huis en dat was ook het huis waar mijn grootouders hadden gewoond. Ik heb het helaas samen met de zaak moeten verkopen. Brussel is veranderd, en dat vind ik zeer normaal, maar net daarom vind ik het de moeite om de oude tradities te bewaren. Folklore draagt bij aan de etalage van Brussel.” “Ik woon in Halle, maar ben in de Brusselse folklore beland via de Sint-Guidoprocessie van Anderlecht. Zij hebben me eens meegenomen naar de Meyboomplanting en zo ben ik deel geworden van de organisatie. Ik ben er, net als mijn vrouw, 365 dagen per jaar vrijwillig mee bezig. Wat me daartoe drijft? Een grote ziekte, denk ik (lacht). Noem het een passie.”
“Met de Poepedroegers hebben we nu twaalf reuzen, allemaal van riet. Ons rad van fortuin met zes personages lenen we uit tijdens de Ommegang. De andere reuzen stappen een paar keer per jaar door Brussel en andere steden. Zelf speel ik nu Pietje de Puut, het paard vooraan de stoet. Het is een echte deugniet, zoals de Brusselaars dus.”
“De reuzentraditie komt van de Spanjaarden. Die bedachten in de middeleeuwen grote figuren om het volk te onderwijzen, want mensen konden niet lezen of schrijven. De personages moesten hen amuseren en waren dus altijd volks. In Brussel werden dat Mieke en Janneke. Ze waren een hele tijd verboden in de negentiende eeuw, maar kwamen later terug en ook met nieuwe personages zoals Bompa, Boma, Jefke en Roseke. Ik hoop dat scholen aandacht hebben voor deze tradities, zodat onze folklore behouden blijft en we nieuwe leden kunnen aantrekken. Uiteindelijk doen wij ook aan archiefwerk en erfgoedbehoud. Maar het klopt, we zijn vooral een groepje gepensioneerden. Wie heeft er anders tijd in de week?”
“Ik denk dat folklore in Brussel een ander karakter heeft dan in Vlaanderen. Veel van onze leden wonen zelf niet in de hoofdstad, maar rechtse vendeliers zal je hier nooit vinden. Als we al iets zijn, zijn we Belgicisten. L’Union fait la force. Wij dragen een eengemaakt Brussel uit. Ik zie wel een nieuwe folklore opstaan, met de Zinneke Parade en het carnaval van Schaarbeek, die meer jongeren aantrekken. Uiteindelijk zoeken we allemaal een manier om je uit te drukken als volk. Ik heb de indruk dat veel mensen daar sinds de covidcrisis weer naar op zoek zijn gegaan. Folklore is niets meer dan nostalgie naar een ander Brussel dan vandaag. Ik zeg niet beter, gewoon anders.”
“Ik had me vroeger nooit als vrouw verkleed”
Al tien jaar Madame Chapeau
"Ik heb tien jaar geleden voor het eerst meegedaan aan de verkiezing van Madame Chapeau. Die wordt elk jaar georganiseerd door de Gardevils van de Meyboom, die ook de boom altijd planten in augustus. Niet dat het personage van Madame Chapeau iets met de Meyboomtraditie te maken heeft, maar ze komt in elk geval uit een rasecht Brussels theaterstuk (Bossemans en Coppenolle uit 1938. In dat stuk wordt zij gespeeld door een man, red.).”
“Het was mijn zus die me had gevraagd om eens mee te doen. Zij baat het café uit waarvoor de boom elk jaar geplant wordt in de Broekstraat en waar de verkiezing plaatsvindt. Ik ben er dus toevallig in gerold, want ik woon zelf al jaren in Sint-Pieters-Leeuw. Intussen ligt Madame Chapeau echt aan mijn hart. Wanneer de Meyboom geplant wordt, ben ik zelfs emotioneel. Die folklore toont het Brussel van vroeger. En je leert er nog echte Brusselaars kennen. Ik hou van dat groepsgevoel, al missen we zeker jongeren. De meeste nieuwe leden komen er via via bij.”
“Om verkozen te raken, moet je een paar vragen over Brussel beantwoorden, Brussels spreiken en een geuze drinken. Ik heb ook ieder jaar een verrassing in petto voor de jury. De Gardevils weten intussen wel dat ze op mij kunnen rekenen. Als Madame Chapeau moet je opdagen op een zestal evenementen per jaar en ik doe dat. Met de Gardevils gaan wij zelf de stad rond. Dat is een heel ander type folklore dan de Ommegang op de Grote Markt, waarvoor je een ticket moet kopen. Ik noem dat folklore voor de richards.”
“Ik had me vroeger nooit als vrouw verkleed, tenzij eens om zot te doen onder vrienden bij de voetbal. Ik werk gewoon als werfcoördinator, ben zestig jaar en heb een gezin. Maar sinds ik Madame Chapeau speel, ben ik me meer en meer in onze oude theaterstukken en chansons gaan verdiepen. Het is toch geweldig om te weten dat mensen vroeger naar dit soort verhalen kwamen kijken in kleine zaaltjes rond de Beurs? Mijn droom is om ooit een show te brengen rond Simone Max, een Brusselse cabaretière uit het interbellum. Ik zou haar graag zelf spelen. Er zijn nog zoveel verhalen te ontdekken.”
“Ik weet dat veel mensen van buiten en zelfs binnen Brussel de tradities niet meer kennen. Maar als we de Meyboom zouden verliezen, samen met de Brusselse taal, zijn we een stuk van de stad kwijt. Natuurlijk is de politiek aanwezig in de Brusselse folklore. Wij openen de Zuidfoor en burgemeester Philippe Close is zelf een Gardevil. Maar ik zou ons zeker niet politiek noemen. Het gaat hier om Brussel vertegenwoordigen, niet om tradities op te hemelen.”
“De Ommegang is een kippenvelmoment, in kostuum op de Grote Markt bij valavond”
Voorzitter Kruisboogschuttersgilde van Sint-Joris
Kruisboogschieten is eerst en vooral een sport. We komen twee keer per week samen om te schieten en nemen deel aan toernooien. De Belgische kampioen zit zelfs in onze gilde. Maar goed, je bent hier nooit los van de geschiedenis. Ik ben zelf jarenlang geschiedenisleerkracht geweest in Schaarbeek en in ons museum organiseren we geleide bezoeken. We reizen mee naar de wereldtentoonstellingen en het gebeurt zelfs dat toeristen vanuit Shanghai of Macau online een initiatie aanvragen. We zijn dan ook deel van het DNA van de stad.”
“Onze gilde bestaat sinds 1381, een van de oudste van België. Samen met de kruisboogschutters van de Zavel, de handboogschutters en de schermers zijn wij de roots van de stad. Het waren die militaire gilden die de stedelingen in de middeleeuwen beschermden. En elk jaar hielden zij een toernooi om een vogeltje af te schieten op de kerk van de Zavel. De kampioen werd de beschermer van de stad. Dat toernooi is de basis van de Ommegang. Het is redelijk uniek dat een seculier evenement tot de grootste processie van een stad is uitgegroeid. Vandaag bootsen we die wedstrijd nog altijd na, maar natuurlijk niet meer op honderd meter hoogte. De brandweer zou daar niet mee kunnen lachen. We schieten nu horizontaal, veel dichter bij en op een houten vogel.”
“Ik vind de Ommegang nog altijd een kippenvelmoment, in kostuum op de Grote Markt bij valavond. We schieten ook twee keer per jaar op de binnenkoer van het Stadhuis en nemen deel aan de Meyboomviering. Ik zie in Brussel zeker ruimte voor nieuwe folklore, maar wij zijn toch levend erfgoed. Middeleeuws België is ontstaan uit zijn steden, en dus uit de kruisboogschutters. En terwijl de kruisboog al lang geen oorlogswapen meer was in de negentiende eeuw, zijn de gilden in ons land toch blijven bestaan. Burgemeesters wilden er hun macht mee behouden en kruisboogschieten was de meest populaire sport van het land, zoals voetbal vandaag. Alleen in Brussel al had je op dat moment 160 clubs. Ook nu is de Brusselse burgemeester altijd erelid van onze gilde.”
“Zelf ben ik per toeval beginnen te schieten toen ik negentien was. De vader van een vriend uit mijn klas had een oude gilde nieuw leven ingeblazen in Graven, in Waals-Brabant. Ik ben eens mee gaan kijken. Het is lang een mannensport geweest, zoals in de negentiende eeuw, maar wij laten sinds twintig jaar vrouwen toe. We hebben zelfs een cadettenschool voor tieners en dat zijn vooral meisjes. De gemiddelde leeftijd zakt en dat vind ik goed, en de meeste leden komen uit Brussel of de onmiddellijke rand.”
“Voor mij is de gilde in de eerste plaats gezelschap. De meesten van ons komen hier al vijftien jaar of langer schieten. Je bent onder vrienden. En iedereen is welkom.”
De Ommegang en Meyboomplanting
Het historische spektakel van de Ommegang vindt op 3 en 5 juli plaats op de Grote Markt, telkens vanaf 20.45 uur. De voorstelling is een stukje Brusselse folklore geworden, met 1.400 figuranten, folkloristische en historische groepen, paarden, marionettentheater, reuzen, vlaggen ... Het initiatief voor de Ommegang werd genomen door de Grote Gilde van de voetboog in de veertiende eeuw. De huidige ommegang reconstrueert de intrede op 5 juni 1549 van keizer Karel en zijn zoon Filips, samen met veel hoge edellieden en gezagdragers in Brussel. Op vrijdag 9 augustus 2024 vindt rond de Grote Markt de Meyboomplanting plaats. Het gebruik van de Meyboom – of Meiboom – gaat terug op enkele middeleeuwse legendes en vond voor het eerst plaats in 1213. De Brusselaars plantten toen hun Meyboom of vreugdeboom om de overwinning op de Leuvenaars te herdenken. De boom moet voor 17 uur geplant zijn, op het kruispunt van de Zandstraat met de Broekstraat. Beide evenementen zijn als immaterieel cultureel erfgoed erkend door de Unesco.
Meer info via ommegang.be en meyboom.be
Lees meer over: Brussel-Stad , Events & Festivals , Samenleving , Ommegang , Meyboomplanting , Folklore , traditie , Brussels immaterieel erfgoed