Keramiek schudde zijn imago af van veredeld vaatwerk. Vandaag vormt het een heuse kunststroming die vooral in Brussel floreert en die steeds meer critici, galeries en andere kunstenaars zoals Nick Cave intrigeert. “Keramiek vormt een tegengewicht voor de technologische revolutie.”
Van klei naar kunst: de opkomst van keramiek
Een ochtend tijdens de lockdown in 2021. Zanger en getormenteerde ziel Nick Cave stapt uit bed en voelt een onverklaarbare drang om iets te maken uit klei. Hij weet zelfs meteen wat: een bloedrood beeldje van de duivel, symbool voor alle kwaad in de wereld. Wat destijds begon als een impuls, eindigt drie jaar later in een serie van zeventien keramieken figuurtjes die het leven van de duivel vertellen: van kind tot gezworen antichristus, vormelijk gebaseerd op de populaire Staffordshire-figuurtjes uit de achttiende eeuw, en qua grootte en opstelling ideaal om tegen de open haard te zetten als versiering. De reeks The Devil - A Life valt vanaf 4 april te zien in Elsene, in de kunstgalerie van Xavier Hufkens.
Cave, zelf een creatieve duivel-doet-al, had perfect ook gepast in Ceramic Brussels, de internationale kunstbeurs die in januari voor de eerste keer plaatsvond in Thurn & Taxis. Ceramic Brussels toonde het werk van meer dan zestig galeries, instellingen en belangrijke spelers in de keramiek, aldus de aankondiging. De beurs kreeg meteen dertienduizend bezoekers over de vloer – een gigantisch succes. Zelfs zonder Cave.
En als Cave ooit lessen wil volgen in La Cambre ('ter Kameren') zal hij zich moeten haasten voor de inschrijvingen. “Toen ik in 2006 startte met lesgeven, werd er gesproken over het sluiten van de werkplaats, de laatste plek in Franstalig België waar iemand dit ambacht nog kon studeren”, aldus Caroline Andrin, hoofd van de keramiekafdeling. Vandaag zitten de lessen propvol. “Met twintig leerlingen, verdeeld over de vijf studiejaren. Meer kan de infrastructuur voorlopig niet aan.”
Met andere woorden: is keramiek hot? The new kid in town? The next big thing in de kunst en in Brussels als hotspot voor nieuwe culture tendensen?
Ja, zegt Jean-Marc Dimanche volmondig. Hij is samen met Gilles Parmentier de oprichter van Ceramic Brussels. “Keramiek vormt een tegengewicht voor de technologische revolutie,” zegt Dimanche. “De mens wil weg van al die schermen en iets creëren met zijn handen. Tegenwoordig zie ik jonge mensen breien op de metro in Parijs, dat zou in de jaren 2000 nooit gebeurd zijn.”
Ja, zegt ook Jonas Moënne. De Frans-Belgische kunstenaar geeft les op de academie in Anderlecht, en was een van de drie Brusselse laureaten voor de Art Prize die op Ceramic Brussels uitgereikt werd. “De mensen die mijn lessen volgen, zoeken een vorm van onthaasting. Keramiek verplicht de kunstenaar om traag te gaan, het geeft betekenis aan de tijd. Zelf ben ik vooral begeesterd door de kracht van het vuur. Ik meng materies met elkaar en de vlam verenigt die tot een nieuw object. Ik vind het fascinerend: die overgang van natuur naar cultuur.”
Dus ergens mag het niet verbazen dat net Nick Cave – een kunstenaar die zichzelf altijd tracht opnieuw uit te vinden – precies nu met keramiek tentoonstelt. “Het is representatief voor de algemeen toegenomen interesse in het materiaal,” bevestigt Andrin. “Bovendien: zijn fascinatie voor beeld en fotografie, en kleur en schilderkunst komt erin samen. Ook de retour naar kitsch is momenteel de bon ton in de kunstwereld.”
Vrouwenhobby
Het klassieke keramiek kent iedereen: vazen, kopjes en borden. Later maakte het zijn intrede in de designwereld met meer decoratieve, verfijnde objecten. De kunstwereld daarentegen hield de boot lang af, want zag keramiek toch vooral als een 'vrouwenhobby' – een gemeenzame term in het wereldje. Maar dankzij pioniers zoals de Belgische Johan Creten verovert het langzaam een plaats aan het pantheon. “Het gaat om werkelijke kunst,” zegt ook Dimanche. Kunst, als in: een uiting van een dieperliggende visie, die – eenmaal gematerialiseerd – de blik van de toeschouwer vangt, ontreddert, fascineert, moeilijk nog maar loslaat.
Op Ceramic Brussels konden bezoekers bijvoorbeeld een mythische, in goud en zwart bewerkte buffel zien, of sjamaanachtige figuren, even groot als een normale mens, of een zilveren skelet dat aan de muur hing – de dood als een soort blinkend concept. Of, zoals Dimanche het weldadig verwoordt: “Keramiek levert diverse kunst op: van bruut tot kleurrijk, van muurstukken tot barok of mozaïek, alles kan.”
Dimanche: “Kunstenaars gebruikten keramiek vroeger vooral om schetsen voor hun bronzen beelden in uit te werken, het werd niet als nobel materiaal beschouwd. Dat veranderde voor het eerst met Picasso, die op latere leeftijd voor de charmes van keramiek viel. Met zijn expositie in 1948 van meer dan honderd beschilderde objecten, schalen en schotels – momenteel een selectie van te zien in het Royal Delft Museum – introduceerde hij keramiek in de kunstwereld.”
De associatie met vaatwerk roept nog een ander idee op: dat van kwetsbaarheid. “Iedereen liet al eens een bord vallen, dat uit elkaar barstte. Daarom zien velen keramiek als fragiel.” Maar dat klopt volgens Dimanche niet. “Tegen bronzen figuren kan natuurlijk niets op. Maar tegelijk vinden we nog steeds goed bewaarde keramieken stukken terug uit de oudheid. Het kan dus de tand des tijds doorstaan.”
Van keramist naar artiest
Speelde lange tijd ook in het nadeel: de geslotenheid van het wereldje. Waar andere kunstvormen de wereld wilden veroveren, werd keramiek traditioneel enkel getoond in gespecialiseerde galeries en biënnales, zegt Andrin. Iets dus voor de fijnproevers. “Het bleef daardoor erg afgesloten van andere tendensen en ontwikkelingen.”
Daarom heeft Andrin van La Cambre naar eigen zeggen “bewust” de deuren geopend voor andere departementen. “Om uit die kleine wereld te kunnen treden.”
“Vandaag zitten onze lessen propvol. Met twintig leerlingen, verdeeld over de vijf studiejaren”
Hoofd keramiekafdeling La Cambre
Daarnaast richtte ze ook European Ceramic Art & Research Team (Ecart) op, een netwerk van scholen in Europa. Die internationale samenwerking helpt niet alleen bij de uitwisseling van kennis en kunde, het zorgt ook voor extra interesse in de opleiding. “Ik ben nog opgeleid als keramist, de huidige generatie wordt gevormd als artiest. Dat is een fundamenteel verschil. Studenten denken over de grenzen van het medium heen en leren niet enkel keramiek te maken, maar ook te reflecteren in hun werk over de wereld van vandaag.”
Kunstenaar en Brusselaar Antoine Moulinard is een goed voorbeeld van die vernieuwde aanpak. Hij sleepte op Ceramic Brussels een prijs in de wacht met zijn project 'L'effet du Logis', een interieur uit keramiek dat een safe space vormt voor vijf bekende figuren uit de folklore: een fee, een vampier, een weerwolf, een heks en – ook hier blijkbaar – een duivel. “Met mijn kunstwerk wil ik kritisch nadenken over hun rol,” zegt Moulinard. “In hoeverre hebben ze zeggenschap over wat ze zijn? Velen zien ze enkel als de slechterik, maar klopt dat wel? Wie zijn die figuren echt? Ik maak hiermee de parallel naar de lgbtqia+ wereld die nog vaak moet strijden om aanvaard te worden.”
“De mens wil weg van al die schermen en iets creëren met zijn handen”
Oprichter Ceramic Brussels
De keuze om te werken met keramiek ontstond eerder per toeval voor Moulinard. “Na een mislukte stage in de modewereld koos ik voor de eerste beste stage die nog beschikbaar was. Ik kwam terecht bij Emile Degorce-Dumas, een geniale plastisch kunstenaar en keramist.” Moulinard spreekt, ondanks het lukrake van de ontmoeting, over een revelatie. En vooral het maakproces intrigeerde, zegt hij. “Wat in de voormiddag nog een stuk klei was, verandert tegen de namiddag in een afgewerkt product.”
Wie daarentegen snel wil gaan, zal hoogstwaarschijnlijk mislukken. “Het hele proces neemt wel wat tijd in beslag: van boetseren tot drogen, van een eerste keer bakken tot kleuren en email aanbrengen.” Vooral dat laatste noemt Moulinard “een creatief proces waar veel technische kennis bij komt te kijken”. Dan wordt het beeld een laatste keer gebakken op hoge temperatuur.
Bescheiden budgetten
In de ogenschijnlijke eenvoud van keramiek ligt volgens Andrin ook de aantrekkingskracht bij het grote publiek. Een pak klei kopen in een hobbywinkel, en iedereen kan beginnen. “Vooral tijdens de lockdowns ging het hard. Toch vergt het best wat oefening om tot een mooi stuk te komen. Ik ben dan ook niet verwonderd het vol staat met ovens en draaischijven op de tweedehandsmarkt.”
Voor Jonas Moënne, een opkomende naam, is de band met keramiek geen modefenomeen, maar diep persoonlijk. Hij groeide op in de Franse Alpen en zijn overgrootvader verkocht klei als een bron van inkomsten. “Van het een kwam bijna onvermijdelijk het ander. Ik ben een man van de aarde, niet van de stad.” Zijn band met de natuur is erg tastbaar in zijn werk 'Les filles de Tara', in de oven gebakken minuscule nestjes van de metselwesp. “Ik had niet verwacht dat de nestjes de hoge temperaturen van 1.000 à 1.200 graden zouden overleven, maar het lukte toch. De natuur is in dit werk de kunstenaar, ik ben de vakman die het afwerkt.”
Moënne kwam desondanks toch in Brussel terecht, en werkt nu vooral veel met recupmaterialen. “Om het twintigjarige bestaan van het homohuwelijk te vieren, maak ik momenteel liefdesgedichten in keramiek in opdracht van de Stad Brussel. Ik verwerk klei van de werken in de Stalingradlaan, samen met porseleinen afval van het Brusselse atelier Frisbee. Het zal mijn eerste werk in de publieke ruimte worden. Twintig jaar geleden zou zo'n bestelling minder evident geweest zijn, al blijven de budgetten voor keramiek, in vergelijk met andere kunstvormen, eerder bescheiden.”
Ter vergelijking: op Ceramic Brussels werd een historisch werk van Johan Creten voor meer dan 65.000 euro verkocht. Een mooi bedrag, maar eerder bescheiden in vergelijking met de miljoenen die geboden worden voor de Vlaamse Meesters. Volgens een rapport van Artprice steeg de prijs van hedendaags keramiek afgelopen tien jaar amper, wat uitzonderlijk is op de kunstmarkt. Werk kopen van bijvoorbeeld de Brit Grayson Perry – die in 2003 de Turner Prize won – kan vanaf 200 euro tot 1.300 euro.
Overvolle klassen, internationale beurzen, meer maatschappelijke waardering, lichtjes hogere verkoopsprijzen, lovende critici, her en der projectsubsidies: keramiek doet het goed, en lijkt meer dan ooit de wind in de zeilen. Maar wat brengt de toekomst?
“Ik ben optimistisch,” zegt Dimanche. “De sector zit nog maar aan het begin van de golf. In de scholen studeert momenteel een nieuwe generatie af die de komende vijftig jaar van zich zal laten horen. Ook de materialen en de ovens in de scholen zijn intussen aangepast aan de nieuwe instroom. Kijk, ik volg de scène al een kwarteeuw en soms gebeurt het nog dat ik voor een stuk sta waarvan ik amper kan geloven dat het om keramiek gaat. Tot ik het aanraak.”
Toch kent die toekomst één grote uitdaging – en die uitdaging ligt net in de essentie van het vak: de materialen. In het makingsproces. “Op het eerste gezicht lijkt keramiek een ecologische manier van werken, onder andere door het gebruik van klei,” zegt Andrin. “Maar toch één kanttekening daarbij: het bakken op hoge temperatuur vergt veel energie. Daarnaast worden toxische stoffen gebruikt voor het glazuren van de stukken, en sommige kleuren zoals kobaltblauw worden gemijnd in Afrika, waar kinderarbeid aan te pas komt. De sector en de kunstenaars moeten bij die realiteit stil staan. Dat valt onder hun verantwoordelijkheid.”
De reeks The devil – a life van Nick Cave is vanaf 4 april te zien in Elsene, in de kunstgalerie van Xavier Hufkens. Lees er meer over in BRUZZ Select van de maand april.
Lees meer over: Brussel , Expo , Cultuurnieuws , keramiek , Antoine Moulinard , Jonas Moënne , nick cave , Jean-Marc Dimanche , Ceramic Brussels , Xavier Hufkens , Caroline Andrin , keramiekafdeling La Cambre
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.