BIFFF vindt zichzelf heruit: 'Er moet plaats zijn voor context, niet voor censuur'

Tom Zonderman
© BRUZZ
04/04/2025

BIFFF

Na het debacle rond de film Love lies bleeding van vorig jaar komt het BIFFF met maatregelen om de veiligheid van zijn publiek te garanderen. Ook festivals als Docville en Cinemamed buigen voor krachten van buitenaf. Brengt dat de autonomie van de organisatoren in het gedrang? “Een festival organiseren is moeilijker geworden, maar ook interessanter.”

“Het was een accident waiting to happen,” zegt Dirk Van Extergem, oprichter en bezieler van Offscreen, het filmfestival waarvoor geen enkele prent te weird, vettig of controversieel is en dat net voor de 18e keer plaatsvond in Cinéma Nova. Van Extergem werkte tien jaar voor het Brussels International Fantastic Film Festival (BIFFF), maar splitste zich in 2008 af, net omdat er te heftig werd gereageerd bij sommige films. “Een filmvertoning mag ambiance zijn, dat hoort ook bij de charme van het BIFFF. Maar als mensen afzakken louter om de film af te kraken, is de fun eraf. Dat is puur hooliganisme.”

Het 'accident' waar Van Extergem naar verwijst werd veroorzaakt door Love lies bleeding, een smoezelige, queer rollercoaster die op het BIFFF in avant-première vertoond werd. Tijdens enkele stomende seksscènes tussen hoofdrolspelers Kristen Stewart en Katy O'Brian werden denigrerende, homofobe opmerkingen geroepen. Er ontstond een woordenwisseling in het publiek en er vielen klappen. Enkele toeschouwers verlieten huilend de zaal. De film werd even stilgelegd en de politie kwam een oogje in het zeil houden.

"We waren diep geschokt door de gebeurtenissen. 'Love lies bleeding' toonde ons dat we niet klaar waren voor een crisis waarbij meerdere mensen tegelijk de zaal opjutten"

Sander Rosseels

Programmator BIFFF

Het incident veroorzaakte veel ophef. Pink Screens zegde zijn samenwerking met het BIFFF op. Burgemeester Close roemde het festival om zijn “bijzondere ambiance”. Schepen van cultuur Delphine Houba vond dat het BIFFF nergens bang van hoefde te zijn, ook niet om zichzelf heruit te vinden en “in contact te blijven met de tijdgeest.” Het festival veroordeelde de incidenten en benadrukte dat discriminerende opmerkingen en fysiek geweld onaanvaardbaar zijn.

“We waren diep geschokt door de gebeurtenissen,” zegt Sander Rosseels, programmator bij het BIFFF. “Love lies bleeding toonde ons dat we niet klaar waren voor een crisis waarbij meerdere mensen tegelijk de zaal opjutten. We waren al langer aan het denken over maatregelen, maar dit voorval heeft alles in een stroomversnelling gebracht. Het festival bestaat meer dan veertig jaar. In die tijd is niet alleen ons publiek geëvolueerd, ook de samenleving en de gevoeligheden binnen die samenleving zijn veranderd. Op ons festival komt dat extra sterk naar voren, omdat ons publiek erg expressief is. Maar het is een breder fenomeen in de culturele sector. Het BIFFF trekt duizenden mensen met verschillende achtergronden. We willen dat iedereen zich welkom voelt.”

Het festival ging praten met organisaties als Tels Quels en Rainbow House om beter te kunnen inspelen op de gevoeligheden rond de lgbtqia+-gemeenschap. Het klopte ook aan bij Brussels By Night, dat zich inzet voor een inclusiever en veiliger nachtleven, en bij Le Plan Sacha, een vzw die gendergerelateerd en seksueel geweld in de partyscene bestrijdt. Dat resulteerde in een care team, een safer space, preventiefilmpjes voor bepaalde films, een code of conduct en extra sensibilisering voor wie niet vertrouwd is met het festival. De grootste ingreep zijn de silent screenings die het BIFFF nu invoert: vier films die sereniteit vereisen om in de sfeer te komen en waarbij geen commentaar mag worden gegeven. Maar hoe dwing je die nieuwe afspraken af? Staat er een knokploeg klaar om dissidenten buiten te kegelen? “Gelukkig niet,” zegt Rosseels. “We zullen altijd eerst in gesprek gaan en, als het nodig is, een waarschuwing geven. Als dat niet helpt, zullen we hard optreden en relschoppers uit de zaal zetten.”

BRZ 20250402 1929 BIFFF 1

BIFFF

Het BIFFF is veranderd, maar de geest is hetzelfde gebleven, benadrukt Rosseels. Toch voelen organisatoren steeds meer druk van buitenaf bij het opzetten van culturele evenementen. Het documentairefestival Docville in Leuven schrapte de Russische docu Russians at war uit zijn programma na druk van de Oekraïense ambassade, die de film afdeed als Russische propaganda. Eerder cancelde het ook al de vertoning van Not in my country: Serbia's lithium dilemma van milieuwetenschapper en onderzoeker aan de KU Leuven Peter Tom Jones, nadat de maker en andere betrokkenen (doods)bedreigingen kregen. Eind vorig jaar annuleerde Cinemamed de vertoning van de Franse docu La belle de Gaza, een film over transpersonen die van Gaza naar Tel Aviv vluchtten. Pro-Palestijnse groeperingen hadden opgeroepen tot protestacties tegen de 'pinkwashing' van Israël. De festivaldirectie ging niet akkoord, maar besliste toch om de film te weren.

Niet wit genoeg

“Vandaag wordt er met argusogen gekeken naar de achtergronden van cultuurproducenten,” zegt cultuursocioloog Walter Weyns van de Universiteit Antwerpen. “Kunnen ze door de morele beugel? Publieken zijn nooit homogeen geweest, maar vandaag zijn ze bijna schizofreen. Er is altijd kampvorming, mensen zijn ofwel heel erg voor, ofwel heel erg tegen. En het zorgwekkende is dat beide uitersten elkaar voeden.” Polemiek is van alle tijden, betoogt Weyns. “Er mag al eens fel worden gereageerd. Maar het probleem is dat het gemeenschappelijke referentiekader steeds kleiner wordt. Het is alsof onze samenleving scheurt.”

Steeds vaker zien we de paradox van inclusie: hoe meer we proberen open te staan, hoe strikter de grenzen worden voor wie daarbuiten valt. “Dat is eigen aan een democratische samenleving. Hoe ga je om met mensen die zich afkeren van de fundamentele waarden van die democratie? Die inclusie ondermijnen? Dat is niet eenvoudig op te lossen. Je kan enkel hopen dat er voldoende educatie, democratische kwaliteit en oefening in tolerantie is.”

Sociale media werken dat niet in de hand. Rond de remake van Disney's Snow White ontstond een grote rel in cyberspace, nog voor de film uit was. Actrice Rachel Zegler was volgens sommigen niet geschikt voor de rol van Sneeuwwitje, omdat ze Latijns-Amerikaanse roots heeft en dus niet wit genoeg is. Peter Dinklage, een acteur met dwerggroei, vond de voorstelling van de Zeven Dwergen achterhaald. Gal Gadot, de Israëlische actrice die de boze heks vertolkt, veroorzaakte ophef met pro-Israëlische Instagram-posts, terwijl Zegler pro-Palestijnse content deelde.

"Wanneer de druk van buitenaf bepaalt wat je wel en niet kan tonen, komt de relevantie van onze filmfestivals in het gedrang"

Karin Vandenrydt

Codirecteur Anima

“Ik praat liever over de artistieke kwaliteit van een film dan over ethische kwesties,” zegt Karin Vandenrydt, codirecteur van het Anima-festival. “Vandaag bereiden we ons bij het programmeren van een film voor op kritiek, dat was tot vijf jaar geleden ondenkbaar. Aanvankelijk vond ik dat too much, maar door samen te werken met jonge collega's ben ik daar milder in geworden. Zolang we niet enkel politiek correcte films tonen die doelbewust alle vakjes aanvinken in de hoop niemand tegen de borst te stoten.”

Anima programmeerde een documentaire over de Brusselse cartoonist Picha, die in de jaren 1970 keet schopte met zijn platvloerse Tarzan-parodie Tarzoon. Zijn films weerde het, wegens “out of time.” Offscreen programmeerde ze wel. “Dingen niet meer tonen is problematisch,” zegt Van Extergem. “Wij geloven in context, niet in censuur. We omringen vertoningen met inleidingen, nabesprekingen en docu's. Wij hebben ook een divers team van programmatoren, vier vrouwelijke en vier mannelijke. De oudste is 70, de jongste 22. Tegen de pornofilm Deep throat werd hard geprotesteerd, ook door mensen die hem niet hadden gezien. Dan zeg ik: kom kijken en we discussiëren erover.”

Geopolitieke druk

Wordt het niet verlammend als elke film een moreel vraagstuk wordt? “We staan op het punt om een belangrijk kenmerk van de moderne samenleving overboord te gooien,” zegt Weyns, “namelijk het in staat zijn om sferen van elkaar te onderscheiden. Schoonheid is iets anders dan waarheid, rechtvaardigheid. Op den duur dreig je kunsten met wetenschappen te verwarren.” Dat speelt niet alleen binnen filmprogrammatie, maar in alle vormen van cultuurproductie. “Soms krijg ik de indruk dat dit een manier is om de illusie in stand te houden dat er nog een echt debat over kunst mogelijk is. Wat we de afgelopen jaren hebben gezien, is dat spreken over kunst bijna inhoudsloos is geworden. Wat geldt nog als kunst? Wat bepaalt de waarde van kunst? Die vragen zijn steeds moeilijker te beantwoorden. Het morele debat over kunstenaars is een surrogaat geworden voor het debat over de waarde van kunst zelf.”

"Wat geldt nog als kunst? Wat bepaalt de waarde van kunst? Die vragen zijn steeds moeilijker te beantwoorden. Het morele debat over kunstenaars is een surrogaat geworden voor het debat over de waarde van kunst zelf"

Walter Weyns

Cultuursocioloog aan de Universiteit Antwerpen

In essentie moet kunst onze zintuigen en verbeelding openen, ons in contact brengen met iets wat we eerder niet eens konden vermoeden. “De kunstenaar is degene die ons een andere wereld influistert, die schudt aan onze zekerheden,” zegt Weyns. “Omdat er zo breuken ontstaan in de schelp waarin je gevangen zit, en je zo opnieuw iets vitaals krijgt.” De vraag is hoever je als organisator moet plooien om die breuk zo pijnloos mogelijk te laten verlopen. Polarisatie draait om de twee uitersten, maar wie zich als programmator naar een van beide kanten plooit, draagt niet bij aan een oplossing. Het is juist de grote groep in het midden die openstaat voor debat en nieuwe perspectieven. Toch wordt die middengroep vaak over het hoofd gezien, uit angst of gemakzucht.

“Wanneer druk van buitenaf bepaalt wat je wel of niet kan tonen, komt de relevantie van onze filmfestivals in het gedrang,” besluit Vandenrydt. “Het probleem is dat het vandaag onmogelijk wordt om op een serene manier te programmeren. De 'jij zwijgt omdat ik het wil'-mentaliteit is vrij recent en we hebben daar als maatschappij nog geen antwoord op gevonden. We moeten er alles aan doen om terug naar het debat te gaan.” Rosseels beaamt dat het organiseren van een festival complexer geworden is, “maar ook interessanter. Een programma staat niet los van de samenleving, met geopolitieke kwesties en veranderende gevoeligheden, en daar zijn we ons nu nóg meer van bewust. Het BIFFF bestaat al 43 jaar, maar het blijft evolueren. Het lijkt ons gezond om onze eigen werking en selectie kritisch onder te loep te blijven nemen en in vraag te stellen. Dat maakt ons festival relevanter dan ooit.”

De 43e editie van het BIFFF loopt van 8 tot en met 20/4 in Brussels Expo, bifff.net

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni