Millenium-eregast Ken Loach: 'Geef de kijker de indruk dat hij er zelf bij staat'

Niels Ruëll
© BRUZZ
27/03/2025

Paul Crowther

Het documentairefestival Millenium pakt uit met een eregast van formaat. Met Ken Loach lokt het een tweevoudige Gouden Palm-winnaar en grootmeester van de sociaalrealistische cinema naar Brussel. Het verhaal van de strijder die altijd andermans verhaal bracht.

Ken Loach is 88 jaar oud en een filmstroming op zichzelf. Twee keer won hij de Gouden Palm: met The wind that shakes the barley, een historisch drama over de Ierse onafhankelijkheidsstrijd, en met I, Daniel Blake, een striemende aanklacht tegen het neoliberale pesten van mensen die bijstand nodig hebben. Zestig jaar lang hekelden zijn sociaalrealistische drama's de uitwassen van het kapitalisme, empathiseerden met de werkmens en loofden solidariteit.

Millenium, het geëngageerde documentairefestival, is dan ook apetrots Ken Loach te mogen verwelkomen als eregast. Cinematek zet zijn komst luister bij door bijna al zijn films te vertonen, waaronder kleinoden als Kes, over de zoon van een mijnwerker, en Raining stones, over een vader die zijn dochter geen communiekleed kan betalen. Loach, een kampioen in bescheidenheid, verklapt voor één keer hoe het voor hem allemaal begon.

"In de jaren 1960 besefte de BBC nog niet wat voor impact televisie had. Perfect voor deugnieten als ik, loerend op kansen om kattenkwaad uit te halen"

Ken Loach

Filmmaker

Je bent geboren in 1936, het jaar van de Spaanse burgeroorlog, die je beschreef in de film Land and freedom. Is er een verband?
Ken Loach: Niet echt. Een andere gebeurtenis uit dat jaar had meer impact op mijn regio. In het noordoosten van Engeland waren armoede en honger grote problemen in de jaren 1930. Mannen uit het dorp Jarrow maakten een protesttocht naar Londen om werk te eisen om hun gezinnen te kunnen onderhouden. Die hongermars werd beroemd en kreeg navolging.

Bewaar je herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog?
Loach: Zeker. Ik kom uit de Midlands. Mijn vader moest niet naar het front, omdat hij het onderhoud deed in een fabriek die ook voor munitie werd gebruikt. Die fabriek lag dertig mijl verderop, waardoor hij niet bij ons inwoonde. 's Nachts schuilden mijn moeder en ik tijdens luchtaanvallen onder de shelter van de buren. Het geluid van de bommenwerpers ben ik nooit meer vergeten. Aan het einde van de oorlog was ik 9, maar geen klein kind meer.

Waarom ben je rechten gaan studeren?
Loach: Mijn vader komt uit een mijnwerkersgezin met tien kinderen. Hij won een beurs voor een school die je voorbereidt op de universiteit. Maar zelfs het geld voor een uniform konden ze thuis niet bij elkaar krijgen. Mijn vader heeft niet kunnen studeren en wilde wanhopig dat het mij beter verging. Hij leende graag boeken uit de bibliotheek met de eloquente pleidooien van begenadigde advocaten. Ik vond die ook fascinerend. Onschuldigen de strop besparen leek me een prachtig beroep.

Maar theater trok nog harder aan je mouw?
Loach: Daar raakte ik als tiener aan verslingerd. Met twee andere jongens fietste ik dertig mijl om stukken bij te wonen in het Shakespeare Memorial Theatre in Stratford. Ook schooltoneel passioneerde me. Maar no way dat ik theater zou hebben mogen studeren. Ik moest naar de universiteit. Alleen heb ik mijn dagen daar gevuld met toneel. Tot groot verdriet van mijn vader. Ik haalde mijn diploma, maar een hoge graad zat er niet in. Toen was ik al een paar jaar actief in het theater, zonder veel succes.

Wanneer vergaf je vader je dat?
Loach: Toen ik voor de BBC aan de slag kon. Dat was respectabel. Je kon er zelfs een pensioen aan overhouden. Mijn vader zei in het beste geval: “Niet slecht.” Een groter compliment kon je niet krijgen. In die tijd deden mannen nog niet aan complimenten.

Wanneer wist je dat je goed was in film?
Loach: Dat heb ik nooit gedacht. Ik kom uit een klein industriestadje. Ik heb ongelofelijk veel geluk gehad. Om te beginnen kon ik naar een goede universiteit. Dat was voor weinig mensen weggelegd. Dat diploma heeft waarschijnlijk geholpen om bij de BBC binnen te raken. Daar had ik opnieuw geluk. Het dramadepartement kreeg een nieuwe baas met ervaring bij de commerciële televisie. In 1964 introduceerde hij hedendaags drama op de BBC en zocht nieuwe stemmen. Die 'Wednesday Plays' mochten controversieel en kritisch zijn. En ik mocht een van de zes regisseurs zijn, louter omdat ik wist hoe je de camera's in een studio buiten beeld hield.

BRZ 20250326 1928 SLT Ken Loach Le vent se leve

Paul Crowther

| Ken Loach op de set van 'The wind that shakes the barley', de film over de Ierse onafhankelijkheid waarmee hij in 2006 zijn eerste Gouden Palm won in Cannes.

Maar je greep wel je kans. Dat heeft dan weer niets met geluk te maken.
Loach: Op een dag was er een gat in het schema. En het was mijn beurt om te regisseren. Er was geen tijd om van nul een verhaal te verzinnen. Ik had een boek op de kop getikt met kleine vignettes over het leven van de arbeidersklasse: Up the junction. Met schrijver Nell Dunn werkten we in recordtijd een script uit. Ik kende een cameraman van een politieserie, die een kei was met de handheld camera. In vier dagen tijd namen we op verschillende locaties de helft van de film op. Alleen was dat een overtreding van de regels. Je moest in de studio draaien. Door opzettelijk te falen tijdens de studio-opnames dwongen we de bazen om akkoord te gaan met onze versie. Up the junction sloeg enorm aan. Rechtse lui haatten de film en vielen ons aan, omdat we de wanhoop toonden van een meisje dat in een achterstraat een zwangerschap afbrak, en de humor van jongeren die de politie te slim af waren. Iedereen wilde Up the junction zien.

Met als gevolg dat je vrij spel kreeg.
Loach: Kort na Up the junction draaide ik een film over een gezin dat dakloos werd: Cathy come home. Die had een nog grotere impact (hij leidde tot een parlementair debat over woningnood, red.). De BBC was nog groen achter de oren en besefte nog niet echt wat voor macht televisie had. Er waren toen nog geen bemoeizieke bazen, enkel deugnieten zoals ik, loerend op kansen om kattenkwaad uit te halen. We kwamen weg met dingen waar niemand vandaag nog mee zou wegkomen. Tussen de 12 en de 20 miljoen mensen zagen die films. Dat is onvoorstelbaar veel geluk. Dat we de kranten haalden en aangevallen werden door de rechtervleugel, hielp enorm. Ik zou willen dat ze ons vandaag nog steeds aanvielen. (Grijnst)

De rest is geschiedenis: je verliet de BBC, perfectioneerde een realistische filmstijl en won twee keer de Gouden Palm.
Loach: Het was destijds toch even zoeken, hoor. Mijn eerste bioscoopfilm, Poor cow (uit 1967, red.), was een niet bijster geslaagde mishmash van ideeën. Vooral mijn inbreng was een warboel. Cameraman Chris Menges werd een vriend en leerde me dat wat er voor de camera gebeurt belangrijker is dan wat er achter de camera gebeurt. Je hoeft niet alles in één opname te filmen. Hij had uiteraard volkomen gelijk.
Filmen is observeren. Zorg dat de kijker de indruk heeft dat hij er zelf bij staat. Gebruik natuurlijk licht. Plaats de camera, op ooghoogte, in de positie van iemand die zich in de ruimte zou kunnen bevinden. Hou het zo eenvoudig mogelijk.

Het Millenium Festival loopt van 28/3 tot en met 6/4, op 2/4 leidt Ken Loach er een workshop, festivalmillenium.org; Cinematek toont van 1/4 tot en met 31/5 bijna alle films van Ken Loach, cinematek.be

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni