Brusselse judoka Nikiforov houdt niet van Japan, maar strijdt er donderdag om de medailles

Judoka Toma Nikiforov houdt niet van Japan, het land dat nota bene zijn sport uitgevonden heeft. De Europese kampioen van de halfzwaargewichten (-100 kg) doet er op de Olympische Spelen een gooi naar een medaille.

"Ik hou niet van Japan. Het is ver en er gaat geen sfeer zijn. Zonder het coronavirus zijn ze er al gek, nu nog meer. Ik denk niet dat het aangename Spelen zullen worden. Ons plan is om te doen wat we moeten doen en terug te keren met medailles, indien mogelijk", vertelde de Schaarbekenaar.

Nikiforov was langdurig geblesseerd, waardoor hij pas met een reeks goede resultaten in 2021 zich kon plaatsen. "Ik maakte een goede periode door met bevredigende resultaten. Na mijn derde operatie net voor het coronavirus uitbrak, wist ik dat het lastig zou worden, maar niet onmogelijk. Toen de Spelen in maart 2020 met een jaar uitgesteld werden, was ik blij dat ik een jaar langer kreeg om mijn niveau terug te vinden."

Welke lessen heeft hij uit Rio 2016 getrokken? "Ik ga er alles aan doen om geen concentratie te verliezen. Mezelf minder openstellen naar buitenstaanders en minder op mijn telefoon en sociale media zitten. In mijn bubbel blijven, in de judowereld. Verder ging ik erop vooruit op tactisch niveau. Ik heb veel meer ervaring en dat is een groot voordeel. Vroeger was ik een stier, nu pak ik de zaken intelligenter aan."