Precies 48 jaar geleden speelden Anderlecht en Union voor het laatst een competitiewedstrijd tegen elkaar. Ex-Anderlecht-spelers Paul Van Himst en Jan Verheyen dalen met ons nog eens af naar het Brusselse voetbal van de jaren '70.
| Anderlecht versloeg Union vorig seizoen nog met 0-5 in het bekertoernooi. De laatste competitiederby dateert al van 1973.
“Nu vraag je me wat”, zegt Jan Verheyen met een mix van enthousiasme en verbazing. “Anderlecht-Union in 1972 of 1973? Nee, ik herinner me daar niets meer van. Wie speelden er mee?” Het is het Anderlecht van Robbie Rensenbrink, Gille Van Binst, Jan Ruiter, Inge Ejderstedt, Georges Heylens en Paul Van Himst. “Bel misschien eens naar de Polle, die gaat er zeker nog wat van weten.” Van Himst even later: “Anderlecht-Union? U moet dat begrijpen, dat was wel een derby, maar dat was zeker niet dé match voor ons. De wedstrijden tegen Standard en Club Brugge, die leefden meer bij ons. Daar herinner ik mij er nog wel enkele van. Maar Anderlecht-Union, eigenlijk niet.”
Gelukkig bestaan er nog archieven. 1973 is een jaar waarin auto’s nog kunnen parkeren op de Brusselse Grote Markt, Eddy Merckx de bekendste Belgische sportman is en er met Anderlecht, Union Saint-Gilloise, Crossing Schaarbeek én Racing White maar liefst vier hoofdstedelijke ploegen in de eerste klasse spelen. Aan het einde van het seizoen 72/73 is dat aantal echter gehalveerd door de degradatie van Union en Crossing Schaarbeek. Racing White gaat na dat seizoen op in Racing White Daring Molenbeek, RWDM.
Net als voor Crossing en Union was 72/73 ook voor Anderlecht een historisch slecht jaar. Paars-wit zag Jan Mulder in de zomer vertrekken na een conflict met trainer Georg Kessler. Die laatste raakte ook in onmin met Van Himst, die daar anno 2021 niet te veel woorden meer aan vuil wil maken. “Zoveel jaar later heeft dat geen zin meer.”
Kessler werd in de loop van het seizoen ontslagen en vervangen door Hippolyte Van den Bosch. Ook hij kon niet voorkomen dat paars-wit met de zesde plaats in de eindstand de laagste klassering in 20 jaar behaalde. Een dieptepunt dat bleef staan tot de zesde plaats in 2018/2019. De bekerwinst in ’73 maakte het seizoen nog een beetje goed.
Van de boerenbuiten naar Brussel
Meer algemeen dan: hoe was de sfeer in het Anderlecht van begin jaren ’70? “We moesten altijd winnen”, herinnert Verheyen zich. De Kempenaar, vader van ex-speler en huidig voetbalanalist Gert Verheyen, speelde vier jaar in het paars-wit en vertrok later naar Union. “Niet dat het bij Anderlecht niet plezant was, maar het was toch anders dan bij Union.”
De middenvelder reed zeven jaar lang vanuit Hoogstraten naar Brussel om te trainen en te spelen. Naast het voetbal hield hij samen met zijn vrouw een bankagentschap open in zijn geboorteplaats. “In het laatste jaar begonnen de files me toch wat tegen te staan. Die waren enorm toegenomen tegenover de eerste jaren. Maar we hebben door het voetbal Brussel wel echt leren kennen. Toen ik bij Union speelde, zette ik mijn vrouw voor de wedstrijden altijd af aan de Louise. Ze kon van daaruit nadien op haar gemak naar het stadion komen. Bij Anderlecht ging dat niet, daar was het altijd veel drukker.”
De transfer van Verheyen van Anderlecht naar Union was een opmerkelijke. Hij vertrok in ’75 van de kampioenskandidaat in het Astridpark naar een derdeklasser in het Dudenpark. “De reden was vooral financieel”, is hij eerlijk. “Ik had nog twee jaar contract bij Anderlecht, maar ik dreigde mijn basisplaats te verliezen. Ze hadden ook net Arie Haan gehaald voor mijn positie. Ik had geen zin om iedere dag naar Anderlecht te rijden om dan op de bank te gaan zitten. Heylens werd coach bij Union en hij had een hoop geld gekregen om een nieuwe ploeg samen te stellen (iets wat Union later bijna in het faillissement stortte, red.). Samen met Leen Barth, Eddy De Bolle en André De Nul vertrok ik van Anderlecht naar daar. Toen ik tekende zaten ze nog in tweede klasse, maar ze degradeerden. Wij speelden eigenlijk met een eersteklasseploeg in de derde klasse.”
Betonvoetbal en een ingegroeide teennagel
Dat klinkt een beetje als het tegenovergestelde van de ploeg die Union in 72/73 op het veld bracht in de eerste klasse. Er was dat jaar simpelweg te weinig kwaliteit. Trainer Guy Thys klaagde er in zijn biografie bovendien over dat alles rondom het team volledig mank liep: de oefenvelden lagen er erbarmelijk bij, de verlichting was slecht en de selectie op het veld was niet veel beter.
Met name voorin ontbrak het aan eersteklassewaardige spelers. Jean Trappeniers, overgekomen van Anderlecht en schoonzoon van Felix Welkenhuysen van de legendarische Union 60-ploeg, stond in het doel. “En achterin hadden ze twee jonge gasten: Fernand Verleysen en Paul Schraepen”, begint het Van Himst te dagen. Het centrale duo was potig, maar niet al te wendbaar. “Vooral Schraepen kende ik goed, die is later nog jeugdcoördinator bij Anderlecht geworden.” Beiden zijn inmiddels overleden. Thys zag geen andere optie dan het spelen van betonvoetbal om toch nog wat punten binnen te halen.
Union maakte slechts 17 doelpunten in het hele seizoen. Een daarvan werd gemaakt in de eerste derby met Anderlecht, die verrassend - maar volgens de kranten niet onterecht - met 1-0 werd gewonnen. Het was pas de eerste zege van het seizoen voor de Unionisten. Tien minuten voor tijd maakte spits Larsen op aangeven van Levy het enige doelpunt van de wedstrijd. Opvallend: vanwege een ingegroeide teennagel kon de Deen de ochtend van de wedstrijd nauwelijks lopen. Met een ingreep werd de nagel verwijderd en Larsen opgelapt. Met het winnende doelpunt als resultaat.
De helft van de vier wedstrijden die l’USG wist te winnen dat jaar vonden plaats op Brussels grondgebied: ook Crossing Schaarbeek, dat mee degradeerde, werd met 1-3 verslagen. Een tweede stunt tegen de buren uit Anderlecht zat er evenwel niet in. De laatste competitiederby tot nu toe eindigde in 2-0 voor Anderlecht. Van Himst scoorde twee keer. “Hij droeg opnieuw zijn gouden schoenen”, schreef een Franstalige krant de dag nadien. Vlak voor rust dook Van Himst na een voorzet vanaf rechts op achter Verleysen, die verkeerd timede. Het clubicoon controleerde knap en werkte direct af. Zijn tweede doelpunt leverde hem een staande ovatie van een deel van het publiek op: Van Himst zette Poels, Verleysen en Schraepen in de wind en schoot vervolgens buiten bereik van Trappeniers binnen.
Maar hoe lyrisch de kranten er in 1973 ook over schreven, bij zowel Verheyen als Van Himst doet ook dat laatste doelpunt geen belletje rinkelen. “Ik weet het echt niet meer”, besluit de doelpuntenmaker. Gelukkig hadden we de archieven nog.
Anderlecht - Union in 72/73
Met dank aan Yves Van Ackeleyen en Kurt Deswert voor het ter beschikking stellen van hun archiefmateriaal.
Lees meer over: Anderlecht , Brussel , Sint-Gillis , Vorst , Sport , RSC Anderlecht , RSCA , Union Saint-Gilloise , RUSG
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.