In 1972 mocht België voor het eerst de eindronde van een groot voetbaltoernooi organiseren. Op het EK van die zomer eindigde onze nationale ploeg zelfs op de derde plaats. Maar wat vandaag tot een ongezien volksfeest zou leiden, bleef 44 jaar geleden binnen zeer bescheiden proporties. Toch toonden het voetbal, de supporters, de media én de commercie op dit EK een nieuw gelaat.
EK 1972 in België: Leeg Astridpark, bestormde Heizel
Lees ook: Edito: Barbarij
Euro 2000, dat in België en Nederland georganiseerd werd, ligt bij veel voetballiefhebbers nog min of meer vers in het geheugen. Ondertussen wordt ook al uitgekeken naar het EK van 2020 waarop Brussel gaststad zou kunnen zijn. Maar wat zegt het EK van 1972 ons nog?
Voor het eerst sinds de Olympische Spelen van 1920 organiseerde België in dat jaar nog eens een sportevenement van internationale allure. De Rode Duivels, die in die jaren onder bondscoach Raymond Goethals eigenlijk Witte Duivels waren, beleefden op dat moment een hoogconjunctuur. Twee jaar eerder had de ploeg van kapitein Paul Van Himst zich voor het eerst in zestien jaar kunnen kwalificeren voor een WK-eindronde, en na dat avontuur in Mexico volgde opnieuw een succesrijke kwalificatiecampagne, waardoor de Belgen voor de eerste keer ook eens aan een EK-eindronde mochten deelnemen.
De kwalificatie bestond uit een groepsfase waarin met Portugal, Schotland en Denemarken werd afgerekend, en daarna nog een dubbele confrontatie tegen Italië. De eigenlijke eindronde werd vervolgens beslecht door slechts vier landen. België werd als gastland gekozen omdat de andere kandidaten zich niet bij de laatste vier hadden kunnen scharen.
Terrains fétiches
Het toernooi zou - hou u vast - maar liefst drie speeldagen beslaan. Op woensdag 14 juli stonden de twee halve finales op het programma, op zaterdag de troosting om de derde plaats, en op zondag de finale. De kranten Le Soir en De Standaard besteedden tijdens het eindtornooi één, hooguit twee bladzijden aan het evenement. Daags voordien ging alle aandacht nog naar de eindzege van Eddy Merckx in de Giro. In de veertien dagen voorafgaand aan het toernooi verschenen er een handvol minieme artikeltjes over de voorbereiding van de Belgen. Die was nochtans niet geheel oninteressant, en zelfs tekenend voor de veranderingen die zich voordeden in het internationale voetbal.
Zo waren de Belgen ongelukkig om de manier waarop de Europese voetbalbond Uefa, zonder consultatie van het organiserende land, de speelsteden had toegewezen. Loting had al uitgemaakt dat België in de halve finale zou uitkomen tegen favoriet West-Duitsland, maar de Uefa besliste ook dat die wedstrijd zou doorgaan op de Bosuil in Antwerpen.
De andere halve finale, Hongarije-Sovjetunie, moest in het Astridpark in Anderlecht gespeeld worden, de troosting op Sclessin in Luik, en de finale op de Heizel in Brussel. Geld was de drijfveer achter die keuze: behalve de Heizel kon alleen de Bosuil genoeg volk ontvangen voor een dikke recette.
Goethals was niet blij. Om te beginnen speelde hij liever op de wat kleinere velden van Anderlecht, Luik of Brugge die zijn spelers de laatste jaren gewoon waren geworden. Ten tweede bepaalde de UEFA ook dat in de uitverkoren stadions niet meer getraind mocht worden, waardoor Goethals wanhopig op zoek moest naar oefenterreinen, en uiteindelijk op de oefenveldjes naast het Heizelstadion terechtkwam. Ten derde was de totaal verouderde Bosuil - waar traditioneel de interlands tegen Nederland plaatshadden - aan heel wat oplapwerk toe. Tot vlak voor het toernooi werd er druk gerenoveerd en herschilderd.
Ten slotte zagen de Belgen al aankomen wat uiteindelijk ook gebeurde: behalve de 20.000 tickets die hen al waren toegewezen kochten de Duitse supporters ook nog eens heel wat tickets van Belgen, waardoor ze de helft van de 55.000 zitjes innamen. Ze hadden bovendien enorm veel vlaggen mee, waardoor de horizontale driekleur veel meer zichtbaar was dan de verticale, zoals Le Soir schreef. Maar de vraag van de Belgen om op hun terrains fétiches van Anderlecht of Standard te mogen spelen werd - volgens sommigen ook onder druk van Antwerpse autoriteiten - afgeblokt door de Uefa met een droog telegram ‘prière organiser Belgique-Allemagne à Deurne’.
Daags voor de wedstrijd werden de Duivels nog in een studio van de BRT uitgenodigd om nog eens naar de band van de kwalificatiewedstrijd Engeland-Duitsland te komen kijken. Die wedstrijd hadden de troepen van bondscoach Helmut Schön met 1-3 gewonnen. De pers zag er een aflossing van de wacht in het internationale voetbal in. De Duitsers zelf hadden het over das Wunder von Wembley, het Franse l’Equipe sprak zelfs van football de rêve, digne de l’an 2000. Dan deed België het uiteindelijk nog niet zo slecht. Zoals steeds onder Goethals vertrokken ze vanuit een goede organisatie - de Duitsers noemden ons Eisenschädeln (vrij vertaald: keikoppen) - maar ze durfden ook tegenprikken. Na twee doelpunten van de onvermijdelijke Gerd Müller volgde nog de aansluitingstreffer van Lon Polleunis, maar op meer konden de Witte Duivels geen aanspraak maken. De Duitsers vonden ons sterker dan de Engelsen, en Goethals bleef volhouden dat deze wedstrijd eigenlijk de finale had moeten zijn.
Sortie à la campagne
De Duitsers hadden zich wel verbaasd over de antieke vierkante doelpalen op de Bosuil - die er overigens nog tot 1995 zouden blijven staan. Maar er waren nog andere zaken om je over te verbazen. Zo waren er voor de andere halve finale tussen Hongarije en de Sovjetunie, geëindigd op 0-1 in het Emile Verséstadion in Anderlecht, maar 1695 toeschouwers opgedaagd. Voornamelijk mensen uit de Hongaarse gemeenschap in Brussel. Zelfs Wikipedia kan dat niet geloven en spreekt daarom van 16.590 toeschouwers. Het was dan ook vreemd dat de geldbewuste UEFA nog niet de reflex had om de halve finales op een verschillende dag te laten spelen.
Ook vreemd was dat België-Duitsland niet op de BRT te zien was geweest. Ook daaraan lag een commercieel geschil ten grondslag. In het Bosuilstadion waren namelijk naast de 36 reclamepanelen die er al stonden, ter elfder ure nog eens 17 reclameborden met hoofdzakelijk Duitse reclame bij geplaatst. De bonzen van de Vlaamse televisie vonden dat ingaan tegen de wettelijke bepaling dat de openbare omroep geen uitzendingen met commercieel karakter mocht maken, en stuurden dus hun kat. De Vlaamse tv-kijkers waren aangewezen op de RTBF die de wet niet zo strikt interpreteerde, maar zijn cameramensen wel opdroeg om zo weinig mogelijk reclamepanelen in beeld te brengen.
Met het oog op de twee resterende wedstrijden volgde er zelfs overleg tussen de cultuurministers Hanin en Van Mechelen, en de stad Brussel verbood prompt dat ook voor de finale op de Heizel nog extra reclameborden ter waarde van 2 miljoen Belgische frank zouden worden geïnstalleerd. Daarop liet de Belgische voetbalbond dan weer weten dat de Duivels in de toekomst nooit meer op de Heizel zouden spelen. Uiteindelijk koelde alles zonder blazen. De reclame werd wel toegelaten en de resterende wedstrijden werden toch op de BRT uitgezonden.
Was de tv er de oorzaak van dat voor de kleine finale tussen België en Hongarije in Luik maar zesduizend mensen kwamen opdagen? Le Soir had het ook over de hoge ticketprijzen (100 tot 500 frank) en weer dat uitnodigde tot une sortie à la campagne. Zeker is dat de Belgen in Luik opnieuw moesten optornen tegen...Duitse supporters. Namelijk zij die al lang voordien een ticket hadden gekocht voor het geval hun elftal deze wedstrijd zou moeten spelen. En ze trokken opnieuw de aandacht naar zich toe. Tijdens de rust kwam een Duitser met een van die enorme Duitse vlaggen het veld opgerend. Na een eerste ordehandhaver te hebben ontweken werd hij door een tweede agent hardhandig neergeknuppeld. Het leverde de onstuimige agent de verwensingen op van premier Vanden Boeynants die in de tribune zat, en de Belgische voetballers de tegenkanting van de Duitse supporters die hen tijdens de eerste helft nog hadden gesteund. Toch wonnen de Belgen overtuigend met 2-1, waarna sommige spelers met hun bronzen medaille op vakantie vertrokken terwijl anderen naar de Heizel afzakten om de finale bij te wonen.
Coups de matraque
In de finale pakte Duitsland de eindzege voor 43.000 toeschouwers. En toch slaagden de Duitse supporters er nog een laatste maal in zich negatief in de kijker te werken. In de maandagkranten werd het nieuws over de EK-finales al overschaduwd door een treinramp in het Franse Soissons en de crash van een toestel van British Airways op weg van Londen naar Brussel - rampen die allebei een honderdtal slachtoffers eisten. Maar de journalisten hadden het ook over het feit dat de Duitse supporters na de wedstrijd het veld hadden bestormd. Tien minuten voor affluiten, toen de 3-0 zege voor de Duitsers al een feit was, hadden quelques solides coups de matraque er nog voor kunnen zorgen dat het strafschopgebied van doelman Sepp Maier supportervrij bleef. Maar bij affluiten was het hek van de dam. Net zoals bij de Europacup II-finale tussen Dynamo Moskou en Glasgow Rangers in Barcelona een paar weken eerder.
Veldbestormingen waren een nieuw fenomeen dat de voetbalbonzen zorgen baarde. Waar de Rangers voor twee jaar werden uitgesloten van Europees voetbal, kwamen de Duitsers er met een waarschuwing vanaf. Maar toch was dit supportersgedrag al een kleine voorafschaduwing van wat zich dertien jaar later op de Heizel zou afspelen.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.