Bij de Rode Duivels, die op 13 juni aan het EK voetbal begonnen, zitten ook hele of halve Brusselaars. Zij zijn geboren en getogen en gevormd in Brussel of brachten er een belangrijk deel van hun jeugd door. Wij stellen elke dag één van hen aan u voor. Vandaag: Jason Denayer, nu verdediger bij het Turkse Galatasaray, ooit een kind van Ganshoren en de Anneessenswijk.
Lees ook: Edito: Barbarij
“De nieuwe Kompany”, zo werd Denayer genoemd toen hij redelijk onverwacht debuteerde voor de Rode Duivels tegen Israël. De gelijkenis is dan ook opvallend: hij speelde bij dezelfde club als Kompany (Manchester City, al werd hij toen uitgeleend aan het Schotse Celtic, nu aan Galatasaray), eveneens als centrale verdediger, komt ook uit een Belgisch-Congolees gezin, en: is geboren en getogen in Brussel.
Bovendien komen Denayer en Kompany niet uit de meest vanzelfsprekende wijken: Kompany brengt zijn tienerjaren door al voetballend op de pleintjes in de Noordwijk, Denayer is een product van de Anneessenswijk, die doorgaans niet al te positief in het nieuws komt. Daar probeert Denayer hoogst persoonlijk wat aan te doen: wanneer hij in 2015 een doelpunt maakt voor Celtic, viert hij dat door met zijn handen een grote letter A te vormen, als eerbetoon aan de wijk van zijn jeugd.
“Man, ik kreeg zóveel berichten uit dank voor wat ik gedaan had! Dat geeft de jonge gasten in de wijk hoop”, zei Denayer daarover in Het Nieuwsblad. Op zijn accounts op de sociale media maakt Denayer reclame voor Binks64: een rapperscollectief uit… de Anneessenswijk.
FC Ganshoren
Maar het verhaal van Jason Denayer begint niet in de zogezegd moeilijke Anneessenswijk. De jonge Jason groeit op met zijn ouders in het rustige Ganshoren. Bij het plaatselijke FC Ganshoren zet hij zijn eerste voetbalstappen: “Logisch, de mensen woonden in de sociale woonblokken vlakbij de voetbalvelden”, vertelt Dany Bertels, technisch verantwoordelijke van de jeugdopleiding in Ganshoren aan BRUZZ. “Zijn vader André heeft hier zelfs nog in het eerste elftal gespeeld.”
Het ontegensprekelijke talent van Denayer valt al snel op: “Hij had een sterke traptechniek en was heel snel”, vertelt Bertels. Al werd hem niet onmiddellijk een grote toekomst voorspeld: “We zagen er zeker niet meteen een Rode Duivel in. Volgens mij is het onmogelijk om op die leeftijd al te zeggen wie het zal schoppen tot profvoetballer en wie andere wegen opzoekt. Dat hangt van zoveel factoren af: waar krijgen ze hun opleiding, hoe zit het met hun opvoeding en thuissituatie, hoe presteren ze op school,…? Ik ben nog nooit iemand tegengekomen die van een jongetje van negen kon zeggen dat het een profvoetballer zou worden. Wél dat hij potentieel heeft.”
En potentieel, dat heeft de jonge Denayer zeker en vast. “Al zagen ze hem toen nog niet meteen als een verdediger”, zegt Bertels. “Hij speelde vaak als middenvelder of zelfs als aanvaller. Pas later is hij omgeschoold tot verdediger. Dat is niet abnormaal op die leeftijd: Georges Grün is ook ooit als aanvaller begonnen”, lacht de jeugdcoördinator.
Erg lang blijft Denayer niet bij Ganshoren: zijn prestaties vallen op bij grote broer Anderlecht, dat hem op 11-jarige leeftijd al komt wegplukken. “Het lot van een kleine club. Dit jaar is Anderlecht een speler van amper acht jaar komen halen. Wie weet komen we hem over 10 jaar opnieuw tegen op televisie”, zegt Bertels. Intussen verhuist Jason met zijn vader naar de Anneessenswijk en laat hij Ganshoren ook mentaal achter zich. “Zijn foto hangt wel overal in de clublokalen aan de muur. We zijn er erg trots op dat hij bij ons begonnen is: we vertellen zijn verhaal aan al onze jeugdspelers”, zegt Bertels.
Denayer heeft het naar zijn zin bij Anderlecht: hij is ballenjongen voor de eerste ploeg tijdens een Champions League-duel tegen Lille, en bij Anderlecht spelen, levert hem een hoge status op bij vrienden en familie. Maar Anderlecht ziet hem niet als een grote belofte, en Denayer blijft maar twee seizoenen bij de club.
Blote voeten
Daarna volgt hij zijn boezemvriend Dilhan Necipoglu, afgelopen seizoen aan de slag bij het jongerenelftal van RWDM, naar de Académie Jean-Marc Guillou. Die Fransman, tevens de ontdekker van Ivoriaanse topvoetballers als Yaya Touré en Gervinho, had in Tongerlo een voetbalschool opgericht, waar jongeren op een revolutionaire wijze werden opgeleid: de trainingen gebeurden op blote voeten, de spelers volgden les in een privéschool en de jongeren speelden geen competitiewedstrijden. De focus lag op techniek en dus werd er enkel onderling gevoetbald.
Het is in Tongerlo dat Denayer zijn belangrijkste vorming geniet, die hem in 2012 tot bij Manchester City brengt. Al is het ritme niet om mee te lachen: “Het leven bestond uit: voetballen, studeren, eten en slapen”, zei Denayer daar later over.
Wanneer hij niet in Tongerlo is, brengt hij veel tijd door op straat in Anneessens. “Je moest altijd opletten: één dom contact kon voor een explosieve atmosfeer zorgen. Ik ken veel jongens die meer talent hadden dan ik, maar die het nooit gemaakt hebben. Dat is het gevaar van op te groeien in een moeilijke buurt.”
Lees meer over: Sport , EK 2016: Brusselse Duivels , EK 2016
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.