Dit weekend strijkt een van ‘s werelds grootste sportevenementen neer in Brussel. De Grand Départ van de Ronde van Frankrijk kost de overheid minstens 11 miljoen euro en zal volgens de Stad minstens 40 miljoen aan economische return opleveren. "Een zware overschatting. En je moet je afvragen wat je anders nog met dat geld kan doen."
Stad rekent op 40 miljoen opbrengst van de Tour: 'Zware overschatting'
De Grand Départ in cijfers
- 11 miljoen euro. Zoveel kost de Tour minstens aan de stad Brussel.
- 40 miljoen euro. Zoveel verwacht de stad als return.
- 2 miljoen euro. Zoveel kosten de wegenwerken.
- 1 miljoen. Zoveel bezoekers worden er verwacht.
- 3.000 vrijwilligers zullen er werken.
Vijfhonderd cameramensen, twaalf miljoen toeschouwers langs de weg en televisie-aandacht in honderdnegentig landen. De Tour de France is een massa-evenement dat amper zijn gelijke heeft in de wereld. Dat sportcircus doet vanaf donderdag vier dagen lang Brussel aan, de stad die het startschot van de Tour mag geven.
Die Grand Départ organiseren is een evenement waarop heel wat steden azen. Aan de Tourstart gaan dan ook jaren van lobbying vooraf. Utrecht stelde zich bijvoorbeeld al in 2002 kandidaat, maar kreeg pas in 2013 de start van de Tour.
Wie het felbegeerde evenement in de wacht sleept, moet ook nog eens diep in de portemonnee tasten. De verschillende overheden investeren in Brussel minstens 11 miljoen euro in de Grand Départ.
11 miljoen
De hoofdbrok daarvan is voor de Stad. Die betaalt alvast 5 miljoen euro aan ASO, de organisator van de Tour. Daarnaast trekt de stad nog eens 1,5 miljoen uit voor diverse promo-evenementen en de logistieke organisatie van de Tour zelf. Zo moet de Stad drieduizend vrijwilligers coördineren die tijdens de Touretappes in actie komen.
Ook het Gewest draagt bij. Zo kreeg het Brussels agentschap voor Toerisme visit.brussels 1,3 miljoen euro om Brussel in het kader van de Tour te promoten en geeft het Gewest ook 2 miljoen euro uit voor diverse wegenwerken, vooral asfaltering van oneffen delen van het parcours.
En ook de federale regering trekt 1,3 miljoen uit. Over de extra inspanningen van politie, brandweer, netheids- en andere overheidsdiensten hebben we het dan nog niet gehad.
"Voor 40 euro de man zal de gemiddelde Vlaamse bezoeker al heel wat pinten mogen drinken"
129 miljoen
Minstens 11 miljoen euro aan belastinggeld, is het dat allemaal waard? Uit talloze studies moet blijken van wel. De Tourstart in Utrecht in 2015 zou de stedelijke economie bijvoorbeeld 25 miljoen euro opgeleverd hebben. En de start in Yorkshire het jaar voordien zou zelfs 129 miljoen euro in het lokale laatje gebracht hebben.
"Grosso modo geldt dat je voor een geïnvesteerde euro twee euro terugkrijgt,” zegt visit.brussels-woordvoerder Jeroen Roppe. “Bovendien levert het een stad een positief imago op dat tot een groei van het toerisme kan leiden. We rekenen op een miljoen bezoekers voor de Tour, dat is twintig keer zoveel mensen als bij de terugkeer van de Rode Duivels vorig jaar."
40 miljoen
In Brussel houdt het stadsbestuur het op een economische return van 40 tot 50 miljoen euro. Dat soort inkomsten gaat bijna volledig naar de gastronomie, blijkt uit eerdere studies in andere steden. Extra werk in de gastronomie, dat is altijd welkom in een stad als Brussel, waar er te weinig jobs voor laaggeschoolden zijn.
In Düsseldorf zag de verdeling er als volgt uit: cafés en restaurants zouden 54 miljoen extra inkomsten geboekt hebben, tegenover 3 miljoen voor de hotels. De lokale overheid zou via de belastingen 2 miljoen euro terugkrijgen.
Maar kloppen die inschattingen over de verwachte winsten wel? Wie studies over de verschillende Tourstarts doorneemt, krijgt bij momenten het gevoel dat het om toeristische promotiebrochures gaat. De documenten in kwestie zijn meestal ook uitgevoerd in opdracht van de Tourorganisatoren zelf, die geen belang hebben bij een negatieve conclusie.
Kosten-batenanalyse
Als we sporteconoom Trudo Dejonghe (KU Leuven) bellen, blijkt ook hij sceptisch. “Eigenlijk moet je een kosten-batenanalyse maken waar je ook met de negatieve gevolgen rekening houdt. De impactstudies zijn vooral marketingdocumenten waarmee beleidsverantwoordelijken proberen om die grote bedragen te rechtvaardigen die ze uitgeven aan belastinggeld. Voor Yvan Mayeur en Alain Courtois was dit ook een manier om nog eens in de kijker te lopen.”
Dejonghe maakt zijn punt concreet. “Brussel verwacht bijvoorbeeld een miljoen mensen die samen 40 miljoen extra inkomsten zullen genereren. Maar die bezoekers zullen vooral uit Vlaanderen komen waar wielrennen populair is en ze zullen hier niet overnachten. Voor 40 euro de man zullen die gemiddeld al heel wat pinten mogen drinken.”
Toeristen die zin hebben in een weekendje zomers Brussel kunnen zich makkelijk laten afschrikken door een mega-evenement als de Tour.
16 miljoen
De visie van Dejonghe wordt gestaafd door een masterproef die vorige maand werd afgeleverd. Simon Bourdeaud’hui onderzocht voor de KU Leuven de economische impact van de Grand Départ in Brussel. Niet in opdracht van de Stad, maar onder de onafhankelijke begeleiding van promotor en sporteconoom Daam Van Reeth.
De studie schat de economische impact van de Grand Départ met 16 miljoen euro, maar op een derde van het bedrag dat de Stad voorspelt. Het verschil met de 11 miljoen openbaar geld is meteen een stuk kleiner.
Verdringingseffect
Bourdeaud’hui wijst onder meer op het verdringingseffect dat een groot evenement als de Tour veroorzaakt. Toeristen die zin hebben in een weekendje zomers Brussel kunnen zich makkelijk laten afschrikken door een mega-evenement als de Tour.
En ook lokale bewoners ontvluchten de stad al eens voor zo’n ingrijpend spektakel. De auteur van de studie gaat er zo van uit dat evenveel mensen Brussel zullen vermijden als er naar de Tour zullen komen.
61 procent
Trudo Dejonghe bevestigt het bestaan van dat effect. "Er zijn daar nogal wat voorbeelden van. Tijdens het WK voetbal in Frankrijk in 1998 waren er bijvoorbeeld minder bezoekers in Parijs dan normaal op dat moment van het jaar. Idem voor de Olympische Spelen in Londen."
Een blik op Airbnb leert alvast dat er op een week van de Tour niet meteen een stormloop is op gastenkamers van dat weekend. 61 procent van de logies zit bij het schrijven van dit artikel vol.
Privéwinst
De sporteconoom wijst op nog een ander aspect. "Het geïnvesteerde geld is vrijwel allemaal publiek, terwijl de return naar de privésector gaat. We moeten ons vooral afvragen of dat belastinggeld op de juiste plek wordt geïnvesteerd, of het niet zinvoller zou zijn om er scholen, rusthuizen of fietspaden mee te bouwen of renoveren."
Het antwoord op die vraag heeft Dejonghe niet. "Ik zeg niet dat je geen Ronde van Frankrijk naar Brussel moet halen. Voor de horeca is dit ongetwijfeld een goede zaak. Maar waarom altijd die cijfers verbloemen?"
Brussels Grand Départ
Lees meer over: Brussel-Stad , Sport , Economie , Brussels Grand Départ , Tour de France , Grand Départ , Le Grand Départ , Ronde van Frankrijk , wielersport
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.