Reeks

De Heyvaertwijk (3): klaar voor een nieuwe wind

Hans Vandecandelaere
© BRUZZ
27/01/2021

| De toekomstige Wintertuin komt op de plaats van een voormalige autohandel.

Er beweegt wat in de Heyvaertbuurt. Sommige autohandelaars tonen interesse in vastgoed­investeringen. Er zijn de eerste, kleinschalige projecten op het vlak van huisvesting, heraanleg van de publieke ruimte en nieuwe economische bedrijvigheid. En het Gewest legde een langetermijnvisie op tafel. “Evolutie, geen revolutie,” zo klinkt het.

Nieuwe bedrijven voor de Heyvaertwijk. Zo wil het gewestelijk Richtplan van Aanleg het graag. En liefst bedrijven die producten maken en ook kortgeschoolden tewerkstellen. De autohandelaars gaan geleidelijk aan weg. Dat is zeker. En Stedenbouw is duidelijk. Ze mogen van hun panden appartementen maken, maar de gelijkvloerse verdieping moet bedrijfsruimte blijven. Zelfs de plafondhoogte is bepaald. Bestelwagens moeten kunnen laden en lossen. “Als je productie wil, moet je eerst zorgen dat daar plaats voor is,” stelt bouwmeester Kristiaan Borret.

Maar hoe je die nieuwe vormen van productie naar de wijk zuigt, blijft in het Richtplan zeer vaag. “De invulling van de ruimtes is inderdaad iets om in de gaten te houden,” zegt de bouwmeester bezorgd. “Straks komt er misschien wel niets in of zien we kleine kantoortjes die er eigenlijk niet zouden mogen zitten. Hoe we dat zullen sturen, zijn vragen voor de toekomst. Daarom is het goed dat de autohandelaars geleidelijk, en niet bruusk zouden wegtrekken. Idealiter moeten we bereiken dat de bedrijven die er komen ook de bedrijven zijn die we willen.” Sarah De Boeck van de onderzoekscel Cosmopolis van de VUB concretiseert: “Wie in de stad woont, heeft nood aan een economie die het dagelijkse leven ondersteunt. We moeten daarom inzetten op bedrijven in sectoren zoals voeding, bouw, zorg en onderhoud. Iedereen heeft vroeg of laat een elektricien of een loodgieter nodig en die moeten betaalbare ruimte kunnen vinden in de stad.”

Nieuwe bedrijvigheid

Gerd De Wilde geeft een rondleiding door de site van de voormalige garage D'Ieteren. Met 20.000 vierkante meter bestrijkt ze tussen de Bergensesteenweg en de Heyvaertstraat een enorme oppervlakte in de wijk. D'Ieteren Immo wil de komende vijf jaar nagaan of hier een circulaire maakeconomie van de grond kan komen en doopte de garage om in Circularium. Wat vandaag nog leeg oogt, moet zich de komende tijd vullen met tientallen huurders. De eerste zijn er al. Fruitcollect plukt in stadstuinen tonnen fruit om er sap van te maken. Link Up recupereert oude laptops en tablets. Om de digitale kloof te dichten, worden ze na een onderhoudsbeurt aan scholen ter beschikking gesteld. Vzw L'ilôt verzamelt afgedankte meubels en toestellen om er appartementen mee in te richten voor daklozen die van de straat raken. Grootschaliger? Micro Factory is een collectief dat toestellen aankoopt die voor een individu peperduur zijn: zaagmachines, 3D-printers, lasersnijders. Zeg maar een materialenbank waar iedereen die lidgeld betaalt welkom is.

De site van de voormalige garage D’Ieteren. Met 20.000 vierkante meter bestrijkt ze tussen de Bergensesteenweg en de Heyvaertstraat een enorme oppervlakte in de Heyvaertwijk.

| De site van de voormalige garage D’Ieteren. Met 20.000 vierkante meter bestrijkt ze tussen de Bergensesteenweg en de Heyvaertstraat een enorme oppervlakte in de wijk. D’Ieteren Immo wil de komende vijf jaar nagaan of hier een circulaire maakeconomie van de grond kan komen en doopte de garage om in Circularium.

In een hangar langs de Heyvaertstraat zou een grote opslagplaats komen voor het hergebruik van bouwmaterialen. “Vandaag leggen eerder langgeschoolde mensen de basis voor deze innovatieve markt,” zegt De Wilde. “In het beste geval kunnen ze er ook van leven. Als we hier later ook tewerkstellingsprojecten voor kortgeschoolden aan kunnen koppelen, zijn we goed bezig. Eerst moeten we een pool creëren die de nodige uitstraling heeft.”

De Heyvaertwijk met de handel in tweedehands auto's

| Het vooralsnog grootste woningbouwproject van Citydev in de Passerstraat (links). Een deel van de braakliggende grond wordt onderdeel van het Kleine Zennepark.

Als er al wat nieuwe ontluikende productie in de wijk te bespeuren valt, dan ligt die in de lijn van het Circularium: duurzame productie, en dan vooral in de bouw- en de recyclagesector. De gemeente Molenbeek kocht bijvoorbeeld in de Heyvaertstraat 59 een garage op. Het plan is om er gerecupereerde bouwmaterialen van de gemeentelijke werven door te verkopen aan de aannemers van de gemeente. Even verderop zit Wood In Molenbeek, een testproject om met afgedankt hout (uit de wijk) meubels te maken. “Recyclage van glas en pvc zijn inmiddels ingeburgerde sectoren die veel kortgeschoolde jobs creëren,” duidt Pierre Melon, de man achter het project. “Met de recyclage of het hergebruik van hout ligt dat anders. Dat zit nog in een embryonale fase, waarin slechts een handvol langgeschoolden actief is.”

“Wie in de stad woont, heeft nood aan een economie die het dagelijkse leven ondersteunt. Iedereen heeft vroeg of laat een elektricien of een loodgieter nodig en die moeten betaalbare ruimte kunnen vinden in de stad”

Sarah De Boeck, onderzoekscel Cosmopolis (VUB)

1737 Heyvaertwijk Sarah De Boeck cosmopolis

Zijn dat de eerste clusters die de economische mutatie van de wijk inluiden? Ze lijken nog broos en kleinschalig. Zullen ze op termijn de huidige tewerkstelling in de wijk compenseren en de verschroeiende werkloosheidscijfers doen dalen? Vanuit de ULB werd het idee naar voren geschoven om van de Heyvaertbuurt een reuzenmaterialenbank te maken. “Zouden we vanuit de behoeftes van de recuperatie-economie de autohandelaars in de transitie kunnen begeleiden,” vraagt Sarah De Boeck zich af.

Ontwrichting of nieuw evenwicht

Ondertussen werkt Olivier Bastin aan een betere leefomgeving. Hij is een van de architecten die langs het kanaal de Wintertuin bouwt, het pronkstuk van de gemeente Molenbeek. Op de plaats van de voormalige auto-opslagplaats Libelcohal komt een nieuwe publieke ruimte, bereikbaar vanuit de Nijverheidskaai, de Heyvaert- en de Liverpoolstraat. “Het idee is om het etmaal rond voor aanwezigheid te zorgen,” zegt Bastin. “Op de verdiepingen kan er worden gewoond. Op straatniveau komen rondom het plein ruimtes voor een grote crèche, houtverwerking, fietsenherstel en Circus Zonder Handen.”

Op de plaats van de voormalige auto-opslagplaats Libelcohal komt een nieuwe publieke ruimte, bereikbaar vanuit de Nijverheidskaai, de Heyvaert- en de Liverpoolstraat.

| Olivier Bastin is een van de architecten die langs het kanaal de Wintertuin bouwt, het pronkstuk van de gemeente Molenbeek. Op de plaats van de voormalige auto-opslagplaats Libelcohal komt een nieuwe publieke ruimte, bereikbaar vanuit de Nijverheidskaai, de Heyvaert- en de Liverpoolstraat.

Architectenbureau B-612 bouwt er aan een proefproject: acht sociale, intergenerationele woningen. De ouderen zullen op de kinderen van de jongeren passen en de jongeren helpen de ouderen. Toch is het ook hier uitkijken welk publiek de weg naar de Wintertuin zal vinden. Het is van belang dat er een goed evenwicht ontstaat tussen kansarme groepen en meer bemiddelde nieuwkomers. Er zijn alvast wat plekken in de wijk die tot sociale correcties kunnen leiden. De WijkAntenne de Quartier bijvoorbeeld (WAQ). Of in de Liverpoolstraat waar de gemeente Anderlecht een drukkerij tot een trefcentrum verbouwt voor sociaal-culturele activiteiten. Zal dat volstaan? Stadsvernieuwing moet iedereen ten goede komen en mag niet omslaan in verdringing.

Veel zal afhangen van de realisatie van het woonprogramma. “Wij stellen voor dat dat voor de helft door de privésector wordt gerealiseerd en voor de andere helft met publieke middelen,” zegt de burgemeester van Anderlecht, Fabrice Cumps (PS). “Publiek betekent dus een combinatie van middenklassenwoningen en sociale woningen.” Hoe de balans er verder in detail uitziet, is onduidelijk en risicovol. “De publieke sector wordt door het Richtplan van Aanleg immers niet gedwongen om ook een gedeelte sociale woningen bij te bouwen. Dat wordt enkel opgelegd aan de privésector. De kans is dus reëel dat dat vooral leidt tot de bouw van middenklassenwoningen,” vreest Claire Scohier van Inter-Environnement Bruxelles.

De Heyvaertwijk met de handel in tweedehands auto's

In de Passerstraat werd in 2020 alvast het voorlopig grootste huisvestingsproject opgeleverd. Citydev en de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij bouwden er naar het model van de Tivoliwijk in Laken ongeveer zestig middenklassenwoningen langs de straatzijde en evenveel sociale woningen rond een nieuwe dwarsstraat die doodloopt op de muur van D'Ieteren. “Dit project injecteert alvast een achthonderdtal nieuwkomers in de wijk,” duidt Fahim Deleener, die een van de Citydev-appartementen kocht. “Het is nog te vroeg om in te schatten of dit model werkt. De bewoners van de sociale woningen zijn er nog niet. De filosofie luidt dat vermenging leidt tot meer sociale controle en minder samenlevingsproblemen. Zonder begeleiding werkt dat niet volgens mij. Maar er is alvast een bureau voor een opzichter die als aanspreekpunt kan fungeren.” Hij vertelt het in de publieke binnentuin van het project. Op termijn wordt die een onderdeel van het park van de Kleine Zenne.

De Godshuizenbrug over het kanaal verbindt de Nijverheidskaai en de Mariemontkaai in Sint-Jans-Molenbeek, maar is defect

| Er zijn alvast wat plekken in de wijk die tot sociale correcties kunnen leiden. De recent gebouwde WijkAntenne onder sociale woningen bijvoorbeeld, rechts op de foto.

Een groene long

Dat park moet de buurt een nieuwe smoel geven. Het zou een groene promenade moeten worden die het toekomstige stadsplein van de slachthuizen verbindt met het park aan de Ninoofsepoort. Op vier plaatsen beogen de ontwerpers een parkverbreding tot aan de Heyvaertstraat. Als het gaat om het principe, zijn er weinig tegenstemmen te horen. De huidige beschikbare publieke ruimte van de buurt is immers armtierig. “Waar moeten onze kinderen hier spelen?” Op het vlak van uitvoering en communicatie klinkt er meer tegenkanting. Het gaat om een lange strook die door de jaren heen is dichtgeslibd en opgesplitst in kavels. De overheden moeten eerst een resem handelaars en andere betrokkenen zien uit te kopen.

Ondertussen heerst er onzekerheid over het concrete ontwerp van het park. “Hoe ziet het Brussels Instituut voor Leefmilieu dat? Hoe zullen ze zo'n langgerekte corridor beheren in termen van veiligheid? Wordt het een spelonk van zes meter breed tussen de achterkanten van huizen en fabrieken?” Vanuit hun lofts in de Waskaarsstraat zijn Oscar, Pascal, Christian en andere bewoners betrokken partij. Een deel van de voormalige rivierbedding biedt vandaag toegang tot hun garages. Sommige bewoners vergroenden het tracé en verrijkten het met een terras. “We zijn zeker niet tegen een groene verbinding,” stelt Oscar. “Alleen mag een publieke ruimte niet zomaar van aan mijn gevel vertrekken. Ik stap 's morgens met mijn tas koffie niet graag pardoes in een park. We zitten hier op een drielandenpunt tussen de gemeenten Molenbeek, Anderlecht en Brussel-Stad. We ontvangen vertegenwoordigers van die gemeenten en ook van het Gewest. We formuleren constructieve bezwaren, maar daarna horen we niets meer van hen. Onze claim? Oké voor het principe van een park, maar in overleg en vanuit de bereidheid om de plannen bij te sturen.”

Lees hier de hele reeks er nog eens op na.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Stedenbouw , Reeks Heyvaertwijk , autohandel , transitwijk , Publieke ruimte

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni