Als de Stad Brussel het Vrijheidsplein heraanlegt, moeten de hoge bomen er weg. Dat advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) veroorzaakte vorige week meteen een storm van verontwaardiging. Het is niet de eerste keer dat de instelling het verwijt krijgt wereldvreemd te zijn. Wat is daarvan aan? “U moest eens weten hoe vaak wij juist kaalslag vermijden.”
| Het Vrijheidsplein: de huidige bomen uit 1978 belemmeren volgens de Commissie Monumenten en Landschappen niet alleen het zicht op de historische gevels. Met hun oppervlakkige wortels beschadigen ze ook het plein en zouden ze een eventuele heraanleg niet overleven.
KCML? Schieve architect zeggen we bij ons ...
#waanzin
Er is echt een levensgroot probleem met de KCML
Ongelofelijk! In een wereld vol hittegolven gaan ze natuurlijke schaduw wegnemen. Ze zouden beter dat comité wegkappen (…).
De reacties op onze berichtgeving over het - bindend - advies van de Commissie waren afgelopen week hevig. In dat advies stelt de Commissie voor om de bomen op het Vrijheidsplein, die er vandaag een bladerdak vormen boven de terrassen, te kappen als het plein heraangelegd wordt. De belangrijkste motivatie: de huidige bomen uit 1978 belemmeren het zicht op het beschermde plein en zijn gebouwen. Door hun oppervlakkige wortels beschadigen ze ook het plein, argumenteert de instantie, die minder en kleinere exemplaren vraagt.
Knarsetanden
Dat de reacties zo fel uitvielen had mogelijk wat met het weer te maken. Het nieuws kwam uit toen Brussel al dagen onder tropische temperaturen kreunde, een moment waarop het belang van stadsbomen bijna existentieel wordt.
Maar doorslaggevender wellicht: het is niet de eerste keer dat de Commissie onder vuur ligt voor haar adviezen, die bindend zijn als het over beschermde gebouwen of plekken gaat. Er gaat geen halfjaar voorbij of we horen ergens wel een Brusselse politicus knarsetanden over de starheid van de instelling. De algemene teneur daarbij: “De Commissie houdt de ontwikkeling naar een hedendaagse stad tegen, of het nu over klimaatverandering, zachte mobiliteit of energiebesparing gaat.”
In een interview van 2021 bekritiseerde Brussels mobiliteitsschepen Bart Dhondt (Groen) bijvoorbeeld de voorliefde van de Commissie voor kasseien, die vaak een kwelling zijn voor voetgangers, rolstoelgebruikers en fietsers.
Of neem nu het nieuwe Beursplein in de voetgangerszone. Als het aan de Commissie lag, was dat nooit op één niveau gekomen, maar werden de historische trottoirs behouden. In het algemeen gruwt de instelling trouwens van projecten waarbij die voetpaden sneuvelen ten voordele van een aanleg op één niveau. Ook bij het project voor het nieuwe Vrijheidsplein is dat een van de bezwaren in het advies: “[De Commissie] oordeelt dat de organisatie van de publieke ruimte, een plein op één niveau en de materialen breken met de eigenschappen en compositie van het oorspronkelijke ontwerp, die tot de bescherming hebben geleid.”
Tegenmacht voor de sloophamer
Is de Commissie daarmee een rem op de evolutie naar een hedendaagse stad? Of toch eerder de behoeder voor de sloophamer? Om die vraag te beantwoorden moeten we terug naar het ontstaan van het 'eensluidende advies' dat de instelling uitspreekt als het over beschermde plekken gaat. Die bindende regeling kwam er al kort na de oprichting van het Gewest. Brussel zat toen nog steeds met de kater van de kaalslag uit de decennia ervoor, onder meer op het vlak van erfgoed. Zo ging het magistrale volkshuis van Horta tegen de grond in 1965. De Commissie moest een tegenmacht vormen tegen de belangen die bewezen hadden met welk gemak ze de stad en haar juwelen konden verwoesten. Vlaanderen, dat die afbraakwoede minder kende, heeft zo'n onafhankelijke commissie met bindend advies bijvoorbeeld niet.
Hoe diepgeworteld die vrees voor de macht van promotoren, geldbelangen en willekeur is, bleek nog eens in 2017 toen een PS-voorstel tot afschaffing van het bindend advies het in extremis niet haalde. Behalve burgerbewegingen en oppositiepartijen als Ecolo gingen ook meerderheidspartijen Défi en CDH (vandaag Les Engagés) op de rem staan. Ontslagnemend staatssecretaris voor Stedenbouw Pascal Smet (one.brussels/Vooruit) wou de kwestie nu opnieuw aankaarten bij de hervorming van het Brussels Wetboek Ruimtelijke Ordening.
“De tijden zijn ondertussen toch veranderd,” vindt Brussels schepen van Stedenbouw Ans Persoons (one.brussels/Vooruit), die geregeld met de Commissie te maken krijgt. We spreken haar en Pascal Smet voor die laatste ontslag nam als Brussels staatssecretaris en voor bekend werd dat Persoons hem in die functie opvolgt. “De tijd dat we erfgoed zomaar van de kaart veegden ligt al een hele tijd achter ons,” vindt Persoons.
Partijgenoot Smet zit op dezelfde lijn als Persoons. “De Commissie heeft haar waarde, maar we moeten af van het bindend advies. Als we vandaag bouwen, doen we dat de lessen uit het verleden indachtig. Een stad moet ook kunnen evolueren, pleinen veranderen, ze krijgen andere functies. Als je dat blokkeert, beland je in een openluchtmuseum.”
Voor een goed begrip: helemaal in steen gebeiteld is zo'n eensluidend advies nu ook niet. De Stad kan immers nog in beroep gaan bij de Brusselse regering, die het kan opzijschuiven. Voor het Vrijheidsplein is het stadsbestuur dat ook van plan.
Wie helemaal niet akkoord gaat met Smet en Persoons is stadsvereniging Arau. “Die tegenmacht is vandaag echt nog nodig en het bindend advies hoort daarbij,” vindt directeur Marion Alecian. “Kijk maar met welk gemak Stad en Gewest vandaag beslissen om het Zuidpaleis in het centrum af te breken, dat trouwens niet eens beschermd is.” Alecian merkt ook hoe de Commissie vaak wél voor bomen en natuur kiest. “Op de Papenvest vraagt ze bijvoorbeeld om zestig bomen te behouden die zouden verdwijnen. Ze zijn wel degelijk met klimaat en biodiversiteit bezig.” De communicatie van de Commissie, die kan dan weer beter vindt Alecian. “Ze mogen wat meer naar buiten treden.”
Tegen de stroom in
Over naar de Koninklijke Commissie zelf. Hoe kijkt die naar de golf aan reacties op haar advies? “Die vonden we best wel heftig,” geeft Ann Voets toe. De kunsthistorica en landschapsarchitecte is ondervoorzitster van de Commissie. “In de voorafgaande overlegcommissies hadden we hetzelfde standpunt ingenomen en toen stonden we niet alleen.”
Toch staat Voets vandaag nog steeds achter het advies. “Wat die bomen betreft waar iedereen op focust: de Commissie heeft nergens geëist dat die tot elke prijs weg moeten. We zeggen wél dat ze er bij een volledige heraanleg geen toekomst hebben: omwille van het historische uitzicht op het plein, maar ook omdat ze de werken waarschijnlijk niet eens zullen overleven.”
“De wortels van die vleugelnootbomen zijn erg oppervlakkig en ook na de geplande heraanleg zullen ze de oppervlakte opzoeken, mochten ze de werken overleven,” legt Voets uit. “Ze zitten trouwens ondertussen overal tussen de nutsleidingen en zelfs in de riolen, blijkt uit het rapport van de boomdeskundige. Op een bepaald moment zegt zo'n stadsboom dan: 'Het is genoeg geweest'. Diezelfde oppervlakkige wortels vernielen vandaag trouwens al de oppervlakte van het plein.”
De ondervoorzitster ontkent alvast dat de Commissie stadsbomen vooral als een zichtbelemmering voor de gebouwen ziet. “Vaak zijn wij het net die voor het behoud van historische boomrijen strijden. Denk bijvoorbeeld aan de Havenlaan. En we ijveren er vandaag ook voor om het Jubelpark klimaatrobuust te maken, zelfs als we daarvoor tegen de stroom in moeten roeien. We willen toch allemaal dat onze kinderen en kleinkinderen nog weten hoe een grote boom eruit ziet.”
“De Commissie heeft nergens geëist dat die bomen weg moeten. We zeggen wél dat ze bij een heraanleg geen toekomst hebben”
Maar in het geval van het Vrijheidsplein dreigen het hoge groen en de andere ingrepen de wijk er onleesbaar te maken, waarschuwt Voets. “Dat historische deel van de stad is gebouwd rond zichtlijnen en perspectieven, het is een mooie en waardevolle scenografie die je liever niet zomaar verstoort.” De KCML staat doorgaans niet alleen met dat soort bedenkingen. Ook stadsverenigingen als Arau zitten vaak op dezelfde lijn.
Leger van paaltjes
De bomen zijn voor de Commissie maar één bezwaar in het plan van de stad. Ook de aanleg op één niveau moet het ontgelden. “Als je de verhoogde trottoirs weghaalt, breng je meteen een hoop andere rommel in de openbare ruimte, zoals een leger van paaltjes.”
Het is een argument waar Persoons zich niet kan in vinden. “Die historische voetpaden dateren vaak al van voor de massale aanwezigheid van auto's in de stad, waardoor voetgangers evengoed de straat konden gebruiken. Als je ze nu overal behoudt, duw je die voetgangers op sommige plaatsen gewoon samen op smalle trottoirs.”
Dat de bomen bij een heraanleg zouden moeten wijken, betreurt Persoons. “Het argument van het uitzicht snijdt ook niet helemaal hout. De helft van het jaar hebben die bomen geen bladeren en kan je de gebouwen perfect bewonderen.”
Over de verschillende dossiers heen merkt Persoons hoe de commissieleden – vaak (kunst)historici, stedenbouwkundigen en architecten – vooral vanuit hun eigen expertise redeneren en minder aandacht hebben voor andere bekommernissen. “Ze kunnen ook heel erg onder elkaar blijven en worden niet blootgesteld aan meningen van bijvoorbeeld bewoners. We missen daardoor een echte clash van ideeën. Reden te meer om af te stappen van het bindend advies.”
De Commissie van haar kant wijst er dan weer op dat ongunstige bindende adviezen eerder zeldzaam zijn. Vorig jaar waren het er bijvoorbeeld maar 16 op 116 dossiers. In de andere gevallen was het oordeel gunstig of gunstig onder voorwaarden. In de praktijk kennen ontwikkelaars of overheden de macht van de Commissie en kiezen ze dan ook voor een traject van dialoog, overleg en compromissen. “Onder meer voor de vroegere hoofdzetel van de Royale Belge, ING en het Conservatorium wierp dat vruchten af,” laat Voets weten.
Visueel-esthetisch
We leggen ons oor nog even te luisteren bij bouwmeester Kristiaan Borret, die de kwaliteit van de stedelijke ontwikkeling in Brussel moet bewaken. Ook hij merkt op hoe de Commissie een sterke nadruk legt op enkele aspecten van de stad. “Hun adviezen focussen heel erg op het visueel-esthetische aspect van erfgoed, maar een stad is veel meer dan dat. Bedenkingen over leefkwaliteit vind je er bijvoorbeeld te weinig in.” Ook Borret is het bindende karakter van adviezen liever kwijt dan rijk.
Het slotwoord is voor de Commissie zelf. Na ons telefoongesprek drukt Voets ons nog eens per e-mail op het hart dat de instantie “niet ongevoelig is voor de manier waarop haar advies werd ontvangen door de pers en de buurtbewoners. Ze zal deze kwestie collectief bespreken tijdens haar volgende plenaire vergadering en vervolgens, als ze daartoe besluit, haar standpunten bekendmaken aan het publiek.”
De bomen van het Vrijheidsplein, die staan er nog wel even.
Lees meer over: Brussel-Stad , Stedenbouw , Vrijheidsplein , Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen , KCML
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.