Zakenpartners Leo Van Broeck en Oana Bogdan hebben een duidelijk beeld van waar Brussel heen moet in tijden van corona en klimaatopwarming. De architecten dromen van een échte grootstad, waar de Zenne ruimte krijgt, kasseien verdwijnen en straten overkoepeld worden door klimplanten. “Je moet de verbeelding prikkelen.”
| Oana Bogdan en Leo Van Broeck – met op de achtergrond het door hen ontwerpen The Cosmopolitan – zijn hoopvol: “Als mensen blijven telewerken, kunnen kantoren woonruimte worden.”
Wie is Oana Bogdan (42)?
- Groeit op in Roemenië
- Studeert architectuur en stedenbouw aan de Ion Mincu Universiteit in Roemenië
- Komt in 1999 met een Erasmusbeurs naar België, studeert architectuur aan KU Leuven en Universiteit van Antwerpen
- Mede-oprichter en zaakvoerder Brussels architectenbureau Bogdan & Van Broeck
- Doceerde jarenlang architectuur en stedenbouw aan de KU Leuven
- Interim-staatssecretaris Cultuur in Roemeense regering in 2016
- Richt in 2018 de politieke partij Plus mee op in Roemenië l
- Lid van de raad van bestuur van het culturele platform A+ Architecture in Belgium
Wie is Leo Van Broeck (62)?
- Studeert burgerlijk ingenieur-architect (KU Leuven)
- Mede-oprichter en zaakvoerder Brussels architectenbureau Bogdan & Van Broeck
- Docent architectonisch en stedenbouwkundig ontwerpen aan de KU Leuven, en daar betrokken bij de uitbouw van interfacultair onderwijs in duurzame ontwikkeling
- Maakt in 2019 op vraag van Youth For Climate een rapport over de problematiek van duurzaamheid en klimaat
- Is van 2016 tot juni 2020 Vlaams Bouwmeester
Dit vat mijn visie goed samen,” wijst ex-Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck met een grijns naar een Michelinkaart van België aan de muur. Of beter gezegd: een kaart waarop heel België de naam ‘Brussel’ heeft gekregen. “Alle snelwegen in België zijn getekend als de metrolijnen voor Brussel. Heel België telt vandaag minder mensen dan Londen, maar die morzel bevolking heeft zich uitgesmeerd over een zeven keer groter grondgebied. Dat is niet meer verantwoord.” Oana Bogdan, die opgroeide in Ceaucescu’s Roemenië, maar hier al van haar studententijd woont, treedt hem bij. “Voor buitenlanders komt België sowieso al neer op de hoofdstad van Europa. Ze kennen alleen Brussel.” Allebei wonen en werken ze – minstens deels – in de hoofdstad. Met graagte. “Wij zijn allebei verliefd op Brussel.”
Dat geldt niet voor iedereen. Na een interview waarin u, Leo Van Broeck, nogmaals opriep dichter bij elkaar te wonen in de stad om te vermijden dat de wereld verder opwarmt, tweette iemand: voor velen is Brussel een opgewarmde vuilnisbelt.
Leo Van Broeck: Wat een onzin. De klimaatopwarming en de ecosysteemvernietiging worden veroorzaakt door Vlaanderen en Wallonië. Steden zijn de meeste ecologische plekken ter wereld, omdat mensen er veel minder CO2 uitstoten voor hun verwarming en vervoer. Hier kan je te voet naar je werk.
Oana Bogdan: Mensen oordelen te snel. Omdat er terroristen zijn opgepakt in Molenbeek zou het daar supergevaarlijk zijn. Helemaal niet.
Van Broeck: Hetzelfde met Covid-19. Als je kijkt naar het aantal gevallen per honderdduizend, de incidentie, dan worden steden onzichtbaar op de kaart, maar zie je gebieden op het platteland opduiken.
Deze zomer waren alle ogen van de experts nochtans gericht op de grootsteden, net omdat de alarmdrempel eerst in Antwerpen en vervolgens in Brussel werd overschreden.
Van Broeck: Ik heb het besproken met mensen van de Verenigde Naties: de perceptie dat je in de stad meer risico loopt op Covid-19 klopt niet. Armoede, cultuur, discriminatie, maar ook positieve culturele factoren zoals hartelijker, sociaal contact spelen wél een rol. Het is veel complexer dan men denkt.
Jullie bepleiten allebei al lang dat mensen dichter bij elkaar moeten gaan wonen, dat steden hoger moeten bouwen. Heeft Covid-19 die inspanningen niet deels ongedaan gemaakt? De vraag naar huizen in het groen zou toegenomen zijn.
Bogdan: Ten onrechte. Precies omdat we door Covid-19 meer thuis moesten blijven, was het ook handig om alles dichtbij te hebben. Dan is in een stad wonen veel gemakkelijker dan wonen in een afgelegen verkaveling. Hier heb je alles om de hoek: voorzieningen zoals ziekenhuizen, winkels, scholen, cultuur.
“Ze vergeten dat de aarde een lijf is waar wij atletenprestaties van verwachten. In plaats van die atleet te laten drinken, dekken we die af met beton, klinkers, asfalt en kasseien”
Maar wat met de nood aan buitenruimte? Moeilijk als je geen tuin hebt. Of de parken overbevolkt zijn.
Bogdan: Covid-19 heeft de pijnpunten van Brussel wel blootgelegd. We hebben niet de juiste woningen in de stad. Tachtig procent van de bewoners in Anderlecht heeft geen buitenruimte. Ik zou niet kunnen overleven zonder. Sinds de lockdown zijn gelukkig veel meer mensen gaan fi etsen in de stad, hopelijk versnelt dat de evolutie en zetten de negentien gemeenten daar eindelijk samen op in.
Van Broeck: Brussel telt het grootste aantal parken van alle Europese hoofdsteden – 124 om precies te zijn. Het klopt dat er wel betaalbare woningen zijn, maar vaak zijn het krotten zonder buitenruimte. En de publieke ruimte en de straten hier zijn te gebetonneerd.
Dan is het toch niet vreemd dat zelfs overtuigde stadsbewoners overwegen om te vertrekken.
Van Broeck: Het probleem is dat onze samenleving steeds meer drijft op perceptie in plaats van op feiten. Veel burgers willen op den buiten wonen voor de gezonde lucht en omdat er minder fijn stof zou zijn. De statistieken spreken dat tegen. De concentratie fijn stof is bijna overal in België even hoog omdat het open waait. Stikstofoxide heb je tot op vijftig meter van de weg en niet verder. In Brussel-centrum ligt dat dus een stuk lager dan aan de Brusselse Ring, waar het even hoog is als naast de E40 in Bierbeek.
Bovendien moeten kinderen op het platteland verder naar school en lopen ze meer risico op een verkeersongeval. Er is meer obesitas en er zijn meer echtscheidingen, omdat mensen veel langere werkdagen maken doordat ze twee uur moeten pendelen. We weten al twintig jaar dat ons verkeersinfarct ontstaat door ons verspreid wonen. (Maakt zich boos) De oplossing is verhuizen, dichter bij je werk, maar dat wordt niet genoeg benadrukt! BOGDAN: Mensen reageren slecht als ze in het defensief worden geduwd. Het probleem is dat Brussel niet in staat is een visie te ontwikkelen die mensen naar de stad lokt. Niet vanuit een schuldgevoel, maar vanuit een aantrekkingskracht.
Tijdens de coronacrisis waren er veel aanzetten om Brussel te vergroenen: coronafietspaden, het woonerf, een autoluwer Ter Kamerenbos. Maar Ukkel overweegt al een juridische klacht tegen dat laatste.
Van Broeck: De ingrepen zijn zeer hoopvol, alleen jammer dat het alweer wat afgezwakt wordt. Politici moeten daar nu vooral keihard op doorgaan. Denk aan de piétonnier. Die zou het centrum kapotmaken, terwijl het nu zwart van het volk ziet. Je ziet dat iets ten goede kan veranderen als er politieke moed is en je de burger collectieve ruimte geeft.
Bogdan: Die klachten over overlast in Ukkel bewijzen weer dat er geen overkoepelende visie is, waardoor je allerlei nimby’s (not in my back yard, red.) krijgt die protesteren. Je beslissingen moeten passen in een visie, je moet mensen uitleggen waar Brussel binnen zoveel jaar wil staan. Dan beseffen mensen dat die beslissing genomen wordt voor een groter goed.
Van Broeck: Inciviek egoïsme – mijn buur mag niet hoger bouwen, mijn zon mag niet verdwijnen – maakt veel goed beleid hier kapot. In de publieke ruimte ben je collectief. Samenleven betekent vandaag te veel elkaar niet storen in plaats van elkaar gelukkig maken.
Bogdan: Het ontbreekt veel mensen aan verbeelding. Andere grootstedelijke burgemeesters konden soms ook pas iets realiseren door de guerrilla in hun eigen stad te organiseren. De burgemeester van Curitiba, een miljoenenstad in Brazilië, wist dat hij eerst supersnel een proefproject van een voetgangerszone moest tonen – tegen zijn administratie in – om de inwoners te laten dromen. Na een week hebben ze het omarmd en kon hij de rest realiseren.
Je mag nog zoveel plannen hebben als je wil, het gebrek aan ruimte of beschikbare grond bemoeilijkt veel. Met de coronacrisis blijft veel kantoorruimte onbenut. Een kans?
Bogdan: Dat biedt veel potentieel! Tijdens de lockdown zag ik heel onze buurt, de Europese wijk, leeglopen. Tachtig procent van de werknemers aan de Europese instellingen werkt nog altijd van thuis uit, die zullen niet allemaal terugkeren. Daarom opperde ik tegen een Europese topman om de Europese instellingen te reorganiseren en enkele gebouwen misschien te heroriënteren naar woningen. Daar is ongeloofl ijk veel nood aan. Denk maar aan de wachtlijsten voor sociale woningen. Maar hij vond dat een ongeloofl ijk stom idee: ‘Wonen te midden van hun kantoren?’
Van Broeck: Vlaams minister Bart Somers heeft gezegd dat telewerken vanaf nu de standaard is voor ambtenaren. Dat bespaart miljarden aan gebouwen. De kantoorruimte die zo in Brussel vrijkomt, biedt een kans om te wonen. Kantoorgebouwen lenen zich perfect voor een herbestemming.
“Het probleem is dat Brussel niet in staat is een visie te ontwikkelen die mensen naar de stad lokt”
We wisten amper hoe te leven met corona of kregen al af te rekenen met de gevolgen van de klimaatopwarming: zowel hitte als wateroverlast. Hoe kan Brussel zich daar beter tegen wapenen?
Van Broeck: Enerzijds door meer bewoners aan te trekken, want de opwarming wordt veroorzaakt door al wie buiten de centra is gaan wonen. Anderzijds kan Brussel natuur creëren door te verdichten. We hebben te veel buitengebied opgeofferd. De natuur is de zelfregelende thermostaat van de planeet en die is bijna weg. Het verdwijnen van de biodiversiteit en het massaal uitsterven van soorten is nog erger dan de klimaatopwarming en gaat sneller.
Bogdan: Bij de term verdichting zien mensen te snel op elkaar gepakte en gestapelde woningen, maar dat is niet hetzelfde als congestie van voetgangers. Er is ook meer buitenruimte en groen nodig, het is goed dat Brussel-stad daarop inzet. En we moeten ons water en onze rivieren op de juiste manier behandelen, dat zijn koelelementen in de stad.
Van Broeck: Waarom zet Brussel niet in op warmtenetten en een gigantische renovatiepolitiek van de rijwoningen met tuin? De publieke ruimte in Brussel moet ook aangepakt worden, die is keihard gebetonneerd en ligt vol kasseien. Daar breek je je nek op. Wie ’s nachts over de Havenlaan rijdt, maakt 20 decibel meer lawaai dan een vliegtuig dat via de Havenroute afdaalt naar Zaventem. Maar Erfgoed is pro kasseien. In naam van welk verleden? De bestrating in Brussel is disfunctioneel.
Moet Brussel dan ook een onthardingsambtenaar aanstellen zoals in Gent en alle kasseien uitbreken?
Van Broeck: Voorzie in een taskforce die straat per straat gaat kijken waar er volle grond is en waar nutteloze stoepdallen en verharding kunnen verdwijnen. Met het afval zullen ze nog vijftig jaar wegen kunnen aanleggen (lacht). Naast wegdek, een comfortabel fi etsstrookje in asfalt en een voetpad moet je op alle andere plaatsen groen voorzien. Zo kan je collectieve voortuintjes creëren. Kijk naar het marktplein in Sint-Niklaas: die stenen woestijn wordt heraangelegd als grasplein, dat waterdoorlatend is. Dát moeten we beogen.
Dus niet zoals het Warandepark dat vol dolomiet ligt. Dat is al zo sterk verhard dat er geen water meer naar de bodem kan sijpelen. Het gevolg: bij een stortvlaag loopt de ingang van metro Park geheid onder, omdat het park al zijn water naar daar draineert. Maar ook daar mag niets aan veranderen omdat het park beschermd is! Ze vergeten dat de aarde een lijf is waar wij atletenprestaties van verwachten. Maar in plaats van die atleet te laten drinken of zweten, dekken we die af met beton, klinkers, asfalt en kasseien.
Bogdan: We hebben minder baanvakken nodig en meer plaats voor bomen. Het probleem is: één ingreep hier heeft elders een impact. Je moet systemisch denken. De complexiteit is zo toegenomen dat de democratische aanpak problematisch kan worden.
Van Broeck: (Knikt) Als je iedereen overal inspraak ingeeft en niet vertrouwt op experts, riskeer je populistisch beleid te krijgen dat toegeeft aan de luidste roeper. Er is een juist evenwicht nodig tussen democratie en technocratie.
Dat klinkt alsof de politiek lonkt.
Van Broeck: Dat hebben ze me al vaak gevraagd. Maar als technocraat kan je niet achter één ideologie staan. Sommigen vonden me links, maar ik vind dat je kernenergie pas mag afsluiten als er alternatieven zijn.
Bogdan: Ik zie stilaan wel veel verbetering in Brussel, maar het gaat traag. Je zou een nieuwe politieke beweging in Brussel kunnen oprichten zoals ik in Roemenië heb gedaan (waar ze ook een halfjaar staatssecretaris was, red.). Als de juiste mensen opstaan, zou ik niet nee zeggen.
Van Broeck: Een beweging voor kennisgestuurde democratie. Een partij die groen is om het milieu te redden, rood omdat we geen sociaal kerkhof willen, blauw omdat we een gezonde economie en tewerkstelling willen die de planeet niet kapot maakt en die haar standpunten bijstuurt naarmate de kennis evolueert. Agalev is trouwens in mijn klas ontstaan, ik kreeg les van pater Versteylen.
Stedelingen moeten meer dromen, zeggen jullie. Help ze eens.
Van Broeck: Kijk naar Freiburg (Duitse stad en een model van een klimaatvriendelijke, energiearme stad, red.). Subsidieer groendaken, moedig burgers aan om klimplanten tegen hun gevel te laten groeien. Vervang kerstverlichting door spankabels waarlangs klimplanten over de straat kunnen groeien. Haal arduin, kasseien en asfalt weg waar het kan en vervang het door groen. Denk ook aan struikgewas en drasland. Laat het gras in het park hoog groeien, dan is het beter bestand tegen de hitte. Laat een deel van de parken verwilderen en zorg voor water, dan stijgt de biodiversiteit. Zulke zones kunnen het hitte-eilandeffect, waarbij de stad soms tien graden warmer wordt dan het platteland, met drie graden verminderen.
Bogdan: Wij hebben al volwassen bomen op het dak van een parkeergarage geplant. Creëer grote dakterrassen op grote gebouwen en maak ze publiek toegankelijk. Durf de publieke ruimte naar boven te verleggen. Laat parkeerplaatsen inpalmen door stukken groen of terrasjes. Misschien minder gemakkelijk, maar geef meer ruimte aan de rivier.
Van Broeck: In de Koning Albert IIlaan waar de Zenne onder loopt, is zeker plaats om die weer open te leggen. Zorg voor rijstroken waar bussen, taxi’s en deelauto’s nog door mogen, maar de individuele auto minder bestaansrecht heeft. Zeur niet als de boom van je buur over je omheining groeit, wees blij dat er een boom is. Renoveer woonwijken structureel. Zet in op cohousing, dat is de toekomst. Laat eigenaars nadenken om een coöperatieve te vormen. Dan krijgen ze de waarde van hun woning niet in stenen, maar in een aandeel. Doe je dat met een heel woonblok, dan kan je tien procent van dat blok renoveren als tien procent tijdelijk verhuist naar een andere woning met dezelfde waarde in aandeel. Als je zo doorschuift, heb je na een tijd een heel blok gerenoveerd. Eigenaars krijgen het voordeel van schaalvergroting: zonnepanelen en renovaties kosten minder, je kan warmtenetten aanleggen.
Jullie hebben via de Toekomstateliers ook gewerkt met kansarme kinderen.
Van Broeck: De duurzame volwassenen van morgen. Een maatschappij maak je door ze op het nest te pakken.
Bogdan: Een schoolontwerp kan al het verschil maken. Hoe leer je kinderen goed samenleven als de speelplaats een gigantische verharde plek is zonder enige boom? Toen we die kinderen hun ideale stad lieten tekenen, bevatte die spontaan alles wat belangrijk is: alles dichtbij, glijbanen, groen, water, maar ook een politiekantoor op de hoek.
Van Broeck: Zo tekenen visionaire architecten de toekomststad ook: als paradijs voor de spelende mens.
Toekomstplan
Lees meer over: Brussel , Stedenbouw , Samenleving , Toekomstplan , leo van broeck , oana bogdan , architectuur , coronavirus , klimaatopwarming , toekomst
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.