Vier scenario’s voor Parking C: van klein stadion tot woonblokken

Tim De Neve
© BRUZZ
18/11/2021

| 20200617 1713 Parking C

De ontwerpende studie naar een toekomstvisie voor Parking C is afgerond. Tijdens een bemiddelingstraject opgestart door de Vlaamse overheid werden vier scenario’s uitgetekend, die bestudeerd werden op hun haalbaarheid en wenselijkheid. Eén breedgedragen plan leverde dat niet op, maar de betrokken partijen zijn het er wel over eens dat de parking herschikt moet worden ten voordele van gemengde activiteiten en groen. “Deze studie is geen eindpunt, maar net een beginpunt voor verdere gesprekken."

Parking C is momenteel een geïsoleerd eiland, geprangd tussen de Ring, afritcomplexen en de achterkant van de Heizelpaleizen. Die dorre maanvlakte van net geen 20 hectare moest eigenlijk het Eurostadion herbergen, maar dat project is intussen definitief begraven. De mislukking ervan sloeg diepe wonden tussen alle betrokken actoren. Het wantrouwen tussen Stad, naburige (Vlaamse) gemeenten, het Gewest en erfpachteigenaar Ghelamco was enorm. Het status quo dreigde, want niemand wilde zijn vingers aan het hete hangijzer verbranden.

Weinig Brusselse input

Omwille van het potentieel van Parking C en de vele ontwikkelingen in de zone (reconversie Heizelplateau, komst ringtrambus en fietssnelweg, heraanleg Romeinsesteenweg en verbreding Ring) besloot de Vlaamse overheid om in alle luwte de betrokken partijen opnieuw rond de tafel te brengen. Er werd begin 2020 een ontwerpend bemiddelingstraject opgestart om te kijken waar de breek- en convergentiepunten liggen voor een toekomstige invulling van Parking C. Men startte vanaf een wit blad: vooraf waren er geen aannames.

Niet onbelangrijk: de Stad Brussel, Neo en Brussels Expo deden het traject niet uit. In de eerste plaats omdat er nog juridische procedures lopen met betrekking tot de verbindingsweg en de erfpachtovereenkomst waarover Ghelamco beschikt. Ook de gemeente Wemmel en het Vlaams departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) stapten na een werksessie op, want ze willen eerst een globaal onderzoek naar de Heizelontsluiting. Vlaanderen en Brussel startten intussen zo’n intergewestelijke mobiliteitsstudie op. Zaten wel rond de tafel: initiatiefnemer Departement Omgeving, perspectief.brusssels, de MIVB, de Werkvennootschap, de provincie Vlaams-Brabant en de gemeente Grimbergen.

De Brusselse Grote Ring met afrit 7 aan parking C en afrit 8 in Wemmel

| De Brusselse Grote Ring met afrit 7 aan parking C en afrit 8 in Wemmel.

Een eerste conclusie: Parking C moet meer zijn dan een enorm parkeerterrein voor 10.000 wagens dat slechts sporadisch wordt gebruikt en enkel bij grote beurzen (zoals het Autosalon of Batibouw) helemaal vol is. Het moet ontwikkeld worden tot ‘Platform C’, klinkt het in het eindrapport, als een soort scharnierzone tussen Brussel en de Noordrand. Een eerste belangrijke voorwaarde om dat te bekomen, is Parking C te bevrijden uit zijn isolement, bijvoorbeeld door het Verregatpark door te trekken. Daardoor ontstaat een open en groene publieke ruimte, die de nieuwe functies op Parking C in de kijker zet en ook een uitnodigender gezicht geeft aan het Heizelplateau.

Meervoudig ruimtegebruik

Een andere manier om het parkeereiland open te trekken, is de heraanleg van de afritten 7a en 8 voor de Ring. Deze zouden bijvoorbeeld gesloten en ondergronds kunnen heraangelegd worden, waardoor bovenop deze tunnels in de vorm van groene (recreatie)parken verbindingen met de omliggende woonwijken mogelijk zijn. Omdat men ervan uitgaat dat de parkeercapaciteit op termijn kan krimpen naar 8.000 plaatsen (door de modal shift en het telewerk), valt er sowieso ruimte te vinden voor meer groen. Voor een betere waterhuishouding en biodiversiteit is het hoe dan ook nodig om zo’n 20 procent van de grijze vlakte te ontharden. Die ambitie spreekt de Vlaamse overheid zelf ook uit.

Het terrein kan weliswaar best een parking blijven, maar omdat die slechts op bepaalde dagen gevuld is met auto’s zou het zonde zijn die voornamelijk vrije ruimte niet te benutten. Alle partijen onderschreven het principe van meervoudig en dynamisch ruimtegebruik. Maar welke bijkomende activiteiten kan Parking C dan nog huisvesten? Aan de hand van de ambities en urgenties die door alle partijen werden geformuleerd, gingen ontwerpers aan de slag om de puzzelstukjes samen te brengen tot vier scenario’s. In het open denkproces werd geen voorkeursscenario aangeduid: elementen van scenario 1 kunnen altijd gecombineerd worden met die van scenario 4.

Zo kwam men tot gemengde ruimte-indeling van parkeeropties (al dan niet gestapeld), met groen, recreatie en wooneenheden en vervolgens een focus op sportieve infrastructuur zoals een klein stadion van maximaal 8.000 zitplaatsen (1); ofwel een logistiek centrum met stelplaats voor tram en bus (2); ofwel een bedrijvenzone (3); ofwel een uitgebreide residentiële wijk met woonblokken (4). Op deze scenario’s werden vervolgens een reeks aandachtspunten getoetst, zoals bijvoorbeeld de toegang tot de Heizelpaleizen en het traject van de sneltram, om tot een algemene synthese van de situatie te komen.

Opsplitsing in drie parkeerzones

Daaruit vallen een aantal conclusies te trekken. Alle partijen staan bijvoorbeeld achter de vergroening van ‘Platform C’. De meest geschikte zone hiervoor bevindt zich ten noorden van de buurtweg die dwars door het terrein loopt (aan de kant van de Ring). En de parking kan best ingedeeld worden in verschillende parkeervelden volgens frequentie van gebruik. De bezetting van de parking fluctueert namelijk sterk. Van de 10.000 beschikbare plaatsen moet ruim de helft permanent blijven, onder meer als parkeerterrein voor Neo. Deze zogenoemde ‘zone 1’ ligt best centraal, met aangenaam wandeltraject richting Verregatpark en logische routing naar de opritten.

Zone 2 zou volgens de studie voor occasioneel gebruik dienen, in periodes waar die parkeerplekken nodig zijn voor activiteiten van Brussels Expo. Op basis van cijfermateriaal werd berekend dat deze zone 64 dagen in het jaar als parking zou worden gebruikt, en de rest van het jaar (meer dan 80 procent) zou kunnen dienen voor buitenevenementen of sportruimte. Zone 3 zou slechts heel uitzonderlijk een parkeerplaats worden, uitsluitend in de periode januari tot maart, zodat er genoeg autocapaciteit is voor Batibouw en het Autosalon. De rest van het jaar zou er “tijdelijke natuur” kunnen bloeien.

"Wanneer cruciale knopen zoals de erfpacht en verbindingsweg ontward zijn, starten we een vervolgtraject op"

Brigitte Borgmans

Het algemene idee is bovendien dat er ook huidige parkeerzones verdwijnen zonder aan capaciteit in te boeten, door ondergrondse parkings of parkeertorens te construeren. Nog een nieuwtje uit de studie: de plekken waar Parking C en de bebouwing elkaar kruisen (bij Treft, de Panoramastraat en aan het kruispunt van de Romeinsesteenweg met de Magnolialaan), werden geïdentificeerd als ‘magneten’ die best heringericht kunnen worden voor wisselende activiteiten, zoals pop-upbars, een openluchtcinema of een zomercamping.

Wonen en werken

De herindeling in parkeerzones moedigt tijdelijke occupatie aan, maar door het principe van gestapeld parkeren toe te passen, zou er ook ruimte vrijkomen voor permanente structuren. Er werd in die zin zelfs geopperd om een overdekte hal of een klein stadion te bouwen tegenover de Magnolialaan, om zowel ‘Platform C’ als de Romeinsesteenweg een smoel te geven. Als er bedrijvigheid zou komen, bestaat bovenal een draagvlak voor lichte industrie of logistieke activiteiten. Het zou een geschikte plek zijn voor toeleveranciers of partners van Brussels Expo, zoals cateraars, podium- en standenbouwers, eventbureau’s of security en onderhoud.

Naast bedrijvigheid behandelt de studie ook de optie om wooncapaciteit te realiseren op ‘Platform C’. De sterke demografische groei, het tekort aan woningen en de dure huisprijzen maken dit vraagstuk legitiem, maar de goede ontsluiting per openbaar vervoer en het aanbod aan winkels en andere voorzieningen maken de site bovendien geschikt. Toch kwamen de partijen tot de conclusie dat het geen ideale locatie is, toch niet voor grootschalige woonuitbreiding. De nabijheid van de Ring zorgt voor overlast, er is nu al een tekort aan scholen in de buurt en de leefbaarheid van de omgeving wordt tijdens grote evenementen van Brussels Expo op de proef gesteld. Voor kleine, gemengde woonprojecten of hotels ziet men geen problemen.

Parking C, Heizel afrit R0

| Parking C, Heizel afrit R0.

Mobiliteit blijft voor alle partijen het belangrijkste aandachtspunt. En dat mag je breed zien, want de studie bespreekt enerzijds de mogelijkheden om de fietssnelweg (FR0) langs of dwars door parking C (op de buurtweg) te laten lopen, vermeldt terloops dat een overstapparking hier an sich logischer zou zijn dan de P+R voorzien aan de A12 en stelt ook dat er mogelijkheden zijn om er tram- en busterminals op de site aan te leggen - aangezien de geplande sneltram en misschien ook de ringtrambus er straks passeren. Een bredere mobiliteitsstudie moet evenwel meer inzichten geven om te bepalen of ‘Parking C’ ook tot mobiliteitshub kan omgevormd worden. Mogelijks komt de verlenging van metro 6 naar Parking C dan ook opnieuw ter sprake.

Rommelige Romeinsesteenweg

De studie biedt in dat kader ook extra aandacht aan de Romeinsesteenweg, op dit moment een overbelaste en chaotische verkeersas. Er komen heel wat afritten op samen, waardoor de straat - die op de grens met Vlaanderen loopt - vervormd is tot een slordige verdeelweg met veel sluipverkeer. Alleen al om die knoop te ontwarren, lijkt het de participanten een goed idee om het aftrittencomplex snel te hervormen, met bijvoorbeeld een in- en afrit onder de Romeinsesteenweg die uitmondt in de Keizerin Charlottelaan. Een herinrichting van de Romeinsesteenweg is hoe dan ook nodig, want de ringtrambus en de sneltram passeren er ook. Die komt er best mét afgescheiden fietspaden, brede voetpaden om de bezoekersstromen op te vangen en apart busstroken (eventueel voor de ringtrambus, waarvan het tracé nog niet vastligt).

Sluitende antwoorden biedt het eindrapport van het traject niet. Meer nog, er ontstaan meer vragen. “Deze conclusies zijn dan ook geen eindpunt”, zegt Brigitte Borgmans, woordvoerster van het Departement Omgeving. “Het is net een beginpunt voor verdere gesprekken. Wanneer enkele cruciale knopen, zoals de erfpacht en verbindingsweg, ontward zijn, kan een vervolgtraject opgestart worden.”

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni