Inge Neven, hoofd van de Brusselse gezondheidsinspectie, begrijpt niet waarom Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) zijn aanpak van de coronacrisis verdedigt door de vergelijking te maken met Brussel. “We moeten nu vooral zij aan zij ervoor zorgen dat een tweede uitbraak van het virus tijdig en efficiënt wordt aangepakt.”
Gezondheidsinspectie: ‘Niet het moment om Brussel de zwarte piet toe te schuiven’
Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) werd maandag het vuur aan de schenen gelegd in speciaal bijeengeroepen coronacommissie in het Vlaams parlement. Daar kreeg hij de tijd om zijn beleid van de afgelopen maanden te verdedigen.
Naast een paar emotionele anekdotes, keek hij daarvoor in de richting van Brussel. “De besmettingspiek lag hier veel lager dan in andere regio’s van het land. Er stierven verhoudingsgewijs ook minder rusthuisbewoners in Vlaanderen dan in Wallonië en vooral Brussel.”
Cijfers kloppen
Uit cijfers van het wetenschappelijk gezondheidsinstituut Sciensano lijkt die bewering te kloppen. De curve met het aantal besmettingen kent hogere pieken in Brussel. En de woonzorgcentra in de hoofdstad telden ook wat meer sterfgevallen.
Begin juni waren zo’n 3.000 rusthuisbewoners in Vlaanderen overleden aan het coronavirus. Dat komt overeen met zo’n 63,8 procent van het totaal aantal doden. Daarmee doet het noordelijke landsdeel het inderdaad beter dan Brussel, waar op dat moment iets meer dan 69 procent van de coronaslachtoffers afkomstig was uit een woonzorgcentrum.
‘Verschillende factoren bepalen slagkracht van het virus’
Hoewel Beke zijn beweringen dus staaft met correcte cijfers, zijn er volgens Inge Neven, hoofd van de Brusselse gezondheidsinspectie, nog heel wat andere factoren die bepalen waarom het virus op een plek harder toeslaat dan ergens anders. “Neem bijvoorbeeld alleen al de grootstedelijke context van een stad als Brussel. De kans op besmettingen ligt daar door de hogere bevolkingsdichtheid en de diverse samenstelling ervan automatisch al een pak hoger.”
"Het zal een krachtig, tijdig, maar vooral efficiënt optreden vragen om de situatie niet te laten ontsporen"
Neven wil verder niet dieper ingaan op de uitspraken van Beke. Ze hoopt vooral op een goede samenwerking om de huidige opstoot van het coronavirus aan banden te leggen. “Het is nu niet het moment om Brussel de zwarte piet toe te schuiven. Het is duidelijk dat het virus vandaag opnieuw aan kracht wint. De broeihaarden zijn vandaag sterker voelbaar in Vlaanderen dan in Brussel. Het zal een krachtig, tijdig, maar vooral efficiënt optreden vragen om de situatie niet te laten ontsporen.”
‘Niet dweilen met de kraan open’
De zorginstellingen leggen daarom in overleg met de bevoegde kabinetten de laatste hand aan de draaiboeken. Daarin is heel wat aandacht besteed aan het opschalen van de testcapaciteit en het verbeteren en versnellen van de contactopsporingen. In dat laatste ziet ook viroloog Marc Van Ranst nog heel wat ruimte voor verbetering.
"Een van de voorwaarden van de GEES (Groep van Experten, belast met de Exitstrategie, red.) voor het doorvoeren van een eerste versoepeling van de coronamaatregelen was een goed werkende contacttracing. Dat was ons ook zo beloofd, maar al snel bleek er toch zand in die machine te zitten. Hopelijk komt daar snel verandering in, want het zal een essentieel instrument vormen in de strijd tegen het coronavirus."
Verder zal er volgens Van Ranst en Neven blijvend moeten worden ingezet op sensibilisering. “Je kan nog zo goed voorbereid als je wil aan de start komen, maar als niemand iets zich aatrekt van social distancing, dan is het dweilen met de kraan open. Dat is pas het echte rampscenario.”
Ook aan het kabinet van bevoegd Brussels gezondheidsminister Alain Maron (Ecolo) is gevraagd om een reactie. Maar daar willen ze niet reageren op het betoog van collega-minister Beke.
Lees meer over: Brussel , Veiligheid , Samenleving , Inge Neven , Brusselse gezondheidsinspectie , wouter beke , coronacommissie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.