De Kamer buigt zich momenteel opnieuw over de aanslag in Brussel vorige week maandag. Woensdagavond bleek dat het uitleveringsverzoek van Tunesië voor Abdesalem Lassoued niet alleen fysiek in de kast bleef liggen, ook de digitale registratie bij het parket deed geen alarmbellen afgaan. Dat bleek uit een toelichting van minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) in de Kamer.
Kamercommissie Binnenlandse Zaken: uitleveringsverzoek Lassoued bleef ook digitaal liggen
Het parket van Brussel ontving op 15 augustus 2022 een uitleveringsverzoek van het Tunesische gerecht voor Abdesalem Lassoued, de man die vorige week twee Zweedse voetbalsupporters doodschoot in Brussel. Die informatie kostte minister van Justitie Vincent Van Quickenborne de kop. Het dossier was blijven liggen in een kast. Normaal gezien worden de uitleveringsverzoeken twee keer per jaar gecontroleerd, maar dit voorjaar kon die controle door de grote werklast niet doorgaan.
Maar het dossier was ook digitaal geregistreerd, bleek uit een tijdslijn die de nieuwe Justitieminister Paul Van Tigchelt woensdag toelichtte in een gezamenlijke Kamercommissie Binnenlandse Zaken en Justitie. Het Brusselse parket ontving het uitleveringsverzoek op 8 september 2022 en registreerde het een dag later in MaCH, het digitaal dossierbeheersysteem van Justitie. Er werd toen ook een dossier aangemaakt. Ook daar ging echter geen knipperlicht branden.
Nadien, op 12 september, schreef een bediende van de dienst internationale samenwerking van het parket van Brussel nog twee vragen op een post-it, gericht aan de magistraat die het dossier zou behandelen: "welke kwalificaties?" en "federale gerechtelijke politie of lokale politie?", stond daarop in het Frans. Daarop komt geen schriftelijk antwoord terug, en de magistraat noch de administratieve medewerkers kunnen zich gesprekken daarover herinneren.
"Het feit is dat het nooit tot een verdere behandeling is gekomen", concludeerde Van Tigchelt. "Het dossier bleef in een kast liggen en is daar intussen teruggevonden. Er is geen spoor gevonden dat het effectief langs het bureau van de betrokken magistraat is gepasseerd. De controlesystemen hebben vervolgens niet gefunctioneerd, dat is de pijnlijke waarheid."
Stefaan Van Hecke (Groen) concludeerde dat het uitleveringsverzoek voor Lassoued "niet alleen in een fysieke kast, maar ook in een digitale kast is blijven liggen". "Welke zin heeft het om te digitaliseren, als het systeem ons niet kan helpen om ons eraan te herinneren dat we iets moeten doen?", vroeg hij zich af. Ook Kristien Van Vaerenbergh (N-VA) en Marijke Dillen (Vlaams Belang) stelden zich vragen bij het functioneren van MaCH.
18.10 uur, Tunesië bleef ruim 10 jaar stil - zo lijkt het
Lassoued had mogelijk ook niet op de terreurlijst van het orgaan voor de dreigingsanalyse OCAD gestaan als er wel al een overkoepelende kruispuntbank voor veiligheidsgegevens was geweest.
De Tunesiër was gekend bij verschillende veiligheidsdiensten, maar bleef de voorbije jaren toch onder de radar, onder meer omdat de diensten de informatie niet altijd vlot aan elkaar kunnen doorspelen. Een overkoepelende databank voor alles wat veiligheid betreft moet een herhaling in de toekomst vermijden, besliste de federale regering afgelopen weekend. Maar ook als de kruispuntbank veiligheid er wel al was geweest, had de Tunesiër mogelijk niet op de terreurlijst van het OCAD gestaan, zei justitieminister Paul Van Tigchelt (Open VLD). Daarvoor moet er namelijk ook sprake zijn van extremistische ideologie en oproepen tot geweld of het gebruik van geweld.
"Ik ben niet zeker dat als we alle puzzelstukken zouden hebben samengelegd, hij op die lijst terecht zou zijn gekomen", aldus Van Tigchelt. De Open VLD-vicepremier gaf ook extra informatie over het dossier van Lassoued in Tunesië, al komt de info uit het uitleveringsverzoek niet altijd overeen met die uit de 'Red Notice' van Interpol die aan ons land werd bezorgd en is de optelsom van de verschillende veroordelingen niet helemaal helder.
Lassoued zou in de nacht van 15 op 16 januari 2011, in de nasleep van de Arabische lente, samen met anderen uit een gevangenis in Tunesië zijn ontsnapt na een opstand. Hij zat in de cel na een veroordeling door het hof van beroep in 2005, waarbij hij in totaal ruim 28 jaar cel kreeg voor onder meer slagen met blijvende werkonbekwaamheid, poging moord en openbare dronkenschap. Lassoued zou sinds augustus 2002 in de cel hebben gezeten in Tunesië en zou na 2011 aan een zwerftocht doorheen Italië, Zweden, Noorwegen en uiteindelijk België zijn begonnen.
Volgens Van Tigchelt lijkt het erop dat het in Tunesië ruim tien jaar lang stil bleef tot Tunis op 15 augustus 2022 een uitleveringsverzoek voor de man overmaakte aan ons land.
17.15 uur, 'Als we alles oplijsten had dit vermeden kunnen en moeten worden'
Annelies Verlinden (CD&V) blijft erbij dat de politie op basis van de informatie die nu beschikbaar is niets te verwijten valt. De politie heeft proactief meer informatie aan Tunesië gevraagd en heeft alle informatie met justitie gedeeld, moest blijken uit de tijdslijn die Verlinden woensdagnamiddag in de Kamer toelichtte.
Minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) herhaalde dat een parketmagistraat een fout maakte en dat zijn voorganger Vincent Van Quickenborne daar afgelopen vrijdag zijn politieke verantwoordelijkheid voor nam.
Toch blijft de oppositie met vragen zitten. Volgens Koen Metsu (N-VA) is er "minstens sprake van nalatigheid". "Als we alles oplijsten had dit vermeden kunnen en moeten worden." Zijn partijgenote Kristien Van Vaerenbergh zei dat er naast een fout van de magistraat ook een politieke fout is gebeurd, omdat beloftes zoals de digitalisering van justitie veel te lang op zich laten wachten.
De Vlaams-nationalisten vragen evenwel niet het ontslag van Verlinden. Het extreemrechtse Vlaams Belang deed dat bij monde van Ortwin Depoortere wel. Het uitleveringsverzoek voor Lassoued kwam immers niet alleen bij justitie maar ook bij de politie aan, is de redenering. "Er is meermaals gezegd dat de dader onder de waterlijn bleef. Dat was de teneur hier vorige week. Dat blijkt nu grotesk onwaar", zei hij.
Ook Sofie Merckx (PVDA) wees erop dat het verhaal van vorige week "met haken en ogen aan elkaar ging". Ze verweet Verlinden onder meer dat ze het toen niet over de 'Red Notice' - een soort aanhoudingsverzoek - had die Tunesië via Interpol aan ons land had laten overmaken nog voor het uitleveringsverzoek er was. De politie kon op basis daarvan volgens Verlinden geen actie ondernemen omdat er enkel sprake was van ontsnapping uit de gevangenis, en dat in ons land niet strafbaar is. Merckx wees er echter op dat in de Red Notice ook gesproken wordt over geweld ("agression avec violences", red.). "Dat is toch wel strafbaar in ons land?", vroeg ze zich af.
Merckx wees er tot slot op dat het kader van het parket van Brussel maar voor 80 procent is ingevuld, iets wat justitieminister Van Tigchelt even daarvoor had toegelicht. Die laatste wees erop dat niet alles het gevolg kan zijn van een gebrek aan mensen en middelen, maar de extreemlinkse politica is het daar niet mee eens. "Wat zich vorige week maandag heeft afgespeeld, is het gevolg van jarenlange besparingen", concludeerde ze.
14.50 uur, Van Tigchelt: 'De controlesystemen hebben niet gewerkt, een pijnlijke waarheid'
Het uitleveringsverzoek van Tunesië voor Abdesalem Lassoued bleef niet alleen fysiek liggen in de kast, ook de digitale registratie bij het parket bracht geen alarmbellen voort. Dat blijkt uit een toelichting van minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) in de Kamer.
Het parket van Brussel ontving op 15 augustus 2022 een uitleveringsverzoek van het Tunesische gerecht voor Abdesalem Lassoued, de man die vorige week twee Zweedse voetbalsupporters doodschoot in Brussel. Die informatie kostte minister van Justitie Vincent Van Quickenborne de kop. Het dossier was blijven liggen in een kast. Normaal gezien worden de uitleveringsverzoeken twee keer per jaar gecontroleerd, maar dit voorjaar kon die controle door de grote werklast niet doorgaan.
Maar het dossier was ook digitaal geregistreerd, bleek uit een tijdslijn die de nieuwe Justitieminister Paul Van Tigchelt woensdag toelichtte in een gezamenlijke Kamercommissie Binnenlandse Zaken en Justitie. Het Brusselse parket ontving het uitleveringsverzoek op 8 september 2022 en registreerde het een dag later in MaCH, het digitaal dossierbeheersysteem van Justitie. Er werd toen ook een dossier aangemaakt. Ook daar ging echter geen knipperlicht branden.
Nadien, op 12 september, schreef een bediende van de dienst internationale samenwerking van het parket van Brussel nog twee vragen op een post-it, gericht aan de magistraat die het dossier zou behandelen: "welke kwalificaties?" en "federale gerechtelijke politie of lokale politie?", stond daarop in het Frans. Daarop komt geen schriftelijk antwoord terug, en de magistraat noch de administratieve medewerkers kunnen zich gesprekken daarover herinneren.
"Het feit is dat het nooit tot een verdere behandeling is gekomen", concludeerde Van Tigchelt. "Het dossier bleef in een kast liggen en is daar intussen teruggevonden. Er is geen spoor gevonden dat het effectief langs het bureau van de betrokken magistraat is gepasseerd. De controlesystemen hebben vervolgens niet gefunctioneerd, dat is de pijnlijke waarheid."
14.28 uur, Verlinden behoudt volle vertrouwen in politie en OCAD
Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) behoudt "op basis van de info die ik vandaag heb" het "volle vertrouwen in de politie en het (orgaan voor de dreigingsanalyse, red.) OCAD". Uit een tijdslijn die Verlinden woensdag meegaf aan de Kamer moet blijken dat de politie de nodige informatie met justitie heeft gedeeld en zelf meermaals bij Tunesië aanklopte voor meer informatie.
Verlinden wordt woensdagmiddag in de gezamenlijke Kamercommissie Binnenlandse Zaken en Justitie ondervraagd over de aanslag in Brussel van vorige week maandag. Nadat minister van Justitie Vincent Van Quickenborne eind vorige week ontslag nam om een uitleveringsverzoek voor de Tunesische dader van de aanslag was blijven liggen op het Brusselse parket, kwam ook het functioneren van de politie en dus van Verlinden in het vizier. Verschillende politiediensten hadden de afgelopen jaren immers meermaals te maken met Abdesalem Lassoued, bleek vorige week al in de Kamer.
Uit de tijdslijn die Verlinden woensdag meenam naar de Kamer maakte ze op dat zowel de zogenaamde 'Red Notice' die Interpol op vraag van Tunesië verspreidde als het uiteindelijke uitleveringsverzoek er pas kwamen nadat de politie in België Tunesië zélf proactief om informatie had gevraagd. Bovendien bevatte de Red Notice - een soort internationaal verzoek om iemand aan te houden - alleen informatie over een gevangenisontsnapping van de Tunesiër, wat in België niet strafbaar is. "Pas vrijdag werden ons voor het eerst strafbare feiten door de dader aan ons bevestigd."
Dat het uitleveringsverzoek in augustus 2022 niet alleen bij Justitie maar een week later ook bij de federale politie is terechtgekomen, gaf ze toe. Maar de federale politie heeft dat op 22 augustus om 12.45 uur ontvangen via Interpol en om 13.01 uur al doorgestuurd naar de federale overheidsdienst Justitie, die bevoegd is voor de uitleveringsverzoeken, zei ze. Daar is 39 minuten later ook een ontvangstbevestiging van binnengekomen. De Directie Internationale Politiesamenwerking (CGI) heeft bovendien diezelfde dag nog de Red Notice aan het Brusselse parket bezorgd, aldus nog Verlinden.
De minister behoudt dan ook "het volle vertrouwen in de politie en het OCAD", zei ze, al sprak ze wel met enige reserve omdat het gerechtelijk onderzoek nog loopt en er dus "nog vragen onbeantwoord zijn". "Er kan op dit moment niet worden besloten dat nalatigheden van de politie zouden hebben geleid tot de laattijdige arrestatie van de dader."
14.00 uur, Van Tigchelt: fout bij parket had 'niets te maken met onderbezetting'
Volgens minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) is het feit dat het uitleveringsverzoek voor de Tunesische terrorist Abdesalem Lassoued bleef liggen op het Brusselse parket niet het gevolg van een tekort aan mensen en middelen. "Dat heeft niets te maken met onderbezetting, dit is een fout."
Van Tigchelt wordt momenteel samen met minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden en staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor door een gezamenlijke Kamercommissie Justitie en Binnenlandse Zaken ondervraagd over de terreuraanslag van vorige week maandag in Brussel. Zijn voorganger Vincent Van Quickenborne zat exact een week geleden op dezelfde plaats, maar hij moest vrijdag ontslag nemen toen bleek dat een uitleveringsverzoek voor de Tunesische dader op het parket van Brussel was blijven liggen.
Intussen besliste het kernkabinet om extra middelen te voorzien voor het Brusselse parket. Maar hoe dan ook had de fout op het parket voor Van Tigchelt "niets te maken met onderbezetting". "Er werden 31 uitleveringsverzoeken overgemaakt aan de dienst internationale samenwerking van het Brusselse parket, 30 zijn wél behandeld", zei hij. "Ik ben het niet eens met de stelling dat alles wat foutloopt het gevolg is van een tekort van mensen en middelen, integendeel."
Bovendien heeft het parket van Brussel de voorbije 2 jaar al 3,1 miljoen euro investeringen gekregen en zijn er meer dan vijftig parketjuristen werkzaam, zei de minister. Het is wel zo dat er van het kader van 119 parketjuristen maar 95 plaatsen zijn ingevuld door een leegloop de afgelopen jaren, aldus Van Tigchelt, en dat er daarvan nog eens 13 afwezig zijn wegens ziekte. Maar dan nog "mag u en mag een minister van een openbaar ministerie verwachten dat het strafrechtelijk beleid op een dynamische en creatieve manier wordt gevoerd", concludeerde hij.
13.00 uur, Het uitleveringsverzoek voor Lassoued kwam wél bij politie terecht
“Er zijn geen aanwijzingen waaruit je kan besluiten dat de politie procedures of bepaalde stappen in de procedures niet heeft gevolgd,” klonk het afgelopen weekend nog bij minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V). De minister trof dus geen blaam.
Die informatie blijkt echter niet te kloppen, wist N-VA parlementslid Yngvild Ingels volgens het Nieuwsblad te achterhalen.
Tunesië verzocht ons land in de zomer van 2022 om Lassoued uit te leveren omdat hij een gevangenisstraf van 26 jaar moest uitzitten voor twee moordpogingen. Die vraag kwam niet enkel terecht bij Justitie, zoals eerst beweerd, maar ook bij de politie. Nochtans beweerde Verlinden maandag nog in een interview met Het Laatste Nieuws dat de Belgische politie niet op de hoogte was van Lassoueds veroordeling in Tunesië.
Politie wel op de hoogte
Volgens Ingels kreeg de Directie van de internationale politiesamenwerking, de dienst CGI, op 22 augustus 2022 het uitleveringsverzoek in handen. “De info is belangrijk, want het haalt de verdediging van Verlinden onderuit dat de politie niet meer kon doen dan ze gedaan heeft”, zegt Ingels in het Nieuwsblad.
De politie bleek wel degelijk op de hoogte, omdat het uitleveringsverzoek er kwam na proactief optreden van de Belgische veiligheidsdiensten. Politiezone West werd in 2022 al getipt dat Lassoued rondliep in Schaarbeek, ooit ontsnapt was uit een Tunesische gevangenis en geradicaliseerd zou zijn. Die info bezorgde de lokale politie vervolgens aan de CGI, waar men contact opnam met Interpol Tunesië.
‘Red Notice’
Van hen kreeg de CGI een ‘Red Notice’. Een volgens Verlinden ingewikkeld juridisch document dat verdere analyse vraagt. En die taak is weggelegd voor Justitie, volgens de minister. “Zij hebben dat zoals het hoort binnen de zestien minuten naar de FOD Justitie doorgestuurd, omdat ze niet de bestemmeling zijn van het document,” aldus Verlinden bij het binnengaan van de commissie Binnenlandse Zaken woensdagmiddag. “De FOD Justitie heeft een ontvangstbewijs gestuurd. Dat is de gebruikelijke procedure. Het is niet aan de politie om dat uitleveringsverzoek door te nemen.”
Het uitleveringsverzoek van Tunesië geraakte dus niet enkel kwijt bij Justitie, de politie kreeg het wel degelijk ook onder ogen.
Toch bleef Lassoued op vrije voeten. In augustus dit jaar werd Lassoued nog geseind na een klacht van een asielzoeker, die ook nog eens wijst op wat Lassoued in Tunesië op zijn kerfstok heeft. Lassoued werd niet aangehouden en bleef op vrije voeten, waardoor hij op maandag 16 oktober een aanslag kon plegen.
'Verantwoordelijkheid is verpletterend’
Voor Ingels heeft niet alleen Justitie, maar ook Binnenlandse Zaken boter op het hoofd. “Het werpt een ander licht op elke actie die de politie ondernam. Nu duidelijk is dat ze zowel de ‘Red Notice’ als het uitleveringsverzoek hebben gekregen, had de politie de man gewoon moeten aanhouden. De verantwoordelijkheid is verpletterend.”
Minister Verlinden geeft momenteel meer uitleg in de Kamercommissie Justitie en Binnenlandse Zaken.
Aanslag Brussel
Lees meer over: Brussel , Brussel-Stad , Veiligheid , Aanslag Brussel , Annelies Verlinden , Abdesalem Lassoued , commissie binnenlandse zaken