Er zijn duidelijkere afspraken nodig over politieachtervolgingen. Dat zeggen verschillende politiestemmen na de veroordelingen van vorige week in de zaak van Sabrina en Ouassim, die in 2017 omkwamen bij een achtervolging. Vakbond NSPV dient een stakingsaanzegging in voor oudjaar.
Politie: ‘Afspraken over achtervolgingen moeten duidelijker’
Op 9 mei 2017 merkt een Brusselse politiepatrouille aan het Flageyplein een scooter op die geen richtingaanwijzer gebruikt, terwijl de passagier niet de juiste schoenen draagt. Er is volgens de agenten ook sprake van roekeloos rijgedrag. Als ze de bestuurder willen controleren, gaat die er aan hoge snelheid vandoor. De agenten zetten de achtervolging in.
De achtervolging duurt welgeteld 2 minuten en 22 seconden, maar is heftig, met U-bochten en snelheden tot 140 kilometer per uur. Uiteindelijk komt er een abrupt einde aan de rit in de Baljuwtunnel, tegen een dwars geplaatste politiewagen. Bestuurder Ouassim (24) overlijdt ter plaatse, zijn verloofde Sabrina (20) even later in het ziekenhuis.
Ruim zes jaar na de feiten zijn de drie agenten die direct betrokken waren nu veroordeeld tot effectieve celstraffen. De politierechter legt 60 procent van de schuld bij de bestuurder en 40 procent bij de agenten. Die hadden de bestuurder ook thuis kunnen opzoeken aangezien ze zijn nummerplaat hadden, vindt de rechter. Hun achtervolging was voor de rechter ook veel gevaarlijker dan de inbreuk door de scooterbestuurder.
Enkele seconden versus zes jaar
Het vonnis doet de gemoederen bij de politie hoog oplopen. Verschillende politiebonden verzamelden maandag op het Poelaertplein. “Als achtervolgingen al niet meer mogen, kunnen wij enkel nog getuigen zijn van misdrijven,” zegt Sylvie Evenepoel, provinciaal voorzitter van vakbond VSOA Brussel. “De nummerplaat noteren en dan een pv opstellen. Is dat wat de bevolking wil?”
"In welke omstandigheden kan je een achtervolging beginnen of wanneer moet je afbreken? Die afspraken zijn vandaag niet helder genoeg"
“Agenten moeten telkens een oordeel hebben over de opportuniteit, legaliteit en proportionaliteit van hun beslissing,” klinkt het bij Anthony Turra van ACV Politie. “Daar hebben ze enkele seconden de tijd voor, terwijl de rechtbank er zes jaar over doet om een oordeel uit te spreken over die ene politieachtervolging.”
Marc-Margy Durant van NSPV Brussel wijst er dan weer op dat een nummerplaat alleen niet alles zegt. “Het voertuig kan ook net gestolen zijn, er kan drugs aan boord zijn. Als je dan pas later aanbelt bij de eigenaar ben je te laat.”
Naast verontwaardiging klinkt her en der ook de roep om duidelijkere regels rond achtervolgingen. “In welke omstandigheden kan je een achtervolging beginnen of wanneer moet je afbreken? Die afspraken zijn vandaag niet helder genoeg,” vindt bijvoorbeeld Durant. “We vragen dat de politionele of politieke overheden hier klaarheid over scheppen. Als je het enkel aan de individuele mensen overlaat die uit roeping agent zijn geworden, wat denkt u dan dat die doen als iemand vlucht?”
Om die eis kracht bij te zetten diende NSPV een stakingsaanzegging in voor oudjaar. De aanzegging gaat in op 30 december en loopt tot en met 1 januari.
Tunnelvisie
Dat de huidige regels niet helder genoeg zijn, vindt ook Jacques Gorteman, de directeur van de Brusselse politieschool. “Agenten weten vandaag veel beter wanneer ze mogen vuren met hun dienstwapen, dan wanneer ze een achtervolging mogen inzetten. Wie met vluchtgedrag geconfronteerd wordt, raakt bovendien snel in een soort tunnelvisie, waarbij hij of zij vooral wil blijven achtervolgen.”
"Een korps kan wel een feedbacksysteem opzetten en na elke achtervolging bekijken of die proportioneel was"
Gorteman wil dat de leidinggevende bij de dispatching van de politie een grotere rol gaat spelen bij de wenselijkheid om een achtervolging te beginnen of voort te zetten.
We vroegen aan de politiezone Brussel Hoofdstad Elsene wat hun richtlijnen rond achtervolgingen zijn, maar kregen maandag geen antwoord. Dat was ook het geval voor onze vraag in verband met de rol van de dispatching.
Cursus achtervolgen
Regels zijn één zaak, rijvaardigheid een andere factor, vinden zowel Gorteman als Durant. “Er bestaan cursussen achtervolgen, maar de meeste agenten hebben die nooit gekregen,” weet Durant. “Dat moet anders.”
Politieschooldirecteur Gorteman bevestigt dat veel agenten geen praktijktraining kregen in achtervolgingen. “De algemene verplichting is enkel dat ze acht uur theorie krijgen in het zogenaamde ‘code 3 rijden’, voor een dringende interventie. Bij de Brusselse politieschool heb ik dat uitgebreid tot 24 uur theorie en ook nog eens 16 uur praktijk. Daar leren ze bijvoorbeeld ook om met drie politieauto’s zo’n interventie te doen. Als je de ravage ziet na die lange achtervolging van vrijdag (een wilde achtervolging van zo’n honderd kilometer begon in Leuven en eindigde in Herentals met een crash, red.), met verschillende vernielde politiewagens, dan weet je dat die chauffeurs niet voorzichtig genoeg waren.”
Criminologe Els Enhus (VUB) vreest alvast dat het aartsmoeilijk wordt om heldere regels rond achtervolgingen op te stellen. “Maar een korps kan wel een degelijk feedbacksysteem opzetten, waarbij na elke interventie bekeken wordt of de reactie adequaat en proportioneel was. Zo leren agenten om te gaan met de adrenaline als een voertuig wegvlucht.”
Lees meer over: Veiligheid , Ouassim en Sabrina , achtervolging , politie