Zij is Oekraïense, hij is Rus. Nataliya Chepurenko en Alexei Novosseltsev mogen dan al twintig jaar in Brussel wonen: de oorlog tussen Rusland en Oekraïne raakt hen diep en persoonlijk. Hoewel het intensieve dagen zijn voor het koppel, vinden ze het niet moeilijk om het onderwerp met elkaar te bespreken. “Dit is helemaal niet nieuw. Al sinds 2014 is er sprake van een conflictsituatie.”
| “Het was mijn droom om mijn dochter ooit de mooie plekken in Rusland te laten zien. Maar door deze situatie gaat dat niet meer, dat is echt jammer,” zegt Alexei Novosseltsev.
Lees ook: Hoe oorlog het Oekraïens-Russische koppel Nataliya en Alexei nog dichter bij elkaar brengt
Toen ik deze ochtend een Oekraïense vlag aan mijn muziekschool wou ophangen, ontmoette ik een collega uit Oekraïne. Ze begon meteen te huilen toen ze me zag. Haar zus woont in het West-Oekraïense Lviv en beviel onlangs van een zoontje. Het jongetje kampte met hartproblemen en werd naar een ziekenhuis in Kiev overgebracht om op 23 februari geopereerd te worden. Een dag later brak de oorlog uit. Haar zus zit nu geblokkeerd op de derde verdieping van het ziekenhuis omdat er 's nachts nog geen 200 meter verder een bom viel. De ouders kunnen hun zoontje daar niet weghalen.”
Aan het woord is Nataliya Chepurenko. We spreken haar en haar echtgenoot op de derde dag van de oorlog. Berichten over beschietingen, straatgevechten en vluchtende Oekraïners sijpelen ononderbroken binnen. Nog voor we een vraag kunnen stellen, vertelt Nataliya de meest schrijnende verhalen die ze van haar kennissen en vrienden in Oekraïne te horen krijgt. Ze huilt, verliest haar gsm niet uit het oog. Wanneer haar man aan het woord is, scrolt ze onverstoorbaar door de nieuwsstroom.
“We moeten de Oekraïners helpen. Als ik in Oekraïne was geweest, had ik de wapens opgenomen”
Het is niet het eerste interview dat Nataliya (48) en Alexei (53) dezer dagen geven. Niet enkel journalisten, maar ook Brusselse landgenoten stellen aanhoudend vragen en betuigen hun steun. Hun situatie is dan ook bijzonder. Nataliya werd in de Oekraïense hoofdstad Kiev geboren, Alexei in het Russische Sint-Petersburg. Op 24 februari viel Rusland Oekraïne binnen en werden hun thuislanden onverhoeds vijanden. De eerste vraag ligt voor de hand.
Hoe gaat het met jullie?
Nataliya Chepurenko: Slecht. Ik probeer sterk te blijven, maar als je het nieuws ziet, kan je niet blijven lachen. Ik word 's nachts voortdurend wakker en kijk dan naar mijn gsm. Een vriendin uit Odessa liet me net weten dat ze binnenkort de wapens zal opnemen. Ik vind hier geen woorden voor. Mijn muziekschool bevindt zich in Sint-Lambrechts-Woluwe en ook daar zag ik de Oekraïense vlag wapperen. Het beeld deed me meteen huilen.
Kunnen jullie bij elkaar terecht met jullie bezorgdheden?
Alexei Novosseltsev: Ja. Dit is geen moeilijk onderwerp voor ons. We zijn allebei geschokt en erg boos door deze internationale misdaad. Het zijn natuurlijk intensieve dagen voor ons als koppel: we spreken veel over de oorlog. Maar we hebben hetzelfde standpunt in deze zaak: de inval is krankzinnig en niemand gaat hierbij winnen. Bovendien is deze situatie helemaal niet nieuw. Al sinds 2014, toen de Krim werd geannexeerd, is er sprake van een conflictsituatie. Wat nieuw is, is dat de situatie plots ontploft is.
“We hebben hetzelfde standpunt in deze zaak: de inval is krankzinnig en niemand gaat hierbij winnen”
Jullie leven al meer dan twintig jaar in België. Hoe sterk is jullie band met jullie geboorteland nog?
Alexei: We trokken beiden naar België om er te studeren. Ik vatte in Leuven in 1996 een doctoraat in de economische wetenschappen aan. Daarna kreeg ik een job aangeboden om onderzoek naar marketing te doen bij een bedrijf in Antwerpen. Sinds een jaar werk ik bij Goodyear in Diegem.
Nataliya: Ik trok naar het conservatorium in Luik. Na mijn piano-opleiding kreeg ik de kans pianiste te worden bij het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, waardoor ik in België ben gebleven. Ik heb nooit echt willen migreren of mijn land willen verlaten, het is het leven dat daarover beslist heeft. In 2002 besloot ik mijn eigen muziekschool op te richten, L'école de Musique Tsjaikovski, vandaag in Sint-Lambrechts-Woluwe gelegen. Ik leerde Alexei kennen op een van mijn concerten in Dinant. Hij zat in het publiek. We bleven in België en gingen samenwonen in Neder-over-Heembeek.
Alexei: Dat was op 15 augustus 2001. Een paar jaar later reisden we naar Kiev om te trouwen. Het werd een groot feest in aanwezigheid van veel vrienden. Ik voel me dus sterk verbonden met Oekraïne. Maar ik steun Nataliya omdat zij natuurlijk nog een veel sterkere connectie heeft met het land. Er zijn deze ochtend zelfs gevechten geweest in de straat waar haar huis zich bevond, in de Victory Street in Kiev.
Waar bevindt jullie familie zich op dit moment?
Nataliya: Mijn familie is gelukkig in België. Mijn moeder woont bij ons sinds ik zwanger was van mijn dochter.
Alexei: Ik heb nog een broer in Sint-Petersburg. We communiceren niet echt over deze zaak. In Rusland geloven de mensen immers dat er geen oorlog is. Het gaat volgens hen enkel om een speciale operatie om hun 'Russian-speaking brothers' te bevrijden. Dat is het idee dat door de Russische president Poetin wordt verspreid. Mijn broer gelooft die propaganda. Ik ben ook in contact met andere vrienden in Rusland die meer ontwikkeld zijn dan mijn broer, maar zelfs zij vragen me over welke oorlog ik het heb. 'Je moet niet te veel naar Europese en Amerikaanse informatie luisteren,' zeggen ze me dan. Om maar aan te tonen hoe sterk de brainwash daar is. Toch ben ik hoopvol omdat ik zag dat ook in Sint-Petersburg mensen de straat op gingen om te protesteren: dat maakt me trots.
Jullie hebben een dertienjarige dochter. Hoe kijkt zij naar het conflict?
Nataliya: We proberen er niet te veel over te spreken. Maar als iemand me belt en ik begin te praten over het conflict, komt ze af en toe tussenbeide. Ze zegt dan: 'Stop mama, ik ben bang voor jou. Poetin kan iedereen vinden.' Maar we moeten de Oekraïners helpen. Als ik in Oekraïne was geweest, had ik de wapens opgenomen. Omdat wij relatief publieke personen zijn – ik sta aan het hoofd van een school met meer dan 500 studenten en 35 leraars – vind ik dat we luidop moeten spreken.
Onze dochter identificeert zich vooral als Oekraïense, niet als Russische (Alexei knikt instemmend). Ze spreekt zelfs beter Oekraïens dan ik. Ten tijde van de Sovjet-Unie was het niet toegelaten Oekraïens te spreken. Ik heb dus altijd in het Russisch gestudeerd, vandaar dat Alexei en ik samen ook Russisch spreken. Voor Oekraïne in 1991 onafhankelijk werd, kreeg ik slechts 45 minuten per week les Oekraïens: dat is zelfs minder dan het aantal uren Nederlands dat hier soms in Franstalige scholen wordt gegeven. Ik heb als Russischsprekende overigens nooit problemen gehad in Oekraïne, in tegenstelling tot wat Poetin beweert.
Alexei: Dat is allemaal deel van de propaganda. Deze oorlog wordt beheerst door politieke spelletjes en wordt gekenmerkt door een gebrek aan kennis over onze gemeenschappelijke roots. Ze proberen nu de verschillen, zoals de taal, te benadrukken. Ik voel me hier erg slecht bij. De Russische cultuur is great en ik ben er trots op, maar met wat er nu gaande is, worden we teruggestuurd naar de middeleeuwen. Het is onaanvaardbaar en het maakt me erg boos.
Welk standpunt neemt de Russisch-Oekraïense gemeenschap in Brussel momenteel in?
Nataliya: Die gemeenschap is heel groot en de reacties zijn erg uiteenlopend. Zo heb ik Russische studenten in mijn muziekschool. Ik wil geen onderscheid maken tussen de kinderen, maar heb toch even gecheckt en ze blijken allen Oekraïne te steunen. Eén koppel ouders uit Moskou – echte Russen – is zelfs aanwezig bij elke manifestatie die hier in Brussel tegen het Russische geweld wordt gehouden. Ik heb al grapjes gemaakt: 'Zijn jullie wel nog welkom in Rusland?'
Anderzijds zag ik gisteren nog in een Russischsprekende WhatsAppgroep in Brussel een boodschap staan waarin iemand de Oekraïners opriep om de wapens neer te leggen en te capituleren. Ik heb gevraagd om wakker te worden, dit is geen grap meer. Zelf probeer ik om aan zoveel mogelijk manifestaties deel te nemen en om vaak met journalisten te spreken. Het is belangrijk dat we gehoord worden.
Alexei: Belangrijk is hoe ontwikkeld je bent als mens en hoe kritisch je informatie kan verwerken. Daar zit het verschil tussen wie Poetin steunt en wie dat niet doet. Ik ben echt onder de indruk van de solidariteit die momenteel onder de Oekraïners heerst en hoe bewust ze hiermee omgaan. Maar het doet me pijn om te zien hoe diep de wonde is die Poetin heeft geslagen. De inwoners van Oekraïne zullen nooit vergeten wat Poetin gedaan heeft, ze zullen de Russen nooit meer begrijpen. Ik sprak gisteren nog met een vriend in Kiev en die zei me dat ik gelukkig altijd nog kan zeggen dat ik Belg ben. Want als ik nu naar Kiev zou gaan en zou zeggen dat ik Rus ben, zouden ze me geen hand meer geven.
Voelen jullie je voldoende gesteund in Brussel?
Nataliya: We krijgen ontzettend veel steun van onze buren hier in Neder-over-Heembeek. Gisteren ging opeens de bel, ik dacht dat het de postbode was. Mijn buurvrouw die al meer dan negen maanden bedlegerig is vanwege een ziekte, zat in een rolstoel voor onze deur. Ze had een chocoladetaartje met de Oekraïense vlag voor ons meegebracht. Mijn buren hebben helemaal geen Oekraïense of Russische roots: die solidariteit is hartverwarmend.
Hoe kan Brussel volgens jullie een grotere rol spelen in het beëindigen van het conflict?
Nataliya: Alles helpt: we hebben wapens, ambulances, medicijnen nodig. Dat mag allemaal opgestuurd worden. En stop alsjeblieft met te zeggen welke economische gevolgen de sancties voor België, of bijvoorbeeld voor de export van het bier, zullen hebben. We moeten dat toch een beetje in perspectief kunnen plaatsen? We hebben echt humanitaire hulp nodig: de mensen in Oekraïne moeten voelen dat ze niet alleen zijn. Het gaat om een ernstig gevecht. Brussel moet de juiste boodschap sturen en die moet concreet en snel zijn. Er zijn al te veel doden.
Jullie kondigden aan jullie huis te openen voor vluchtelingen.
Nataliya: We moeten helpen waar we kunnen. Er is niets wat niet helpt, ook het allerkleinste is goed. Zelf hebben we momenteel niet meteen plannen om naar Oekraïne te gaan. En mijn dochter en ik gaan nooit meer naar Rusland. Nooit meer.
Alexei: Het was mijn droom om mijn dochter ooit de mooie plekken in Rusland te laten zien. Maar door deze situatie gaat dat niet meer, dat is echt jammer. Maar ik voel de nood niet meer om naar daar te gaan.
Nataliya: Het is echt belangrijk dat de mensen niet enkel bang zijn voor de toekomst van Oekraïne, maar ook voor die van Europa. Om Europa te beschermen, moeten we Oekraïne helpen. En alsjeblieft: stop over drie weken niet met over dit conflict te spreken. We mogen niet vergeten worden.
Lees meer over: Brussel , Veiligheid , Samenleving , conflict oekraïne rusland , Nataliya Chepurenko , Alexei Novosseltsev
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.