Vzw straatverplegers: 'Daklozen zijn naast hun huis hun netwerk kwijt'

Brussel telt meer dan 7000 daklozen waarvan ongeveer 800 mensen op straat slapen. Vzw Straatverplegers wil voor elk van hen een oplossing bieden. Dat is mogelijk, want “dakloosheid is op te lossen", zegt hun woordvoerder Koen Van den Broeck.

De vzw kon al 200 mensen van straat krijgen, want “dakloos zijn is geen fataliteit, je kan eraan werken.” Dat doet de vzw door met hen te spreken over hygiëne en hun sociale situatie en op zoek te gaan naar huisvesting.

"Mensen die op straat terecht gekomen zijn, zijn vaak niet alleen hun huis kwijt maar ook hun netwerk. Wij proberen net die mensen die niet op eigen houtje terug hun plek in de maatschappij vinden te begeleiden", legt Van den Broeck uit.

"We helpen met hun administratieve situatie en brengen hen onder in een reguliere woning of in een instelling als dat nodig is. We zijn straatverplegers, maar eigenlijk zijn we ook sociaal werkers."

Herhuisvesten

"De groep daklozen in Brussel is heel heterogeen, je hebt mensen met een migratieachtergrond die nergens terechtkunnen, maar ook mensen die door een samenloop van tegenslagen in het leven op straat terechtkomen", vertelt Van den Broeck.

"Voor ons is onze missie geslaagd als we iemand kunnen herhuisvesten, maar dan blijft de uitdaging om die mensen ook daar te houden. Het stopt niet bij het vinden van een nieuwe woning, we willen zeker zijn dat mensen er ook kunnen blijven. Ons grootste succes is wanneer iemand terug volledig zelfstandig kan worden."

Brussel helpt

“We zijn erg blij met de steun vanuit Brussel Helpt, niet alleen omwille van de financiële steun, maar ook omdat het dakloosheid bespreekbaar maakt.” De opbrengst van Brussel Helpt willen de Straatverplegers investeren om voldoende op de straat te kunnen gaan en betaalbare huisvesting te vinden.

"We willen er niet alleen onze medewerkers mee blijven betalen, maar ook nog meer inzetten op woonmodules zoals in Vorst en Neder-Over-Heembeek. Zo willen we tonen aan overheden en investeerders dat wonen ook op een andere manier benaderd kan worden dan grote woonblokken", besluit Van den Broeck.