Charlotte De Cort is een Brusselse scenarist en regisseur. Ze schrijft met filmische flair over haar ervaringen in de stad die haar inspiratie leveren voor nieuwe filmcreaties.
'Nu iedereen rond mij kinderen krijgt, wil ik een hond'
Het Zoniënwoud. De grote groene long ten zuiden van Brussel, de belangrijkste reden waarom de hoofdstad, nochtans een betonnen hitte-eiland, internationaal staat aangeschreven als bosrijk (maar met statistieken valt alles te bewijzen).
Voor mij blijft het Zoniënwoud toch vooral een plek om te wandelen, het liefst met mijn lief erbij (inderdaad – sinds een paar maanden het gezelschap gevonden van een mooie, vriendelijke, intelligente man, die kan leven met het feit dat hij mogelijkerwijs in een column een mooie, vriendelijke, intelligente man genoemd zal worden).
Onze favoriete bezigheid: honden kijken – de soorten raden. Ik groeide thuis op met een Berner sennen en twee bastaarden, hij met een kleine boerenfox terriër. Als baasjes iets op hun hond lijken, dan ben ik een sterk beest met een dikke vacht en een liefdevol gezelschapsdier, en is mijn lief – een mooie, vriendelijke, intelligente man – actief, waakzaam en vereist zijn pittige karakter een consequente hand.
"Zelf wil ik momenteel geen kinderen, maar tegen een surrogaatbaby (met vier poten en borstelig haar) zeg ik geen neen."
BRUZZ-columniste
Mensen die niet van dieren moeten weten, maken mij achterdochtig. Dus toen mijn toen-nog-niet-lief zei dat zijn boerenfox hem destijds motiveerde om biologie te gaan studeren, keek ik hem met de grootste puppyogen aan, en dacht ik: aai mij, aai mij.
Ik denk trouwens opnieuw een hond in huis te nemen. Er staat zelfs al een zak met eten klaar, gekocht in een opwelling. Het gaat namelijk goed met mijn carrière, ik woon in mijn eigen appartement, en ik voel iets van nestdrang nu iedereen rond mij in sneltempo kinderen krijgt. Zelf wil ik die momenteel nog niet, maar tegen een surrogaatbaby (met vier poten en borstelig haar) zeg ik geen neen.
Vrienden en familie sturen mij ondertussen zoekertjes van de schattigst mogelijke exemplaren. En bij elke foto trek ik aan de mouw van mijn lief, want: a puppy in need is a puppy indeed.
Maar wandelend in het Zoniënwoud zegt hij opeens: is het niet te vroeg? (Hoezo: ik ben al bijna dertig.) Is het geen immense verantwoordelijkheid, zo vroeg in de relatie? (Hoezo: ben je dan niet zeker?) En ook: welk ras zouden we dan nemen? (Hm – fair punt.)
Een beagle? Te geblokt. Een husky? Te groot, en niet koud genoeg in Brussel. Een Nova scotia retriever? Te actief. Mijn lief wil een 'echte' hond, iets dat indruk maakt, ik wil klein en kortharig (het omgekeerde eigenlijk van in onze jeugd).
En ook: wat als hij meer van het beest gaat houden dan van mij? Wat als hij een strenge vader is met een ijzeren discipline, en ik ben veel losser, vrijer in de omgang? Wie krijgt de hond bij een scheiding? Dus blijf ik maar discussiëren over haarsoort, schofthoogte, kindvriendelijkheid, karakter en cognitief vermogen, om die echte vragen niet te moeten beantwoorden.
Een poedel? Rotkarakter. Een windhond? Voor rijke mensen. Een shiba? Te blafferig.
In het Zoniënwoud lopen de honden los, wat eigenlijk niet mag. Maar voor één keer erger ik me er niet aan. Want opeens komt uit de wirwar aan vrije viervoeters een boerenfox aangelopen, die meteen aan mijn vriend begint te snuffelen. Statistisch valt alles te bewijzen, maar dat is geen toeval meer.
Lees meer over: Brussel , Column , BRUZZ Columnisten , hond , huisdier , Zoniënwoud
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.