Op 5 oktober vindt in Flagey het allereerste theefestival van Brussel plaats, met een bijzondere focus op rituelen, proeverijen en debatten over de impact van de klimaatverandering op de producten. Cinzia Merlin, een van de organisatrices, ziet de dag als een groot uitgevallen theekransje. “Een kop thee aanbieden is een universeel teken van gastvrijheid.”
Saskia Vanderstichele
Ietwat verschrompeld, lichtjes groenig, een bedompte geur: de theebladeren op het dienblad van Cinzia Merlin, 59, trekken even in heet water alvorens ze het aftreksel in een glaasje giet. Het regent buiten, binnen – in haar huis in Schaarbeek, waar elke kast een voorraad thee etaleert – ademt alles een rustige sfeer. 'De thee werkt extra kalmerend en helpt tegen de stress van het spitsuur.’
En tegen de stress voor zaterdag 5 oktober. Dan organiseert Merlin voor de allereerste keer het Brussels Tea Festival. Meer dan 25 verkopers uit de hele wereld zullen die dag hun waren komen aanprijzen in het Flageygebouw, van matcha lattes tot theecocktails. Op de planning staan ook Japanse theeceremonies en vragenuurtjes met experts, vertelt ze.
Het festival is eigenlijk een groot uitgevallen versie van wat ze met haar organisatie The Tea Circle Brussels minimaal één keer per maand doet: middels theemiddagen deelnemers niet alleen kennis laten maken met verschillende smaken en producten, maar ook verstilling bieden. Die filosofie is ook terug te vinden bij andere hedendaagse trends, zoals de artisanale vervaardiging van kunstbloemen, met zijde in plaats van met plastic, of het zelf branden van koffie. Allemaal vergeten ambachten, die meer tijd, geld en aandacht voor kwaliteit vereisen dan de massaproductie. “Die ingesteldheid is nu ook naar de consumptie van thee overgewaaid,” legt Merlin uit.
Zelf begon ze haar ontdekkingstocht in het Verenigd Koninkrijk, waar ze als twintiger voor vertaler Italiaans-Engels ging studeren. Toen ze in Brussel aanbelandde, begon de heimwee te knagen. Theedrinken werd een manier om herinneringen aan haar studietijd levendig te houden, zoals de madeleinekoekjes voor Proust. Maar ze wilde meer: “Ik ging op zoek naar cursussen om me te kunnen verdiepen in de drank, maar die vond ik niet in Brussel. Uiteindelijk ben ik naar het VK teruggekeerd om me bij te scholen aan de UK Tea Academy, een gerenommeerd privé-instituut dat mensen uit de horeca opleidt. Dankzij The Tea Circle Brussels en de hulp van mijn twee medeoprichters – María Kockmann (53), theeconsulent voor plantages, en Carole Duflos (34), een voormalige werkneemster van het Palais des Thés – hoeven mensen voor die kennis niet meer naar het buitenland.”
Al is het drummen voor een plaatsje. “Soms organiseer ik twee workshops per dag om aan de vraag te kunnen voldoen,” zegt Merlin, die van de gelegenheid gebruikmaakt om enkele mythes over thee te ontkrachten. “Zeg bijvoorbeeld nooit thee tegen kruidenthee. Dat zijn infusies, dranken op basis van planten, zoals pepermunt of kamille, twee populaire opties. En in tegenstelling tot wat veel mensen denken, is alle thee – groene, zwarte, gele, witte, oolong en gefermenteerde – gemaakt van dezelfde plant: de Camellia sinensis. Het verschil in kleur en smaak is te wijten aan het moment van de oogst van de bladeren, de hoeveelheid zonlicht die ze kregen, de bemesting en de berg waarop de planten groeiden,” zegt ze. “Zo zijn er alleen al in China wel 1.000 verschillende theesoorten.”
Koloniale wortels
Ook de ontdekkingsreis van Joyce Tian, die in haar vrije tijd thee verkoopt, kiemde in nostalgie. Toen ze in Brussel aan het werk ging als bedrijfsrevisor bij een multinational, ging ze op zoek naar de thee die ze vroeger met haar vader dronk in Sjanghai. Dat bleek moeilijker dan gedacht: “Chinese supermarkten verkochten bijna uitsluitend thee in zakjes. En westerse merken verkochten weliswaar losse Chinese thee, maar nog altijd niet van de kwaliteit die ik gewoon was,” vertelt ze aan de telefoon vanuit China, waar ze met vakantie is.
“Theekransen hadden een emanciperende rol begin vorige eeuw. Niemand had in de gaten dat die vrouwen bij hun kopje thee ook politiek bespraken, het was de perfecte dekmantel”
Samen met haar vriend breidt ze nu het aanbod uit met een eigen merk, waarvoor ze thee uitkiest bij een bevriende producent en dat ze online verkoopt. “Zo tonen we aan Europeanen dat ook uit China mooie, netjes verpakte producten kunnen komen waar veel zorg in kroop.”
De uitspraak belicht nog een andere ambitie: een ander verhaal vertellen dan de klassieke theeproducenten. “Kusmi Tea, Dammann Frères en Palais des Thés zijn westerse merken met wortels in het koloniale tijdperk,” zegt Tian. “Al die merken creëren eenzelfde verhaal: some guy trok naar een Chinese plantage, ontmoette daar enkele boeren en bracht thee mee naar huis. Die was niet per se van hoge kwaliteit, maar toch zetten de merken de thee zo in de markt met glamoureuze marketingcampagnes. Vandaag gebeuren die vaak op Instagram, omdat dat medium zich goed leent tot pakkende visuals. Allemaal willen ze een graantje meepikken.”
Thee is de populairste drank ter wereld na water, populairder zelfs dan koffie. Brusselaars geven gemiddeld meer geld uit aan koffie, thee en cacao dan andere Belgen, volgens cijfers van Statbel, het Belgische statistiekbureau. Dat bedrag steeg de afgelopen jaren lichtjes: van 66 euro in 2018 naar 71 euro in 2022. Het aantal hoofdstedelijke producenten van thee en koffie is sinds 2018 bijna verdubbeld: van acht naar vijftien. En het aantal groothandels in thee, koffie, cacao en specerijen steeg met een derde.
Die wereldwijde populariteit is deels te danken aan de theehandel op de vloot van de Oostendse Compagnie, met aandeelhouders in Brugge en Antwerpen, een concurrent van de Nederlandse Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), zegt Doris Klausing, auteur van De smaak van thee. “Oostendse thee werd apart, in houten, dichtgelaste kisten bezet met lood verpakt, en niet samen met andere specerijen. Daardoor behielden de bladeren hun smaak veel langer. Bovendien dreef de Oostendse Compagnie rechtstreeks handel met China – zij hadden geen eigen plantages in Indonesië, zoals de Nederlanders –, wat de kwaliteit ten goede kwam.” Aan de Belgische kust zag een eerste theehuisje met chinoiserieën het licht, en porseleinen kopjes, beschilderd met initialen en wapenschilden, waren fel gegeerd door de adel, aan wie theedrinken toen was voorbehouden.
Zoveel jaren later ziet Tian steeds meer mensen zoals zijzelf de Europese theemarkt betreden. “Dat geeft zelfvertrouwen.” Ook opvallend is dat veel van die mensen, zoals Tian en de oprichters van The Tea Circle Brussels, vrouwen zijn. Daar is een maatschappelijke verklaring voor, zegt Merlin: “Theekransen hadden een emanciperende rol begin vorige eeuw, toen de suffragettes streden voor gelijke rechten. Niemand had in de gaten dat die vrouwen bij hun kopje thee ook politiek bespraken, het was de perfecte dekmantel.”
Wat natuurlijk niet wil zeggen dat mannen geen thee drinken. “Voor mij geen gepriegel met kleine kopjes,” lacht de vriend van Carole Duflos, wanneer hij mee aan tafel aanschuift in Schaarbeek. “Ik zet 's ochtends graag een grote kan jasmijnthee, die ik lang laat trekken. Zo wordt hij even sterk als koffie.”
Jonger publiek
Thee is populair, ook omdat Brusselse jongeren de drank hebben ontdekt als gezond alternatief voor alcohol. Zo speelt theedrinken in op nog een andere trend: abstinence of geheelonthouding zit in de lift bij jongeren.
Olivier Nuttens, al twintig jaar een van de zaakvoerders van thee- en juwelenboetiek L'Heure Bleue in het centrum van Brussel, zag zijn klantenbestand jonger worden. “Jongere generaties hebben meer geld over voor een kwaliteitsvol product. Ze nemen graag de tijd voor een speciale belevenis, zonder dat daar per se alcohol bij te pas komt. Het gaat om een ander profiel dan de manager die zijn wijnkelder wil beginnen aan te leggen.”
Nuttens baat sinds vorig jaar ook tea house Lan Se uit, achteraan in de winkel. Laptops of gebakjes zijn nergens te bespeuren. “Dit is geen tearoom,” benadrukt hij, “thee staat centraal.” Daarbij horen ook de nodige rituelen: met zijn pols maakt hij een sierlijke boog en schenkt zonder te morsen dampende thee in een kopje, “een beetje zoals een boogschutter zonder trillen zijn boog opspant.” De behendigheid waarmee hij dat doet, verraadt jaren ervaring. “Oefening baart kunst,” glundert hij. Het is een van de basisprincipes van gong fu cha, een theeritueel uit China. Al biedt thee ook spirituele troost: de randen van de kom op tafel zijn niet gelijk afgelijnd, alsof er barsten door lopen. “Het leven is niet perfect. Ook dat wil ik meegeven.”
Achter hem staan tientallen potten met ronkende opschriften tegen de muur. Sommige gefermenteerde theesoorten zijn wel vijftig jaar oud – “een beetje de grands crus van de thee,” geeft hij toe. Die mogen wat kosten: aan 3 euro per gram betaalt een klant al snel 21 euro per pot. Best veel voor wat sommigen nog steeds laatdunkend 'water met een smaakje' noemen.
Maar Charlotte Kockmann, uitbaatster van L'Autre Thé, een theewinkel in Ukkel, benadrukt dat thee niet duur hoeft te zijn en zo een breed publiek kan bekoren. “Met thee vermengd met gedroogd fruit brouw je thuis zelfgemaakte icetea. Leuk voor de kinderen en goedkoper dan frisdrank uit de supermarkt.” Ook matcha, een soort tot poeder vermalen Japanse groene thee, inspireert koks van allerlei slag. “Er is de romige matcha, gemaakt van de jongste blaadjes, die je opschuimt met een kloppertje. En er is de culinaire matcha – vaak poeder van een iets mindere kwaliteit – die je in smoothies of cakes kunt verwerken,” vertelt ze.
Toekomstmuziek
Op de eerste editie van het Brussels Tea Festival – waarvoor Brussel in de voetsporen treedt van steden als Berlijn, Praag en Wenen – zal al die kennis samenvloeien. Robin Boels, oprichter van de Thee Academie Vlaanderen in 2012 en pionier in het Vlaamse theewereldje, ziet de toekomst dan ook hoopvol in. “Ik denk dat het festival in Brussel vooral het publiek zal aantrekken dat al intensief bezig is met thee. Op termijn zie ik dat uitbreiden naar de rest van de bevolking. In Berlijn liep het net zo: zij zijn heel klein begonnen en nu zie je dat het festival uit zijn voegen aan het barsten is. Op de komende editie mag je nog maar een halve dag binnen, omdat er zo'n massa volk op afkomt.”
Die voorspelling klinkt Merlin als muziek in de oren. Haar verwachtingen voor zaterdag zijn hooggespannen: “Ik wil niet alleen mensen helpen bij het kiezen en zetten van thee, ik wil vooral een gemeenschap van theedrinkers creëren. Want een kop thee aanbieden is een universeel teken van gastvrijheid.”
Lees meer over: Elsene , Economie , Resto & Bar , Cinzia Merlin , Brussels Tea Festival , thee
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.