Zomerschool

| Schoolbanken in een Brusselse klas.

Nederlands nog prominenter op school: ‘Je riskeert aversie te ontwikkelen tegen de taal’

EC
© BRUZZ
30/09/2024

Vlaanderen wil anderstalige ouders verplichten om Nederlands te leren en op Brusselse scholen wordt het zelfs een inschrijvingsvoorwaarde. Praktisch een hele uitdaging, denken directies en experts, maar ook niet zonder risico voor kwetsbare gezinnen.

Leerkrachten kunnen niet alles zelf, zei kersvers Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) maandag in zijn Septemberverklaring voor het Vlaams parlement. In het nieuwe Vlaamse regeerakkoord, zaterdag voorgesteld, was al duidelijk gewezen op de rol en betrokkenheid van ouders op school. Zo riskeren anderstalige ouders in Vlaanderen hun schooltoelage (zo’n 22 tot 38 euro per kind per jaar, red.) te verliezen als ze geen Nederlandse les volgen.

En in Brussel is die voorwaarde nog strenger: wie zijn kind wil inschrijven in een Nederlandstalige basisschool, krijgt voorrang als die zich engageert om Nederlands te leren.

“Dat is een aanscherping van de huidige voorrangsregels,” zegt VUB-professor Esli Struys, gespecialiseerd in meertaligheid op school. Tot nu toe is 65 procent van de vrije plaatsen in Brusselse basisscholen voorbehouden voor kinderen van ouders met aantoonbare kennis van het Nederlands, als moedertaal of extra taal. De overige 35 procent van de plaatsen wordt verdeeld tussen kinderen uit kwetsbare en niet-kwetsbare milieus. Dat verandert: ook in die tweede groep komt nu een extra voorrang voor gezinnen waar minstens één van de ouders Nederlandse les volgt. Vlaanderen wil daarvoor het aanbod NT2-lessen in Brussel uitbreiden, klinkt het in het regeerakkoord, onder meer via extra middelen aan het Huis van het Nederlands.

“Vlaanderen legt dus extra eisen op voor de toegang tot Vlaamse scholen in Brussel,” zegt Esli Struys. “Ik vraag me af hoe anderstalige ouders die boodschap zullen interpreteren. Een deel van hen zal zeker bereid zijn om Nederlands te leren, maar een andere groep kan mogelijk voor het Franstalig onderwijs kiezen, waar die regels niet gelden.”

Niet iedereen heeft voldoende tijd, geld of talent om een extra cursus te volgen, zegt Struys. “Ik vrees dat vooral in kwetsbare milieus of eenoudergezinnen niet altijd de tijd of bandbreedte voorhanden is om zo’n taalcursus erbij te nemen. Die ouders zullen de verwachtingen misschien te hoog vinden,” zegt de professor.

Aversie

En dat kan ook de samenstelling van bepaalde scholen wijzigen, denkt schooldirecteur Guray Turkistan van de GO! Unesco-school in Koekelberg, een populaire basisschool bij Nederlandstaligen.

“Wij krijgen onze 65 procent voorrangsplaatsen meestal snel gevuld met kinderen van Nederlandstalige ouders,” zegt de directeur, die voor alle duidelijkheid alleen gaan over de plekjes die nog vrij zijn nadat broers en zussen al voorrang kregen. “En nu zullen ouders die bereid zijn om Nederlands te leren, extra voorrang krijgen op kansarme gezinnen. Misschien speelt dat in het nadeel van scholen die vandaag wat minder populair zijn. Dan krijg je daar nog meer concentratie van kinderen die thuis geen Nederlands spreken of horen.”

“Ouderbetrokkenheid is belangrijk, maar die afdwingen, is delicaat. Ouders kunnen ook heel betrokken zijn in hun thuistaal.”

Esli Struys, professor taalkunde (VUB)

Esli Struys, professor Toegepaste Taalkunde (VUB)

Bovendien benadrukt het Vlaamse regeerakkoord het belang van Nederlandstalige communicatie binnen en buiten de schoolmuren.

Directeur Turkistan wil de concrete regelgeving daarrond nog afwachten. “In het algemeen voeren wij de helft van onze oudergesprekken in een andere taal dan het Nederlands. In veel scholen is dat percentage nog hoger. We behelpen ons dan met een gemeenschappelijke taal zoals het Frans of Engels, ofwel met tolken van de ouders of via het CLB.”

Via Smartschool wordt bij Nederlandstalige informatie dan weer telkens gelinkt naar vertaalapps. “Het zou jammer zijn als we die gesprekken niet meer zouden kunnen doen,” zegt Turkistan.

Basisscholen hebben ook aparte regels rond meertaligheid op de speelplaats. “Wij zullen leerlingen wel stimuleren om spelletjes te spelen in het Nederlands en spreken hen erop aan als ze in andere talen met elkaar praten, maar we geven hen geen straftaak,” benadrukt Turkistan. “Maar als je ouders bestraft om hun talenkennis en dat doortrekt naar de leerlingen, riskeer je dat zij zich afgestraft voelen voor hun thuistaal. En juist een aversie ontwikkelen tegenover het Nederlands,” vreest de directeur.

Extra lessen, extra docenten

Professor Esli Struys ziet ook praktische uitdagingen. “Vandaag bedienen de Nederlandstalige basisscholen maar 20 à 22 procent van de Brusselse kinderen, terwijl de Vlaamse doelstelling is om 30 procent van de Brusselaars te bereiken,” zegt Struys.

Die beoogde dertig procent is herhaald in het nieuwe regeerakkoord. “Zullen we effectief dertig procent van de Brusselse kinderen bereiken door hun ouders extra regels op te leggen? Mogelijk stapt een deel liever over naar het Franstalige net.”

Om werkelijk aan dertig procent Nederlandstalige leerlingen te raken in heel Brussel, moet dan ook 8 tot 10 procent van hun ouders bijkomende taalles volgen, redeneert Esli Struys. “En dat vraagt een enorme inspanning van centra voor volwassenenonderwijs en het Huis van het Nederlands,” zegt de professor. “De lerarenopleidingen zullen extra NT2-docenten moeten opleiden, het is een alomvattend project en misschien wel de grootste Vlaamse investering ooit in Brussel.”

“In het algemeen voeren wij de helft van onze oudergesprekken in een andere taal dan het Nederlands. Het zou jammer zijn als we die gesprekken niet meer zouden kunnen doen”

Guray Turkistan, directeur Unesco-basisschool

Bij de katholieke scholenkoepels kon deze maandag nog niemand reageren op de Vlaamse plannen.

Vanwege de GO! Scholengroep Brussel laat woordvoerster Karin Struys weten dat hun scholen vandaag al veel inspanningen leveren om anderstalige ouders te bereiken. “Bijvoorbeeld via conversatietafels, in samenwerking met de centra voor volwassenenonderwijs, of oudercafés in het Nederlands,” zegt Struys. “Die structurele samenwerking is niet nieuw en willen wij verderzetten. Extra middelen voor NT2-lessen zijn in dat kader positief.”

Professor Struys benadrukt tenslotte dat meer Nederlandskundige volwassenen rondom een kind zeker belangrijk zijn voor het succes op school, maar niet de enige factor van belang. “Wie een cursus Nederlands volgt, kan zijn kind niet meteen helpen in die taal. Ouders kunnen ook heel betrokken zijn bij een school in hun thuistaal en hun kind daarin helpen bij het huiswerk,” zegt hij. “Ouderbetrokkenheid is uiteraard belangrijk, maar die afdwingen, is delicaat. Het risico bestaat dat je in Brussel dermate veel verwacht van ouders dat zij het Nederlandstalig onderwijs liever links laten liggen.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Onderwijs , Esli Struys , Guray Turkistan

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni