De ex-voorzitter van het OCMW van Anderlecht, Mustapha Akouz, (PS) hield maandag in de Kamercommissie Sociale Zaken vol dat er geen sprake was van cliëntelisme bij het OCMW. Hij ontkende daarbij dat er op het niveau van het OCMW "georganiseerde fraude" werd gepleegd, zoals Kamerlid Denis Ducarme (MR) stelde.

©
Belgaimage
Ex-voorzitter OCMW Anderlecht ontkent fraudesysteem
Het was de tweede keer dat Akouz aan de tand werd gevoeld door de parlementaire werkgroep die de wantoestanden bij het Anderlechtse OCMW onderzoekt. Die werkgroep werd binnen de Kamercommissie Sociale Zaken opgericht na de Pano-reportage over onregelmatigheden binnen het OCMW. Na de eerste passage van Akouz in december bleven verschillende Kamerleden op hun honger zitten. Na intussen ruim zestig uur hoorzittingen, met ook enkele (ex-)medewerkers, doken bovendien nieuwe elementen op.
Bij de start van de zitting kreeg Akouz meermaals het verwijt dat hij niet de waarheid had gesproken. Zo had Akouz gezegd dat er steeds een medewerker aanwezig was als hij mensen ontving, naast de maatschappelijk werker die verantwoordelijk was voor het dossier. Maar een getuige verklaarde aan de Kamerleden dat dat niet zo was. "Iemand spreekt de waarheid niet, maar wie?", zei Kamerlid Wouter Raskin (N-VA).
In de Pano-reportage had Akouz nog verklaard dat "als men mij cliëntelist noemt, ik trots ben dat ik mensen heb geholpen", maar daar kwam de ex-voorzitter van het OCMW van Anderlecht op terug in de Kamercommissie. Hij sprak van "een fout", die hij gemaakt had in moeilijke omstandigheden en zei dat die uitspraak zijn standpunt niet vertegenwoordigt.
"Ik heb nooit individuele beslissingen beïnvloed. Er is dus nooit cliëntelisme geweest", klonk het vervolgens. "Elke keer dat ik gecontacteerd werd door burgers, heb ik systematisch de verzoeken doorgespeeld aan de bevoegde diensten voor analyse en opvolging."
Waarna Akouz punt per punt inging op de verschillende vragen van de Kamerleden. "Toen ik zei dat een maatschappelijk werker me systematische begeleidde bij gesprekken in mijn kantoor, ging het over dringende verzoeken. Soms heb ik inderdaad mensen ontmoet zonder een maatschappelijk werker, bijvoorbeeld als iemand ondanks de toekenning van een leefloon zijn uitkering niet ontving. In zo'n geval had de aanwezigheid van een maatschappelijk werker geen meerwaarde, want het probleem lag bij de dienst betalingen", zei Akouz, die zich excuseerde dat hij "niet duidelijk genoeg was geweest en er misverstanden ontstaan waren".
Er werden ook vragen gesteld bij de bewering van Akouz dat hij nooit het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) heeft voorgezeten, dat beslist over het toekennen van steun. Het is uitzonderlijk dat een OCMW-voorzitter die functie niet opneemt. Uit de Pano-reportage bleek dat die commissie bijna altijd de kant koos van de uitkeringsgerechtigde en niet van de maatschappelijk werker, zelfs als die een negatief rapport had.
Akouz legde uit dat hij geen deel uitmaakte van het BCSD, die bestond uit vier socialisten en drie leden van meerderheid en oppositie, omwille van de "pariteit". Hij wou zo het "pluralisme" bevorderen en komen tot een "grotere betrokkenheid van de OCMW-raad". Akouz zei dat uiteindelijk de vicevoorzitter van de BCSD hem verving, "een lid van DéFi", José Fernández Lopez. De man, die niet langer politiek actief is, geldt inmiddels als klokkenluider in de zaak. Akouz zei dat hij niet kon zeggen waarom het BCSD afweek van de beslissingen die de maatschappelijk werkers namen, "want ik zetelde er niet in".
Akouz ontkende nadrukkelijk fraude door het OCMW. Denis Ducarme (MR), de voorzitter van de werkgroep, had erop gewezen dat verschillende maatschappelijk werkers de voorbije maanden achter gesloten deuren waren komen getuigen, maar dat er ook individuele gesprekken met maatschappelijk werkers waren geweest. Zo zou hij nu over een aantal dossiers beschikken die de "these van georganiseerde fraude op het niveau van het OCMW van Anderlecht" ondersteunen. Ducarme sprak daarbij van "een systeem dat op poten was gezet". Hij zei ook dat het de bedoeling is om de frauduleuze dossiers over te maken aan justitie.
Volgens Akouz lijdt het geen twijfel dat er disfuncties waren, maar hij ontkende dat hij kennis had van fraude. Hij riep op om de documenten waar Ducarme het over had over te maken aan justitie. Akouz zei daarbij dat hij documenten had geverifieerd waaruit geciteerd was tijdens zijn eerste passage en zei dat de informatie daarin "niet overeenkwam met die van de administratie". "Er is een probleem", zei Akouz tot tweemaal toe.
De Kamerleden namen ook deze keer geen genoegen met de antwoorden van Akouz, ook al werd toegegeven dat die concreter waren dan de eerste keer. Kamerlid Wouter Raskin (N-VA) verweet Akouz dat die "een grote paraplu" opentrok. "Alle smurrie en viezigheid valt vandaag op de maatschappelijk assistenten, met wie ik te doen heb. De hete patat gaat naar hen", zei Raskin.
"De enige fout die u toegeeft, is dat u een verkeerd citaat hebt gedaan", zei Kamerlid Vincent Van Quickenborne. De Open VLD'er verweet Mustapha Akouz een 'Musti-pirouette', doordat die zijn "antwoorden aanpast hoe het hem bevalt". Hij hekelde dat Akouz de juistheid van enkele documenten in twijfel trok en de maatschappelijk werkers die kwamen getuigen zo "allemaal leugenaars" noemde.
"Als hoogste politieke verantwoordelijke schuift u de verantwoordelijkheden in de bak van de administratie en van de sociale werkers", zei Vooruit-Kamerlid Anja Vanrobaeys. "Zij zetten zich in en houden aan elkaar vast om vol te houden, om het OCMW draaiende te houden, om de dienstverlening aan mensen in armoede te garanderen. Als socialist ben ik daarin bijzonder teleurgesteld, want het ondermijnt het draagvlak voor solidariteit."
Lees meer over: Anderlecht , Politiek , Mustapha Akouz , OCMW Anderecht , cliëntelisme