Vijfde meer kleuters met grote leerachterstand

In twee jaar tijd is het aantal kleuters in het buitengewoon onderwijs met een verstandelijke beperking met 22 procent gestegen. Hoe dat komt, weet niemand. Minister Ben Weyts (N-VA) heeft een onderzoek besteld, schrijft Het Laatste Nieuws woensdag.

In wat officieel het 'buitengewoon onderwijs type 2' heet - voor kinderen met een verstandelijke beperking - zitten dit schooljaar 4.471 lagereschoolkinderen, 10 procent meer dan twee jaar geleden. Maar vooral bij de kleuters is er een forse stijging: die gingen van 1.095 naar 1.336, ofwel een vijfde meer.

Bij de Centra voor Leerlingenbegeleiding merken ze de problematiek. "Ik hoor onze mensen voortdurend zeggen dat er echt iets aan de hand is", zegt Stefan Grielens, topman van het Vrij CLB Netwerk, dat de centra van katholieke scholen overkoepelt. Het grote probleem is dat niemand de oorzaak van de stijging kent. Want, hoe tegenstrijdig het ook klinkt, de cijfers betekenen niet per se dat er ineens zoveel meer kinderen zijn met een verstandelijke beperking.

Grielens stelt dat er mogelijk een neveneffect van de lockdowns tijdens de coronapandemie speelt. "Baby's konden toen een tijdlang niet naar de onthaalmoeder of crèche, mogelijk hebben sommigen door hun isolement achterstand opgelopen in hun ontwikkeling."

Onderwijsminister Ben Weyts sluit dat niet uit, "maar we weten niet of er een oorzakelijk verband is", klinkt het op zijn kabinet. Over een maand start daarom een wetenschappelijk onderzoek dat inzicht moet bieden in de problematiek.