Huurcontracten voor studenten amper gebruikt: Brik vraagt herziening

Studentenorganisatie Brik wil de specifieke huurcontracten voor studenten herzien, want die worden nu amper gebruikt door kotbazen. Dat zorgt ervoor dat studenten voor financiële en andere verrassingen kunnen komen te staan, zegt Jurgen Ral van Brik.

De studentenhuurovereenkomst werd in 2018 door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ingevoerd, maar is niet verplicht. Hoewel het in 2020 volgens het gewest nog vaak werd gebruikt, blijkt dat gebruik vier jaar later tanend.

Dat komt vooral omdat de student de huurovereenkomst op elk moment kan opzeggen, met een opzegtermijn van twee maanden zonder schadevergoeding. "Veel kotbazen willen het contract daarom niet gebruiken, omdat het ervoor zorgt dat hun koten snel leeg kunnen staan", legt Ral uit.

Nochtans kan zo'n studentenhuurcontract belangrijk zijn, zegt Ral. "Nu gebruiken veel kotbazen gewone huurcontracten die heel uiteenlopend zijn. Dat maakt het soms moeilijk leesbaar voor studenten. We merken dat ze daarom bijvoorbeeld problemen hebben met de teruggave van de waarborg of de afrekening voor nutsvoorzieningen. Bij een studentencontract zou alles hetzelfde moeten zijn voor alle koten, wat het duidelijk maakt voor iedereen."

Brandveiligheid

Het contract moet volgens Brik geëvalueerd en herzien worden. Ral verwijst daarvoor naar de bestaande contracten in Wallonië en Vlaanderen, waar studenten ook een soepele opzegtermijn hebben, maar dat wel moeten motiveren met bijvoorbeeld een attest van stopzetting van de studies.

Daarnaast moet er een duidelijk kader rond brandveiligheid komen, zegt Ral. Bij nieuwe studentenwoningen is dat kader goed vastgelegd, maar bij oude woningen is dat niet het geval.

"De regels voor studentenwoningen moeten anders zijn dan bij appartementen, want je woont met veel meer mensen in een gebouw. Denk maar aan vluchtwegen. Nu kan de brandweer die koten niet controleren op brandveiligheid, omdat er geen wettelijk kader voor bestaat", besluit Ral.