Werelderfgoedorganisatie UNESCO heeft woensdag de Franse en Belgische kermiscultuur erkend als immaterieel cultureel erfgoed. Dat heeft staatssecretaris Ans Persoons (Vooruit.brussels) woensdag meegedeeld op 'Winterpret' in hartje Brussel, in bijzijn van de Franse ambassadeur in België Xavier Lapeyre de Cabanes.
UNESCO erkent Franse en Belgische kermiscultuur als immaterieel erfgoed
Het Belgisch-Franse erkenningsdossier is pas ingediend in 2021. Woensdag heeft het UNESCO-Comité voor de Bescherming van het Immaterieel Erfgoed de knoop doorgehakt.
"De kermiscultuur is een traditie die van generatie op generatie wordt doorgegeven. Ik ging als kind naar de kermis en nu ga ik erheen met mijn eigen kinderen", duidt Persoons. "Erfgoed gaat over veel meer dan gebouwen, het gaat ook over het koesteren van onze evoluerende gewoontes en tradities. De kermiscultuur is een perfect voorbeeld van dit levende erfgoed."
Breed publiek
De kermiscultuur in Frankrijk en België kent zijn wortels in de middeleeuwse tradities van reizende acrobaten en kermissen. Pas aan het einde van de 19e eeuw ontwikkelen de kermissen in België en Frankrijk zich tot hoe we ze vandaag kennen, met eetkraampjes, kansspelen en draaimolens.
Kermissen zijn ook toegankelijk voor een breed publiek en trekken elk jaar opnieuw duizenden bezoekers. In België gaat het vooral over de kermissen in Luik, Antwerpen en Brussel. De Franse kermissen 'foire du Trône' in Parijs en de kermissen van Rijsel en Straatsburg behoren tot de grootste kermissen wereldwijd.
In België kent de kermisgemeenschap ongeveer 850 familiebedrijven, goed voor ongeveer 7.000 kermismensen - waarvan 330 in Wallonië, 75 in Brussel en 440 in Vlaanderen. In Frankrijk gaat het over 100.000 mensen en 40.000 bedrijven.
Lees meer over: Samenleving , Unesco Werelderfgoed , kermis , Ans Persoons
