Op zondag 26 mei stemmen de Brusselaars over de toekomst en kiezen we wie ons de komende vijf jaar mag vertegenwoordigen in een reeks parlementen. Maar waar komt Brussel vandaan op politiek vlak? BRUZZ verzamelde of berekende de resultaten van alle verkiezingen van 1989 tot nu en vatte die samen in een reeks grafieken. In 1989 werd namelijk het Brussels Gewest opgericht.
| Op 26 mei kiezen we onder meer een nieuw Brussels Parlement
Het Brussels Gewest viert dit jaar dus zijn dertigjarig bestaan. Het Hoofdstedelijk Gewest kwam zo een stukje later dan het Waalse en Vlaamse Gewest, omdat er politieke discussie bestond over hoeveel macht dit derde gewest mocht krijgen en of het een volwaardige Belgische regio mocht zijn of niet.
Het nakomertje Brussel kreeg in 1989 wel een primeur: de Brusselaars mochten meteen hun eigen Brusselse Hoofdstedelijke Raad kiezen, het huidige Brussels Parlement. Vlaanderen en Wallonië hadden pas vanaf 1995 een verkozen parlement.
Nederlandstaligen in het Brussels Parlement
Het Nederlandstalige politieke landschap in Brussel kende sinds die eerste verkiezingen in 1989 een paar grote omwentelingen. Op 30 jaar tijd verloren de christendemocraten (CVP-CD&V, met Jos Chabert) hun positie als grootste partij. Bij elke verkiezing verloor de partij een paar procenten. Ondertussen werden de liberalen steeds groter, en in 2004 haalden ze de christendemocraten in. Sinds 2009 is Open VLD ook de grootste partij.
Wat vooral opvalt is de score van het Vlaams Blok. De partij scoorde al voor de zogenaamde 'zwarte zondag' erg goed in Brussel, beter dan in Vlaanderen. Die score verbeterde bij elke verkiezing tot en met 2004, toen het Vlaams Blok ruim een derde van de Nederlandstalige stemmen binnenhaalde.
Dat succes kwam er door tweetalige campagnes die Franstaligen overtuigden om voor een Nederlandstalige lijst te stemmen. Kopstuk Johan Demol was ook erg populair. Hij was een oud-politiecommissaris in Schaarbeek, ontslagen door z'n lidmaatschap van een extreemrechtse militie.
De uitslagen van Nederlandstalige partijen staan hieronder samengevat. Klik of tik op de grafiek om details te bekijken (partijnaam en score).
De goede resultaten van het Vlaams Blok leidden tot paniek. De partij zou in de toekomst een meerderheid van de Vlaamse zetels in het parlement kunnen winnen en die dan gebruiken om de instelling (en zo het hele land) te blokkeren. Er kwamen maatregelen: een vast (en groter) aantal zetels voor Nederlandstaligen om de stem voor het VB te verdunnen en een antiblokkeersysteem.
De absolute meerderheid voor het VB kwam er nooit: na de verkiezingen van 2004 begon het politieke landschap in Brussel grondig te veranderen. Het christendemocratische centrum liep bij elke verkiezing een beetje verder leeg, links werd gaandeweg belangrijker, en het Vlaams Belang stortte in. De rechtse stemmen kwamen zo opnieuw terecht bij meer gematigde rechtse partijen zoals Open VLD en N-VA. Dat wijst er mogelijk op dat de groep Nederlandstalige inwoners van Brussel verandert.
Franstaligen in het Brussels Parlement
De meeste Brusselse parlementsleden zijn Franstalig: 72 van de 89 zetels zijn voorbehouden voor Franstalige partijen. Ook hier kende het politieke landschap verschuivingen. Het Brussels Gewest heeft vandaag de reputatie vrij links te zijn, maar het was bij de oprichting in 1989 (en lang daarvoor) vooral een liberale stad. Gaandeweg nam de PS het marktleiderschap over van de liberalen.
Bij de eerste verkiezingen werd de PRL de grootste partij, een voorloper van de MR. Door het kartel met de sociaal-liberale regionalisten van het FDF (nu Défi) haalden de liberalen zelfs scores van meer dan 40 procent. Toch leverde hen dat enkel van 1999 tot 2004 de minister-president op. Het was een periode met veel personeelswissels: vier liberalen oefenden de functie uit op een periode van vijf jaar tijd.
Niet lang voor de verkiezingen van 2004 moest regeringsleider Daniel Ducarme ontslag nemen omdat hij jarenlang geen belastingaangifte had ingediend. Het leverde de MR een verkiezingsnederlaag op. Sinds dat moment zit de partij in een dalende lijn. Verwacht wordt dat de partij in 2019 zelfs onder de 20 procent duikt.
Extreem-rechts is geen uniek Vlaams fenomeen. In het Brussels Parlement kende ook het Front National wat succes, met als hoogtepunt ruim 8 procent in 1995. Door interne ruzies viel de partij uit elkaar.
Opvallend is ook de score van de groene partij Ecolo: die gaat op en neer, van ongeveer 10 naar 20 procent, en weer terug naar 10. Het eerste grote succes kwam er in 1999, toen de PS afgestraft werd voor het Dassault-schandaal en de dioxinecrisis. Voor de verkiezingen dit jaar voorspellen de peilingen dat die eigenaardige trend wordt verdergezet en dat Ecolo opnieuw 20 procent haalt.
Taal in Brussel
In het Brussels Parlement bestaan sinds de oprichting twee taalgroepen: Frans en Nederlands. In zekere zin bestaan de Brusselse verkiezingen dus eigenlijk uit twee parallelle verkiezingen. Burgers kiezen eerst of ze voor Frans- of Nederlandstalige lijsten willen stemmen, en kiezen pas dan voor een partij.
Partijen moeten dus voor de verkiezingen bepalen bij welke taalgroep ze horen, en dat maakt het ook mogelijk om te bepalen hoeveel 'Nederlandstalige stemmen' er zijn. Dat is een manier om in te schatten hoeveel Nederlandstaligen er zijn in Brussel, de overheid houdt immers geen cijfers bij over het taalgebruik van burgers. Waterdicht is het niet: het taalgebruik is niet zwart-wit, en je kunt als Franstalige ook Nederlands stemmen, en omgekeerd.
Dat deden Franstalige kiezers van het Vlaams Blok bijvoorbeeld, zij tellen in de grafiek mee als Nederlandstalige kiezers.
In het tweede tabblad van de grafiek vind je informatie over het aantal niet-stemmers en de stemmen die blanco en ongeldig waren. De eerste verkiezingen in 1989 vallen op: ongeveer een kwart van de kiezers niet opdagen of stemde niet geldig. Van een groot enthousiasme voor het nieuwe Brussels Parlement was dus geen sprake.
Sindsdien daalde het aantal blanco en ongeldige stemmen licht. Dat komt vermoedelijk door de invoering van elektronisch stemmen waarbij ongeldig stemmen onmogelijk is geworden. Het aandeel niet-stemmers daalde ook licht en schommelt rond 16 procent van het electoraat.
Wat de cijfers niet tonen is een steeds grotere groep Brusselaars zonder stemrecht. Sinds 1989 werd Brussel veel internationaler. Er zijn ongeveer 600.000 (Belgische) inwoners die mogen stemmen. 300.000 niet-Belgen ouder dan 18 jaar mogen dat niet.
Kamerverkiezingen in Brussel
De Kamerverkiezingen in Brussel waren tot 2014 een buitenbeentje in ons land, omdat de verkiezing gebeurde in een uitgebreide (tweetalige) kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. In dat gebied zaten de 19 Brusselse gemeentes én 35 Vlaams-Brabantse gemeentes. Inwoners van een Vlaams-Brabantse gemeente als Herne kregen dus precies dezelfde stembrieven als Brusselaars.
In 1991 kon een inwoner van Herne bijvoorbeeld stemmen op de Brusselse PS-politicus Yvan Mayeur. Omgekeerd kon een Brusselaar stemmen op Vlaming Jean-Luc Dehaene (CVP, Vilvoorde). De communautaire splijtzwam BHV werd in 2012 gesplitst.
In de onderstaande grafiek zijn de stemmen uit Vlaams-Brabant weggefilterd, het gaat dus alleen om het kiesgedrag van de Brusselaars. Je vindt de scores van Nederlandstalige partijen in het eerste tabblad, de Franstalige in het tweede.
In 1991 vallen de opvallend goede scores op van de CVP (huidige CD&V) en PVV (Open VLD). Maar liefst een kwart van de stemmen in Brussel ging toen naar een Nederlandstalige partij. Mogelijk komt dat door een aantal populaire politici. Bij de PVV stond Annemie Neyts op de lijst, bij de CVP Jean-Luc Dehaene uit Vilvoorde. Hij werd na de stemming premier.
Na die verkiezingen begon het aandeel Nederlandstalige stemmen geleidelijk af te nemen. We zien wel de piek van het Vlaams Blok, net zoals bij de verkiezingen voor het Brussels Parlement.
2014 was het moeilijkste verkiezingsjaar tot nu toe voor Nederlandstalige partijen in Brussel. Door de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in twee nieuwe kieskringen (Brussel en Vlaams-Brabant) raakte er geen enkele Nederlandstalige Brusselaar meer verkozen in de Kamer. De 15 Brusselse Kamerleden zijn allemaal Franstalig. Zonder stemmen uit Vlaams-Brabant zijn de Vlaamse partijen namelijk te klein voor een zetel.
De strategie van een Vlaamse eenheidslijst om toch een zetel te veroveren kwam niet van de grond. Groen probeerde het met een Nederlandstalige kandidaat op de Ecolo-lijst voor de Kamer. Annalisa Gadaleta scoorde goed, maar door de slechte score van Ecolo won ze geen zetel.
Die strategie wordt dit jaar opnieuw toegepast door Groen (plaatsen 3 en 12 bij Ecolo) en SP.A (plaatsen 5 en 11 bij PS). PTB-PVDA heeft een tweetalige lijst met een Nederlandstalige lijsttrekker. Op basis van de peilingen zullen twee Nederlandstalige Brusselaars hun weg vinden naar de federale Kamer. Bij een goede score (meer dan 5 procent) kan ook N-VA iemand naar de groene banken van het parlement sturen.
Lees meer over: Brussel , Brussel Kiest 2019 , Brussels Parlement , Kamer , Vlaams parlement , verkiezingsresultaten , 30 jaar Brussels Gewest
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.