Aankomst dieren Koninklijk Circus in station van Schaarbeek in 1929

| De aankomst dieren voor het Koninklijk Circus in het station van Schaarbeek in 1929.

Column

Beeldspraak: het vel van de olifant

Michaël Bellon
© BRUZZ
16/03/2019

Elke week voorziet Michaël Bellon een oude persfoto van een nieuw onderschrift. Deze week: de aankomst van de dieren voor het Koninklijk Circus aan het station van Schaarbeek in 1929.

Olifanten die vroeger hun blote slurf moesten komen laten zien aan Europa, deden dat allemaal nog op eigen kracht. Verhalen genoeg van Bekende Olifanten die van stad tot stad met zichzelf te koop liepen tot ze erbij neervielen. Die trein is dus een vooruitgang. Juist de goede maat voor een kudde, kan je zeggen.

Wanneer wij nu poot aan de grond zetten – in, wat is het, Brussel? - betekent dat voor deze gepromoveerde kippenboeren hier waarschijnlijk nog altijd een enorme stap, maar voor ons nog slechts een klein trapje naar beneden. Een extra raam in het rijtuig had wel gemogen, om onderweg te kunnen kijken naar de koeien die ons aanstaren als olifanten op een trein. En wat minder lawaai misschien, want oorverdovend betekent iets in ons geval. Maar voor de rest was het een luxereis. Echt top.

Not! Deze olijkerd toetert maar wat sarcastisch rond. Die Duitse roestbaan kan me evenzeer gestolen worden als het kettinkje rond mijn nek. Na zo’n rit krijg ik het eelt nog nauwelijks van mijn hielen geveild en zijn mijn ingewanden onontwarbaar. In ons vorig leven op eigen benen was lopen juist hetgeen we het liefst deden. Banjeren noemden we het: zonder overleg maar met veel gewicht één kant uitlopen, af en toe eens in iemand zijn weg gaan staan, en dan terug de andere kant op. Allemaal zonder omzien, want dat ligt motorisch gezien wat moeilijk en wij onthouden toch alles wat achter ons ligt. Helaas.

"Kijk ons nu: vijftig tinten grauwe ellende, zeven ton lijdzaamheid per stuk"

Michaël Bellon, columnist bij BRUZZ

michael bellon

Zo heb ik onthouden dat wij het vroeger warm hadden, terwijl het nu verdomd koud is. Maar iemand heeft ooit eens iets horen waaien over olifantenhuid, en over Hannibal en de Alpen en een oorlog die tussen haakjes uiteindelijk werd verloren. Dus dan moet dit ook maar kunnen. Ons importeren als goedkope werkkracht, een malle naam geven die we nooit eerder hebben gehoord, en geld verdienen op onze kromme rug door ons in het Cirque Royal op een omgekeerde emmer te laten staan.

Vroeger vond ik de ezel het diepdroevigste dier, met na een waardeloze eindsprint misschien de schildpad op een dichte ereplaats. Maar kijk ons nu: vijftig tinten grauwe ellende, zeven ton lijdzaamheid per stuk. Geen beest dat zo met zich laat sollen als het grootste landdier in de kamer. De gezellige, goed van poten en flaporen voorziene dikzak voor wie elefantiasis geen ziekte is, maar gewoon de naam van de zielige toestand waartoe hij door zijn gebrek aan wendbaarheid en assertiviteit veroordeeld is. Eigen schuld, een dikke bult of vier op een kop vol zorgen.

Ikzelf behoor, in ons naar het goeddunken van deze zelfbenoemde temmers nieuw samengesteld gezin, tot de tweede generatie, die de blik alvast neerslaat in afwachting van de volgende vernedering. Eerstegeneratieolifanten geloofden nog dat de mens hen naar het beloofde land zou leiden.

Maar het is niet omdat een diersoort zijn tijd steekt in het uitvinden van treinen om wat olifanten uit fucking Dresden te kunnen verkassen, dat hij de zaligmakende kant van de evolutie heeft gekozen. Vreemd is niet zozeer dat een mens geen noemenswaardige slurf of oren heeft, maar dat hij met ogen die identiek zijn aan de onze blijkbaar niet kan zien wat hij ons aandoet.

Ik zou dus eigenlijk op mijn achterste poten moeten gaan staan. Maar omdat de baas daar met zijn stok op slaat, sta ik op mijn voorste. Tot de andere inboorling klaar is met zijn foto’s. Als ik dat niet doe, ben ik ondankbaar, onaangepast en opstandig. Ik zou per ongeluk eens kunnen neerkomen op iemand zijn voet of kop, en op een dag zal ik dat misschien doen, maar zolang de man met de macht niets daagt, verandert er toch niets.

Column: Beeldspraak

Elke week voorziet Michaël Bellon een oude persfoto van een nieuw onderschrift in zijn column Beeldspraak.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Schaarbeek , Column , Column: Beeldspraak , Koninklijk Circus , station Schaarbeek , olifant

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni