Hopend op nog wat warme dagen deze zomer, herinner ik u graag aan eenvoudige ijsjes, en hoe er zelf te maken.
In Suriname maakte ik kennis met schaafijs. Zwarte jongens met rastakapsel rolden hun zelfgemaakte karretjes door het centrum van de stad. Bovenop hadden zij een blok ijs vastgemaakt. IJs werd toen nog in grote staven verkocht, blokken van een kilo of twintig, recht uit de ijsfabriek. (Veertig jaar geleden was er bij ons in Strombeek trouwens ook nog zo’n ijsfabriek. Hun opvallende rode ‘vintage’ vrachtwagens leverden in het centrum, ook – bijvoorbeeld – in de Beenhouwersstraat, voor de uitstal van vis voor de restaurants).
De ijsverkopers in de tropen hadden metalen schaven, waarmee ze porties van een ijsblok af schraapten. Er zat een klep onder de schraper die het schaafijs opving. Dat goten ze dan in een plastic bekertje. daarna besprenkelden ze dat met zelfgemaakte siroop, van gember, markoesa (passievrucht), lemmetje (limoen) ... Een strootje erin en Brain freeze!