Een landweg in de Vlaamse Ardennen, net voor die rimpelloos overgaan in het Pays des collines. Je ziet aan één kant niks, want er staat meer dan manshoge maïs die het zicht op de omgeving verhindert. Zo ziet een groot deel van ons land er tijdens de zomer uit. Geen weiden als wiegende zeeën, geen heuvels van ruisend koren.
Rijen strenge strakke staken van wat in het Brabants “Sponsjen terf” (Spaanse tarwe) heette: maïs. Deze opgeschoten grassoort (Zea mays) komt uit Mexico. Maïs wordt in ons land niet voor de tafel gekweekt. Hiervan komen er geen korrels op je bord noch maïskoeken of tortilla's: al dat opdringerig groen gaat naar veevoeder als kuil, gehakt en verzuurde biomassa (silage) waar de koeien dan melk mee moeten maken. Misschien is het daarom dat ik geen melk lust?
Toch is het dit jaar anders. Het heeft veel geregend, dat hoef ik u niet te vertellen. En veel nattigheid trekt schimmel aan. Op de nog niet volledig ontwikkelende kolven van de maïs stond vaak een schimmel, viltig wit van kleur. Vandaag staat er zoveel schimmel dat het zelfs het nieuws haalde. Builenbrand (Ustilago maydis) heet deze schimmel. Hier vinden we builenbrand een pest. De schimmel kan doorheen het ingekuilde maïsgroen gaan woekeren. Schimmels zijn ook geen ideaal rundervoedsel. Daarenboven kunnen ze giffen aanmaken, zoals het moederkoren dat op de rogge doet. De zwam is eerst wit, maar wordt bij rijpheid paarsachtig tot zwart.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.