Straks is het november, de 'slachtmaand'. Daarbij denkt u meteen aan het varken. Men slachtte het zwijn bij de komst van de donkere dagen omdat het voeder schaars werd. Varken en mens hebben hetzelfde voedsel. Nadat het varken dankbaar de etensresten, bonenpeulen en aardappelschillen had opgegeten, werd het in het najaar een concurrent voor de mens. Dus ging het beest de schuur in, maar dan aan een haak of in een kuip met pekel. Om de winter mee door te raken als er minder groenten waren.
Hetzelfde gebeurde met het konijn. Konijnen zijn voor de wetenschap lagomorfen (de orde van konijnen en hazen) en dus géén knaagdieren! Onze konijnen (Oryctolagus cuniculus L) zijn destijds vanuit Spanje en de Maghreb in noordelijk Europa geïntroduceerd. Daarvoor leefden ze alleen in die gebieden. Ze waren aantrekkelijk vanwege hun handige formaat en bescheiden noden in het neerhof. Konijnen werden gevoerd met gras. Gras uit de bermkant. Iedereen kon erbij en dat gras diende ook nergens anders voor. Vaak was het een taak van de kinderen om elke dag gras te snijden en naar het konijnenhok te brengen.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.