Als Hollanders kaaskoppen zijn, dan zijn Vlamingen papkoppen. In een niet zo ver verleden bestond in veel rurale gezinnen het ontbijt uit pap, desnoods met een boterham erna, maar eerst pap. Pap werd gemaakt van melk, maar ook van bier, of gewoon water. Om hem ‘papperig’ te maken, ging er bloem bij of gort (gebroken zaden), ‘smoel’ (semoule: meel van harde tarwe) … Smaak kwam van het zout, de meegekookte appel, of alles wat voorhanden was. Pap ging symbool staan voor het saaie leven op de buiten.
Een van de redenen van al dat gepap was dat het bijproduct van het boter karnen moest worden opgebruikt. Je smijt geen karnemelk weg en een melkbedrijf produceerde elke dag véél karnemelk die verder geen enkele waarde had. Dus voedde de boerin er het gezin mee. En de varkens. Maar pap heeft een oude pedigree: ook de Romeinen waren papeters: Niet de liflafjes van Apicius waren dagelijkse kost, wel de puls van de rechtschapen burger: gortepap. Brood zou pas later komen.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.